24 DECEMBER 1985. - Koninklijk besluit betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2017-12-14/05, art. 12; Inwerkingtreding : 30-12-2017) (NOTA : opgeheven voor het Brusselse Gewest bij BESL2018-11-08/21, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 19-02-2019)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-01-2016 en tekstbijwerking tot 30-04-2021)
Art. 1
Art. 1 Vlaams Gewest
Art. 1/1 Vlaams Gewest
Art. 1/2 Vlaams Gewest
Art. 2
Art. 2/1. Vlaams Gewest
Art. 3
Art. 3/1. Vlaams Gewest
Art. 4
Art. 4/1. Vlaams Gewest
Art. 5
Art. 5/1. Vlaams Gewest
Art. 6
Art. 6/1. Vlaams Gewest
Art. 7
Art. 7/1. Vlaams Gewest
Art. 8
Art. 8/1. Vlaams Gewest
Art. 9
Art. 9/1. Vlaams Gewest
Art. 10
Art. 10/1. Vlaams Gewest
Art. 11
Art. 11/1. Vlaams Gewest
Art. 12-13
Artikel 1. Er wordt bij het Ministerie van Verkeerswezen een raadgevende commissie opgericht samengesteld uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de nijverheid betrokken bij de bouw, de herstelling en het onderhoud van de voertuigen voor vervoer te land, evenals bij hun gebruik.
Deze raadgevende commissie, "commissie administratie-nijverheid" genaamd, is belast met het geven van een advies over elk ontwerp van besluit tot uitvoering van deze wet.
Art. 1_VLAAMS_GEWEST. [1 In dit besluit wordt verstaan onder: 1° Departement: het departement, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie; 2° Vlaamse commissie: de Vlaamse commissie administratie-nijverheid, vermeld in artikel 1/2.]1
----------
(1)<BVR 2015-12-04/23, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art. 1/1_VLAAMS_GEWEST. [1 Art. 1/1]1 Er wordt bij het Ministerie van Verkeerswezen een raadgevende commissie opgericht samengesteld uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de nijverheid betrokken bij de bouw, de herstelling en het onderhoud van de voertuigen voor vervoer te land, evenals bij hun gebruik. Deze raadgevende commissie, "commissie administratie-nijverheid" genaamd, is belast met het geven van een advies over elk ontwerp van besluit tot uitvoering van deze wet.
----------
(1)<BVR 2015-12-04/23, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art. 1/2_VLAAMS_GEWEST. [1 Er wordt bij het Departement een raadgevende commissie, hierna Vlaamse commissie administratie-nijverheid te noemen, opgericht die samengesteld is uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de nijverheid, betrokken bij de bouw, de herstelling en het onderhoud van de voertuigen voor vervoer op het land, alsook bij het gebruik ervan. De Vlaamse commissie administratie-nijverheid is ermee belast advies te geven over elk ontwerp van besluit tot uitvoering van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.2.[1 De commissie is samengesteld uit:
1° vijf vertegenwoordigers van de administratie;
2° tien vertegenwoordigers van de nijverheid".
Worden uitgenodigd om eveneens deel uit te maken van de Commissie:
1) een vertegenwoordiger van het Vlaams Gewest;
2) een vertegenwoordiger van het Waals Gewest;
3) een vertegenwoordiger van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de Gewesten is facultatief en deze vertegenwoordigers beschikken over een raadgevende stem.]1
----------
(1)<KB 2021-04-02/40, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art. 2/1._VLAAMS_GEWEST. [1 De Vlaamse commissie is samengesteld uit dertien leden, waarvan vier het Departement en negen de nijverheid vertegenwoordigen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.3.[1 De vijf vertegenwoordigers van de administratie zijn:
1° de directeur-generaal bevoegd voor het wegverkeer en het wegvervoer bij de FOD Mobiliteit en Vervoer of eventueel de persoon die is aangesteld om tijdelijk deze functie uit te oefenen;
2° maximum vier leden van het personeel aangeduid door de directeur-generaal vermeld in punt 1°.
In geval van verhindering een vertegenwoordiger, kan deze of de directeur-generaal een personeelslid aanstellen om hem in de commissie te vervangen.]1
----------
(1)<KB 2021-04-02/40, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art. 3/1._VLAAMS_GEWEST. [1 De vier vertegenwoordigers van het Departement, vermeld in artikel 2/1, zijn: het hoofd van het Departement of zijn afgevaardigde en drie personeelsleden van het Departement die zijn aangewezen door het hoofd van het Departement. In geval van verhindering mag iedere vertegenwoordiger een personeelslid als plaatsvervanger in de Vlaamse commissie aanwijzen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.4.[1 De tien vertegenwoordigers van de nijverheid zijn:
1° een vertegenwoordiger van de Federatie van de ondernemingen van de technologische industrie, afgekort Agoria;
2° een vertegenwoordiger van de Belgische federatie der auto- en rijwielnijverheden, afgekort FEBIAC;
3° een vertegenwoordiger van de Federatie van de autosector en de aanverwante sectoren, afgekort TRAXIO;
4° een vertegenwoordiger van de Federatie van de Belgische autobus- en autocarondernemers, afgekort FBAA;
5° een vertegenwoordiger van de Belgische federatie der rijtuigmakerij en bijbehorende ambachten, afgekort Febelcar;
6° een vertegenwoordiger van de Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners, afgekort Febetra;
7° een vertegenwoordiger van de Unie van Professionele Transporteurs en Logistieke ondernemers, afgekort UPTR;
8° een vertegenwoordiger van de beroepsvereniging van ondernemingen in transport en logistiek, afgekort TLV;
9° een vertegenwoordiger van de Belgische federatie voor oude voertuigen, afgekort BFOV;
10° een vertegenwoordiger van de landbouwfederaties.
De vertegenwoordiger van elke in dit artikel vermelde afvaardiging wordt door de Minister op voordracht van diens leidende instantie aangewezen.]1
----------
(1)<KB 2021-04-02/40, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art. 4/1._VLAAMS_GEWEST. [1 De negen vertegenwoordigers van de nijverheid, vermeld in artikel 2/1, zijn: 1° één afgevaardigde van het Verbond van Belgische Ondernemingen (afgekort VBO); 2° één afgevaardigde van de Federatie van de ondernemingen der metaalverwerkende, machinebouw-, elektrotechnische en kunststofverwerkende nijverheid (afgekort Fabrimetal); 3° één afgevaardigde van de Belgische federatie der auto- en rijwielnijverheden (afgekort Febiac); 4° één afgevaardigde van de Syndicale kamer van de autohandel van België (afgekort Comaubel); 5° één afgevaardigde van de Koninklijke federatie der garagehouders van België (afgekort Fegarbel); 6° één afgevaardigde van de Belgische federatie der rijtuigmakerij en bijbehorende ambachten (afgekort Febelcar); 7° één afgevaardigde van de Federatie van de Belgische autobus- en autocarondernemers (afgekort FBAA); 8° één afgevaardigde van de Nationale Belgische federatie der baanvervoerders (afgekort NBFBV); 9° één afgevaardigde van de Groepering van organismen voor de controle van automobielen (afgekort GOCA). De vertegenwoordigers van elke federatie, vermeld in het eerste lid, worden door hun leidende instantie aangewezen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.5.[1 Het voorzitterschap van de commissie wordt waargenomen door de directeur-generaal bevoegd voor het wegverkeer en het wegvervoer bij de FOD Mobiliteit en Vervoer of eventueel de persoon die is aangesteld om tijdelijk deze functie uit te voeren.
In geval van verhindering van de voorzitter, wijst deze de vertegenwoordiger van de administratie aan die het interim-voorzitterschap zal waarnemen.]1
----------
(1)<KB 2021-04-02/40, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art. 5/1._VLAAMS_GEWEST. [1 Het voorzitterschap van de Vlaamse commissie wordt waargenomen door het hoofd van het Departement of zijn afgevaardigde. Het ondervoorzitterschap van de Vlaamse commissie wordt waargenomen door een personeelslid van het Departement. Als beide vertegenwoordigers, vermeld in het eerste en het tweede lid, samen verhinderd zijn en als de Vlaamse commissie desondanks genoodzaakt is zitting te houden, wijst ze de vertegenwoordiger van de administratie aan om het interim-voorzitterschap waar te nemen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.6.[1 Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door de diensten van het directoraat-generaal van de FOD Mobiliteit en Vervoer bevoegd voor het wegverkeer en wegvervoer.]1
----------
(1)<KB 2021-04-02/40, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art. 6/1._VLAAMS_GEWEST. [1 Het secretariaat van de Vlaamse commissie wordt door de diensten van het Departement waargenomen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.7.[1 De voorzitter van de commissie roept de commissie op een welbepaalde datum en tijd bijeen in de lokalen van de FOD Mobiliteit en Vervoer.
De voorzitter stelt de agenda vast en leidt de werkzaamheden ervan. De oproepingen worden aan de leden per mail ten minste dertig dagen vóór de datum van de vergadering toegezonden.
De commissie zetelt geldig, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. Indien een afvaardiging van de nijverheid afwezig is ondanks het feit dat hij regelmatig is opgeroepen, wordt deze afvaardiging verondersteld haar akkoord te geven over de ontwerpen die op de agenda zijn ingeschreven, tenzij ze haar opmerkingen ten minste vijftien dagen vóór de vergadering aan de voorzitter van de commissie schriftelijk en per mail kenbaar heeft gemaakt.
Wanneer het gaat om projecten waarvoor slechts geringe wijzigingen vereist zijn, kan de voorzitter van de commissie beslissen om de Commissie niet bijeen te roepen voor een vergadering om de leden van de commissie toe te laten hun opmerkingen per mail te sturen. De vertegenwoordigers van de nijverheid mogen echter vragen dat de ontwerpen deel uitmaken van een vergadering. Deze aanvraag moet, binnen acht dagen vanaf de verzending per mail van het ontwerp, per mail naar de voorzitter van de Commissie gestuurd worden.
Het ontwerp en de artikelsgewijze toelichting worden per mail naar de leden van de Commissie doorgestuurd.
De leden van de commissie mogen, binnen twintig dagen vanaf de verzending per mail, hun opmerkingen per mail sturen.
Indien een vertegenwoordiger van de nijverheid geen opmerking per mail binnen de voornoemde termijn van twintig dagen heeft gestuurd, wordt deze afvaardiging verondersteld haar akkoord te geven over het ontwerp.]1
----------
(1)<KB 2021-04-02/40, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 10-05-2021>
Art. 7/1._VLAAMS_GEWEST. [1 De voorzitter van de Vlaamse commissie of, bij verhindering, de ondervoorzitter roept de Vlaamse commissie bijeen, stelt haar agenda vast en leidt de werkzaamheden ervan. De Vlaamse commissie zetelt geldig, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. Als een afvaardiging van de nijverheid afwezig is ondanks het feit dat ze correct is opgeroepen, wordt ze verondersteld haar akkoord te geven over de ontwerpen die ingeschreven zijn op de agenda, tenzij ze haar opmerkingen vóór de vergadering aan de voorzitter van de vergadering schriftelijk kenbaar heeft gemaakt.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.8. De commissie brengt haar adviezen uit in de vorm van de notulen van de vergadering, ondertekend door de voorzitter van de vergadering en de secretaris, waarin het standpunt van elke afvaardiging is opgenomen.
Art. 8/1._VLAAMS_GEWEST. [1De Vlaamse commissie brengt haar adviezen uit in de vorm van de notulen van de vergadering, ondertekend door de voorzitter van de vergadering en de secretaris, waarin het standpunt van elke afvaardiging is opgenomen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.9. De commissie mag werkgroepen oprichten, belast met de studie van bijzondere kwesties.
De voorzitter en de leden van deze werkgroepen worden door de commissie aangeduid.
Art. 9/1._VLAAMS_GEWEST. [1 De Vlaamse commissie mag werkgroepen oprichten die belast zijn met de studie van bijzondere kwesties. De voorzitter en de leden van die werkgroepen worden door de Vlaamse commissie aangewezen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.10. De commissie stelt een huishoudelijk reglement op en neemt de nodige maatregelen om de correcte naleving van de bepalingen van dit besluit te waarborgen.
Art. 10/1._VLAAMS_GEWEST. [1 De Vlaamse commissie stelt een huishoudelijk reglement op en neemt de nodige maatregelen om de correcte naleving van de bepalingen van dit besluit te waarborgen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.11. De deelneming aan de werkzaamheden van de commissie is onbezoldigd.
Art. 11/1._VLAAMS_GEWEST. [1 De deelneming aan de werkzaamheden van de Vlaamse commissie is onbezoldigd.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2015-12-04/23, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 23-01-2016>
Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 13. Onze Minister Van Verkeerswezen is belast met de uitvoering van dit besluit.