Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

8 AUGUSTUS 1986. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 124, 156, 160 en 160bis van het koninklijk besluit van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1982000497  1986012346 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. <Wijzigingsbepalingen>

Art.2. <Wijzigingsbepalingen>

Art.3. <Wijzigingsbepalingen>

Art.4. <Wijzigingsbepalingen>

Art.5. <Wijzigingsbepalingen>

Art.6. Worden opgeheven in het koninklijk besluit van 28 mei 1986 tot wijziging van de werkloosheidsreglementering in functie van de herverdeling van de beschikbare arbeid :
  1° artikel 10;
  2° artikel 19, 6° en 7°.

Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1986.In afwijking van artikel 175 van het voormeld koninklijk besluit van 20 december 1963, worden de periodes aan het percentage van 40 pct., bepaald in de machtiging tot betaling van de gewestelijke werkloosheidsinspecteur van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening in toepassing van artikel 160, §3, tweede lid, 1°, van het voormeld koninklijk besluit van 20 december 1963 van kracht, voor de werknemers bedoeld in artikel 160, §1, eerste lid, 3°, van het voormeld koninklijk besluit, vóór 1 oktober 1986, vanaf 1 oktober 1986 gelezen als zijnde periodes aan het percentage van 35 pct. bedoeld in artikel 3. Vanaf 1 januari 1987, worden zij gelezen als zijnde periodes aan het forfaitair bedrag van 156 F bedoeld in artikel 3. Nochtans behoudt de werknemer die de voorwaarden van 20 jaar arbeid in loondienst of van 33 pct. blijvende arbeidsongeschiktheid bedoeld in artikel 3 kan bewijzen, het percentage van 35 pct. Hetzelfde geldt, voor de periode die ze kunnen doen aannemen, voor de werknemers die aanspraak kunnen maken op het behoud van de 35 pct. op grond van de bepalingen van artikel 3, voor zover zij daartoe een aanvraag indienen door bemiddeling van hun uitbetalingsinstelling na 30 september 1986.
  Het tweede lid doet geen afbreuk aan het recht van de erin bedoelde werknemers om in voorkomend geval, in toepassing van artikel 3, aanspraak te maken op de toeslagen voor het verlies van een enig inkomen en voor gezinslasten.

Art. 8. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.