Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 NOVEMBER 1986. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve betreffende de toekenning van een bijkomende premie voor eerste installatie aan landbouwers en tuinbouwers.



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1989028290  1992027160 



Artikels:

Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op de natuurlijke of rechtspersonen die zich als landbouwer of tuinbouwer in hoofdberoep vestigen.
  § 2. Wordt geacht een landbouw- of tuinbouwaktiviteit in hoofdberoep uit te oefenen :
  1° de natuurlijke persoon die een landbouw- of tuinbouwbedrijf uitbaat, er meer dan 50 pct. van zijn totale arbeidsduur besteedt en daaruit een inkomen gelijk aan of groter dan 50 pct. van zijn globaal belastbaar inkomen verwerft;
  2° de rechtspersoon waarvan het maatschappelijk doel de landbouw- of tuinbouwproductie met inbegrip van, in voorkomend geval, de verhandeling van de op het bedrijf voortgebrachte produkten tot voorwerp heeft en die opgericht is :
  - hetzij onder de vorm van een landbouwvennootschap bedoeld bij de wet van 12 juli 1979 tot instelling van de landbouwvennootschap;
  - hetzij onder één van de in het Wetboek van koophandel, Boek 1, Titel IX, eerste afdeling, artikel 2 bedoelde vormen.
  De vennootschap die één van de in het Wetboek van Koophandel bedoelde vormen heeft aangenomen moet daarenboven aan de volgende voorwaarden voldoen :
  a) ze moet voor een duur van ten minste twintig jaar opgericht zijn;
  b) de aandelen of deelbewijzen die haar kapitaal vertegenwoordigen moeten op naam zijn;
  c) die aandelen of deelbewijzen moeten voor ten minste 51 pct. toebehoren aan de bestuurders of zaakvoerders van die vennootschap;
  d) de bestuurders of zaakvoerders moeten ten minste 50 pct. van hun totale arbeidsduur besteden aan de vennootschap en eruit ten minste 50 pct. van hun globaal belastbaar inkomen halen.
  § 3. (Een natuurlijke of rechtspersoon vestigt zich, in de zin van dit besluit, wanneer hij een bedrijf opricht of wanneer hij een bedrijf of een gedeelte van bedrijf overneemt met het oog op de uitoefening als hoofdberoep van een landbouw- of tuinbouwactiviteit die hij voorheen niet uitoefende of alleen als bijactiviteit uitoefende.
  De overname van een bedrijf tussen echtgenoten wordt niet beschouwd als vestiging.
  De vestiging komt alleen in aanmerking indien de persoon, die zich vestigt, een lening van minimum BF 250 000 aangaat bij een door de Minister tot wiens bevoegdheid de Landbouw behoort, erkende financiële instelling.
  Om van de premie te genieten moet de natuurlijke of rechtspersoon in orde zijn met de betaling van zijn bijdragen bij zijn sociale verzekeringskas.
  De vestiging moet bewezen worden, hetzij door een overnameovereenkomst, een authentieke of een onderhandse akte, hetzij door facturen opgemaakt voor de aankoop van goederen die voor het gewone uitrusten van een landbouw- of tuinbouwbedrijf nodig zijn, hetzij door de combinatie van die documenten.) <BWG 1988-12-01/33, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 1989-02-07>
  (§ 4. De natuurlijke persoon en de bestuurders of zaakvoerders van de rechtspersoon die zich vestigen, moeten, in het kader van dit besluit, de minimale beroepsbekwaamheid voor eerste vestiging bezitten. Die bekwaamheid is bewezen door het bezitten van één van de volgende documenten :
  1° De landbouwstudiediploma's en -getuigschriften die zijn erkend of gegeven door een Staatsexamencommissie, een examencommissie van het hoger secundair onderwijs, alsmede de bekwaamheidsgetuigschriften van het zesde jaar van het secundair onderwijs of de met die studiegetuigschriften gelijkgestelde diploma's.
  2° Een studiegetuigschrift van landbouwkundig vervolgonderwijs van het type B, voorzien bij artikel 3 van het decreet van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 10 juli 1984 over de beroepsopleiding van personen die in de Franse Gemeenschap in de landbouw werken, of een getuigschrift van vervolgonderwijs van ten minste honderd vijftig uren voorzien in hetzelfde artikel.) <BWG 1988-12-01/33, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 1989-02-07>

Art.2. Binnen de perken van de daartoe uitgetrokken begrotingskredieten kan de Minister Lid van de Waalse Gewestexecutieve tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort, onder de in dit besluit gestelde voorwaarden, een premie van (120 000) frank toekennen aan de natuurlijke of rechtspersonen die zich als landbouwer of tuinbouwer in hoofdberoep vestigen. (Alleen één premie per echtgenoot kan worden verleend.) <BWG 1988-12-01/33, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 1989-02-07>
  (Het aantal premies die toegekend kunnen worden, is voor landbouwers en tuinbouwers die zich tussen 1 januari 1986 en 31 december 1987 gevestigd hebben tot 920 beperkt en voor elk volgend jaar tot (400)). <BWG 1987-05-21/38, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 27-07-1987> <BWG 1988-12-01/33, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 1989-02-07>

Art.3. Het bedrag van de premie wordt met 20 000 frank verhoogd voor de overneming van landbouwbedrijven gelegen in probleemgebieden in de zin van de richtlijn 75/269 van 28 april 1975 van de Raad van de Europese Gemeenschappen.

Art.4. Om de premie te genieten moet de natuurlijke of rechtspersoon zijn bedrijfszetel in het Waalse Gewest hebben en zijn aktiviteit na 31 december 1985 hebben aangevat.

Art.5. Een natuurlijke persoon kan de premie slechts genieten als hij bij de indiening van de aanvraag de leeftijd van veertig jaar niet bereikt heeft.

Art.6. Een rechtspersoon kan de premie slechts genieten als de bestuurders of zaakvoerders bij de indiening van de aanvraag de leeftijd van veertig jaar niet bereikt hebben.

Art.7. De premieaanvraag moet bij het Bestuur van het Waalse Gewest ingediend worden op het door dat Bestuur verstrekte formulier waarvan het model door de Minister vastgesteld is.(Zij moet op straffe van nietigheid bij ter post aangetekende brief binnen twaalf maanden na de datum van het begin van de activiteit worden gestuurd. Om van het in artikel 3 van dit besluit bedoelde bedrag te genieten, moet de aanvrager zijn dossier hebben ingediend na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.) <BWG 1988-12-01/33, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 1989-02-07>

Art.8. De datum waarop de aktiviteit begint is die welke door de natuurlijke persoon of door de bestuurders en zaakvoerders van de rechtspersoon wordt opgegeven bij de eerste inschrijving als zelfstandig landbouwer of tuinbouwer bij een fonds voor sociale verzekeringen.

Art.9. De aanvraag moet vergezeld gaan van de volgende documenten :- een geboorteakte en een uittreksel uit het bevolkingsregister van de natuurlijke persoon of van de bestuurders of zaakvoerders van de rechtspersoon;
  - een attest van het fonds voor sociale verzekeringen waarbij de natuurlijke persoon of de bestuurders of zaakvoerders van de rechtspersoon zijn ingeschreven met vermelding van :de identiteit van de persoon;
  de datum waarop de aktiviteit in de landbouw- of tuinbouwsector is begonnen;
  - een afschrift van de statuten van de rechtspersoon;
  - een afschrift van de overnemingsovereenkomst (of de facturen opgemaakt voor de aankoop van goederen die voor het gewone uitrusten van een landbouw- of tuinbouwbedrijf nodig zijn voor een bedrag van ten minste BF 250 000;
  - een afschrift van de akte van toekenning van een krediet van ten minste BF 250 000 aangegaan bij een door de Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort, erkende financiële instelling;
  - een afschrift van de diploma's of getuigschriften die de minimale beroepsbekwaamheid voor eerste vestiging bewezen;
  - een door het gemeentebestuur afgegeven getuigschrift van gezinsamenstelling.) <BWG 1988-12-01/33, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 1989-02-07>
  Nochtans kan de Minister daarenboven de overlegging eisen van bijkomende documenten die voor het onderzoek van het dossier nodig zijn.

Art.10. De premie wordt uitgekeerd vanaf de dertiende maand die de dag op indiening van de aanvraag volgt (voor zover de betrokkene aan de voorwaarden voor de toekennig van de premie altijd voldoet). <BWG 1988-12-01/33, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 1989-02-07>

Art.11. Wanneer de aanvrager die een premie heeft ontvangen, overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 5 van 18 april 1967 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van de toelagen, gehouden is tot terugbetaling ervan, wordt de terugvordering van die premie door de bevoegde diensten van het Bestuur van het Waalse Gewest, bijgestaan door een rekenplichtige der invorderingen verzekerd.

Art. 12. De Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.