12 NOVEMBER 1987. - Ministerieel besluit tot regeling van het aanwijzen van ambtenaren van het Ministerie van Justitie als leden van de taalexamencommissies ingesteld bij artikel 43quinquies van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.
Art. 1-3
Artikel 1. De aan ambtenaren van het Ministerie van Justitie voorbehouden functies van lid en plaatsvervangende leden van de commissie belast met het afnemen van het examen over de kennis van de Nederlandse taal voor doctors en licentiaten in de rechten worden toegewezen aan ambtenaren van het Ministerie van Justitie die bekleed zijn met een graad van rang 13 tot 16, die tot de Nederlandse taalrol behoren en die doctor of licentiaat in de rechten zijn.
Art.2. De aan ambtenaren van het Ministerie van Justitie voorbehouden functies van lid en plaatsvervangende leden van de commissie belast met het afnemen van het examen over de kennis van de Franse taal voor doctors en licentiaten in de rechten worden toegewezen aan ambtenaren van het Ministerie van Justitie die bekleed zijn met een graad van rang 13 tot 16, die tot de Franse taalrol behoren en die doctor of licentiaat in de rechten zijn.
Art. 3. De aan ambtenaren van het Ministerie van Justitie voorbehouden functies van lid en plaatsvervangende leden van de commissie belast met het afnemen van het examen over de kennis van de Duitse taal voor doctors en licentiaten in de rechten worden toegewezen aan ambtenaren van het Ministerie van Justitie die bekleed zijn met een graad van rang 10 tot 16 en die deel uitmaken of deel uitgemaakt hebben van de vertaaldienst van het Ministerie van Justitie.