21 FEBRUARI 1986. - Koninklijk besluit betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen ten laste van de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-02-1986 en tekstbijwerking tot 31-12-2010)
Art. 1-7
Artikel 1.De gerechtigde aan wie de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid periodieke uitkeringen betaalt, kan op zijn aanvraag die uitkeringen bekomen per overschrijving op een persoonlijke postcheckrekening die alleen door hem kan gedebiteerd worden.
De betaling bij overschrijving waarover sprake in dit artikel mag slechts uitgevoerd worden nadat de gerechtigde jegens de vorengenoemde Dienst een verbintenis heeft ondertekend waarbij [1 bpost]1 mandaat krijgt om aan evenbedoelde Dienst, op gewone aanvraag van zijnentwege, de sommen terug te betalen die, om één of andere reden, ten onrechte zouden zijn betaald geworden en dit, tot beloop van het beschikbaar saldo van hun rekening. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.2.De gerechtigde aan wie de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid periodieke uitkeringen betaalt, kan op zijn aanvraag die uitkeringen bekomen op een persoonlijke rekening geopend bij één van de financiële instellingen, beoogd in het derde lid op voorwaarde dat deze met de genoemde Dienst een overeenkomst gesloten heeft, waarvan het model door de Staatssecretaris voor Pensioenen werd goedgekeurd.
De overeenkomst zal inzonderheid de onderscheiden verantwoordelijkheden van de Dienst en van de financiële instelling bepalen om de regelmatigheid van de overschrijving der uitkeringen en van de creditering van de rekening van de gerechtigde te verzekeren. Zij zal eveneens de waarborgen vastleggen die de financiële instelling aan de Dienst moet geven betreffende de terugbetaling van ten onrechte gestorte bedragen.
Onder financiële instellingen dient te worden verstaan :
1. de in België gevestigde banken;
2. de instellingen en ondernemingen respectievelijk bedoeld in artikel 1, tweede lid, 1° en 3° van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime van titels en effecten;
3. [1 bpost]1. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.3. De aanvraag beoogd in artikel 2, eerste lid, dient gericht te worden aan de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid met een formulier waarvan de inhoud door de Staatssecretaris voor Pensioenen is goedgekeurd. De financiële instelling mag dit formulier aan haar eigen noodwendigheden aanpassen voor zover zij er nauwgezet de inhoud van eerbiedigt.
Dit formulier moet in drie exemplaren opgesteld worden. Een exemplaar, met akkoordverklaring van genoemde Dienst, wordt teruggestuurd naar de gerechtigde, een ander naar de financiële instelling.
Art.4. De gerechtigde kan op ieder ogenblik de betaling van zijn uitkeringen per overschrijving verzaken met een aangetekend schrijven, gericht aan de genoemde Dienst.
Art.5. Onverminderd de bepalingen van de artikelen 1 en 2 kan de genoemde Dienst de overschrijving van de uitkeringen afhankelijk maken van de voorafgaande overlegging van een bewijs van woonplaats.
Art.6. Het koninklijk besluit van 22 december 1977 houdende betaling per overschrijving van sommige uitkeringen ten laste van de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid wordt opgeheven. De verbintenissen die in toepassing van dat besluit werden aangegaan, worden niettemin geacht afgesloten te zijn in toepassing van de bepalingen van artikel 1 van onderhavig besluit.
Art. 7. Onze Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking en Onze Staatssecretaris voor Pensioenen zijn belast met de uitvoering van dit besluit.