26 JUNI 1986. - Besluit van de Waalse Gewestexecutieve houdende vaststelling van de samenstelling en van de werking van de Commissie van advies voor de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging.
Art. 1-19
Artikel 1. In de zin van dit decreet wordt verstaan onder Minister : het lid van de Waalse Gewestexecutieve tot wiens bevoegdheid de bescherming van de oppervlaktewateren behoort.
Art.2. De Commissie van advies voor de bescherming van de oppervlakte wateren tegen de verontreiniging bestaat uit drie groepen van elk twaalf leden :
1° De eerste groep omvat leden, benoemd uit de kandidaten voorgedragen door de organisaties die representatief zijn voor de industrie, de handel en de middenstand, de landbouwers en de veehouders, de werknemers, met name :
_ 3 vertegenwoordigers van de Union Wallonne des Entreprises;
_ 2 vertegenwoordigers van de Entente Wallonne des Classes Moyennes;
_ 1 vertegenwoordiger van de Alliance Agricole Belge;
_ 1 vertegenwoordiger van de Unions Professionnelles Agricoles;
_ 2 vertegenwoordigers van de Fédération Générale du Travail de Belgique;
_ 2 vertegenwoordigers van de Confédération des Syndicats Chrétiens;
_ 1 vertegenwoordiger van de Confédération Générale du Syndicat Libéral de Belgique.
2° De tweede groep omvat leden, benoemd uit de kandidaten voorgedragen door de verenigingen voor de bescherming van het leefmilieu, de organisaties die representatief zijn voor de vissers, de federaties voor de zwemsport en vrijetijdsbesteding in de sektor van de watersport en de organisaties die representatief zijn voor de verbruikers, met name :
_ 5 vertegenwoordigers van verenigingen voor de bescherming van het leefmilieu, één voor elke provincie en één voor het arrondissement Nijvel met name :
_ 1 vertegenwoordiger van de Amis des Fagnes voor de provincie Luik;
_ 1 vertegenwoordiger van de Groupe de Développement de l'Ourthe Moyenne voor de provincie Luxemburg;
_ 1 vertegenwoordiger van Inter-Environnement Wallonie voor de provincie Namen;
_ 1 vertegenwoordiger van de Amis de la Terre (Bergen) voor de provincie Henegouwen;
_ 2 vertegenwoordigers van de Fédération sportive des pêcheurs francophones de Belgique;
_ 1 vertegenwoordiger van de Fédération provinciale des Pêcheurs du Hainaut;
_ 1 vertegenwoordiger van de Ligue francophone de Natation;
_ 1 vertegenwoordiger van de Ligue régionale de yachting belge;
_ 1 vertegenwoordiger van de Verbruikersvereniging "Test-Achat";
_ 1 vertegenwoordiger van de Ligue des Families.
3° De derde groep omvat :
_ leden benoemd uit de kandidaten voorgedragen door de organisaties die representatief zijn voor de producenten van drinkwater, met name :
_ 4 vertegenwoordigers van de Association Nationale des Services d'Eau (ANSEAU);
_ leden door zuiveringsinstellingen, met name :
8 vertegenwoordigers, hetzij een ingenieur of bij ontstentenis een technicus gespecialiseerd inzake zuivering voorgedragen elke zuiveringsinstelling.
De leden van de Commissie moeten in het Waalse Gewest wonen en tenminste 21 jaar oud zijn.
Art.3. Elke instelling, organisatie, federatie of vereniging bedoeld in artikel 2 legt aan de Minister een dubbele lijst van kandidaten werkend lid en van kandidaten plaatsvervangend lid per toegewezen mandaat voor:
De werkende en plaatsvervangende leden worden door de Minister benoemd.
De plaatsvervanger neemt deel aan de vergadering van de Commissie bij afwezigheid van het werkend lid.
Art.4. De mandaten zijn persoonlijk en worden toegekend voor een duur van 4 jaar (en zes maanden). Ze gaan in de dag waarop het besluit houdende benoeming van de leden van de Commissie aan de betrokkenen wordt betekend. <BWG 1991-02-07/38, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 29-01-1991>
Bij vacature voor het einde van een werkend mandaat beeindigt het plaatsvervangend lid het lopende mandaat.
Bij uitdrukkelijke beslissing van de Minister kunnen de functies van leden van de Commissie eindigen door het verlies van de hoedanigheid waarvoor zij worden benoemd.
Aan het einde van het periode van vier jaar (en zes maanden) wordt de Commissie hernieuwd overeenkomstig de in de artikelen 2 en 3 bedoelde voorwaarden. De kandidaatstellingen worden tenminste 3 maanden voor het einde van de periode ingediend. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden worden de nieuwe leden door de Minister benoemd uiterlijk bij de verstrijken van de hierboven bedoelde periode. <BWG 1991-02-07/38, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 29-01-1991>
Art.5. De voorzitter en de ondervoorzitter worden door de Executieve eventueel buiten de in artikel 2 bedoelde personen aangewezen.
In geval van ontslag of overlijden van de voorzitter neemt de ondervoorzitter het voorzitterschap waar tot dat de Executieve zijn plaatsvervanger heeft aangewezen.
In geval van ontslag of overlijden van de ondervoorzitter wijst de Executieve zijn plaatsvervanger aan die het mandaat voleindigt.
Art.6. De zetel van de Commissie is te Namen gevestigd.
Art.7. De Commissie wordt in 3 afdelingen ingedeeld :
_ afdeling Reglementering;
_ afdeling Programma ter vermindering van de verontreiniging;
_ afdeling Doelstellingen inzake kwaliteit en Machtigingen tot lozing.
De afdeling Reglementering heeft als opdracht een advies uit te brengen over de ontwerpen van reglementaire besluiten die aan de Commissie moeten voorgelegd worden.
De afdeling Programma ter vermindering van de verontreiniging heeft als opdracht een advies uit te brengen over de krachtens de hoofdstukken IV en V van het decreet genomen besluitontwerpen en inzonderheid over het meerjarig programma ter vermindering van de verontreiniging van de oppervlaktewateren en over jaarlijkse bijwerkingen ervan, alsmede over de gebruikte en bestaande zuiveringstechnieken, met uitsluiting van de ontwerpen van reglementaire besluiten.
De Doelstellingen inzake kwaliteit en Machtigingen tot lozing heeft als opdracht een advies uit te brengen over alle besluitontwerpen genomen krachtens de hoofdstukken II en III van het decreet, met uitsluiting van de ontwerpen van reglementaire besluiten en met uitsluiting van de advies over de krachtens artikel 14 van het decreet ingestelde beroepen.
Behoudens beslissing van de Minister vervangt het advies van de bevoegde afdeling het advies van de Commissie.
Art.8. De afdelingen bestaan uit leden van de Commissie.
Zij worden samengesteld op de eerste vergadering van de Commissie.
De leden van elke groep zoals bedoeld in artikel 2 dienen de vertegenwoordigers van de verschillende afdelingen te kiezen met inachtneming van de volgende samenstelling.
De afdeling Reglementering omvat :
_ 1 vertegenwoordiger van de industrie;
_ 1 vertegenwoordiger van de landbouwers en de veehouders;
_ 1 vertegenwoordiger van de producenten van water;
_ 3 vertegenwoordigers van de werknemers;
_ 1 vertegenwoordiger van de verbruikers;
_ 1 vertegenwoordiger van de vissersfederatie;
_ 1 vertegenwoordiger van de handel en de middenstand;
_ 1 vertegenwoordiger van de verenigingen voor de bescherming van het leefmilieu;
_ 2 vertegenwoordigers van de zuiveringsinstellingen;De afdeling Programma ter vermindering van de verontreiniging omvat :
_ 1 vertegenwoordiger van de industrie;
_ 1 vertegenwoordiger van de producenten van water;
_ 1 vertegenwoordiger van de werknemers;
_ 1 vertegenwoordiger van de verbruikers;
_ 2 vertegenwoordigers van de verenigingen voor de bescherming van het leefmilieu;
_ 1 vertegenwoordiger van de vissersfederatie;
_ 1 vertegenwoordiger van de Ligue régionale de yachting belge;
_ 4 vertegenwoordigers van de zuiveringsinstellingen.
De afdeling Doelstellingen inzake kwaliteit en Machtigingen tot lozing omvat :
_ 1 vertegenwoordiger van de industrie;
_ 1 vertegenwoordiger van de handel en de middenstand;
_ 1 vertegenwoordiger van de landbouwers en de veehouders;
_ 2 vertegenwoordigers van de producenten van water;
_ 1 vertegenwoordiger van de werknemers;
_ 2 vertegenwoordigers van de vissersfederatie;
_ 1 vertegenwoordiger van de Ligue francophone de Natation;
_ 2 vertegenwoordigers van de zuiveringsinstellingen.
De voorzitter en de ondervoorzitter kunnen aan de werkzaamheden van de afdelingen deelnemen.
De voorzitter of de ondervoorzitter zit de werkvergadering voor. Bij hun afwezigheid wordt een vergaderingsvoorzitter door de aanwezige leden aangewezen.
Art.9. Het bureau van de Commissie bestaat uit de voorzitter, de ondervoorzitter en uit een door elke groep bedoeld in artikel 2 aangewezen vertegenwoordiger.
Het bureau regelt de werkzaamheden van de Commissie, verdeelt het werk onder de afdelingen, verzekert het bestuur van de secretariaat en beheert de jaarlijkse begroting toegekend voor de werking van de Commissie.
Elk jaar stelt de Minister de werkingsbegroting van de Commissie vast.
De begroting wordt beperkt tot de kosten van de Commissie, aan de reiskosten van de leden en tot de kosten voor het horen van de deskundigen.
Art.10. De secretariaat van de Commissie en van de afdelingen wordt verzekerd overeenkomstig het artikel 4, § 3, van het decreet van 25 mei 1983 houdende wijziging, wat de Gewestelijke Economische Raad voor Wallonië betreft, van de kader-wet van 15 juli 1970 houdende organisatie van de planning en economische decentralisatie en houdende inrichting van een Economische en Sociale Raad van het Waalse gewest.
De secretaris en zijn eventuele adjuncten worden door de E.S.R.W.G. aangewezen. De secretaris of één van zijn adjunct-secretarissen neemt deel aan de vergaderingen van de Commissie, van het bureau, van de afdelingen waarin hij het ambt van verslaggever uitoefent.
De secretaris verzamelt de documentatie die nodig is voor de werkzaamheden van de Commissie en oefent alle opdrachten die nodig zijn voor de goede werking ervan.
Art.11. De Commissie brengt zijn adviezen uit op verzoek van de Minister.
Art.12. De Commissie en de afdeling komen bijeen na oproeping door de voorzitter die de dagorde vaststelt. De Commissie komt in pleniaire vergadering bijeen minstens één maal per jaar en voor de goedkeuring van het activiteitsverslag.
De voorzitter dient de Commissie of de afdelingen samen te roepen binnen vijftien dagen na het verzoek.
Art.13. De Commissie maakt een jaarlijkse activiteitsverslag op dat ze aan de Minister voorlegt. Dit verslag vermeld afzonderlijk de activiteit van elke afdeling.
Art.14. De Commissie beraadslaagt en beslist alleen geldig als tenminste de helft van de leden aanwezig zijn.
De afdeling beraadslaagt en beslist alleen geldig als tenminste zes leden aanwezig zijn.
Indien aan die voorwaarde niet is voldaan, worden de Commissie of de afdelingen met dezelfde dagorde opnieuw samen geroepen binnen acht dagen en stemmen zij geldig ongeacht het aantal aanwezige leden.
De adviezen worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Op verzoek van één lid van Commissie of van de betrokken afdeling mag een minderheidsnota bij het advies gevoegd wordt.
Art.15. De Directeur-generaal van Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu of de door hem aangewezen gemachtigden stellen aan de Commissie of aan de afdeling voor de ontwerpen voor die eraan moeten voorgelegd worden.
Ze wonen met raadgevende stem de vergaderingen van de Commissie en van de afdelingen bij.
De Commissie en de afdelingen kunnen deskundigen uitnodigen.
Art.16. Ieder deelnemer aan de vergaderingen van de Commissie of van afdelingen geniet de terugbetaling van zijn reiskosten volgens de modaliteiten bepaald door de koninklijke besluiten van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries en van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten zoals deze achteraf zijn gewijzigd.
De leden van de Commissie worden voor de toepassing van de voormelde besluiten gelijkgesteld met de ambtenaren van rang 15, hoewel hun ambt anderzijds niet bezoldigd is.
Art.17. De Commissie stelt haar reglement van orde vast dat ze ter goedkeuring aan de Minister voorlegt.
Dit reglement moet inzonderheid bepalen :
1° de wijze van oproeping en van beslissing;
2° de vormen inzake inkleding van het advies;
3° de periodiciteit van de vergaderingen;
4° de procedure inzake eventueel horen van deskundigen;
5° de indeling in afdelingen;
6° de aanwijzing van de vergaderingsvoorzitters voor elke afdeling;
7° de regels inzake deelneming aan de vergaderingen.
Art.18. § 1. Als het advies betrekking heeft ontwerpen van reglementaire besluiten moet het binnen veertig dagen verstrekt worden.
Na die termijn wordt het advies geacht gunstig te zijn.
§ 2. Voor elke andere kwestie betreffende de bescherming van oppervlaktewateren wordt het advies uitgebracht binnen de door de Minister vastgestelde termijn, die niet minder dan één maand mag bedragen.
§ 3. Het advies wordt door het bureau aan de Minister gestuurd die oordeelt over de openbaarheid die aan de door de Commissie en de Afdelingen uitgebrachte adviezen moet gegeven worden.
Art. 19. De Minister tot wiens bevoegdheid de bescherming van de oppervlakte behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.