Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 JUNI 1986. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de periode waarbinnen bepaalde werknemers de kaart voor sociale zekerheid moeten aanvragen.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. <MB 1991-05-03/36, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-05-1991> § 1. Zijn ertoe gehouden de kaart voor sociale zekerheid aan te vragen :
  1° de werklieden tewerkgesteld door een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf vóór 1 december 1986 en tot en met 31 maart 1990;
  2° de werklieden en de technische bedienden tewerkgesteld door een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, vóór 1 december 1986 tot en met 30 april 1991.De kaart voor sociale zekerheid kan door de werknemers aangevraagd worden vanaf 23 juni 1986.
  § 2. Worden gelijkgesteld met de werknemers bedoeld bij § 1, de personen die ingeschreven zijn als werkzoekenden en die werkloosheidsuitkeringen genieten hoofdens hun tewerkstelling tijdens het tijdvak dat onmiddellijk hun werkloosheid voorafgaat :
  1° als werkman bij een werkgever bedoeld bij § 1, 1°; deze gelijkstelling geldt voor hen tot en met 31 maart 1990;
  2° als werkman of als technische bediende bij een werkgever bedoeld bij § 1, 2°; deze gelijkstelling geldt voor hen tot en met 30 april 1991.

Art.2. De personen bedoeld bij artikel 1, § 1, kunnen bewijzen dat zij ertoe gehouden zijn de kaart voor sociale zekerheid aan te vragen door voorlegging van één van de volgende documenten :
  1° de bijdragebon, bedoeld bij artikel 195 van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. Deze bijdragebon moet betrekking hebben op het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal waarin de kaart wordt aangevraagd;
  2° een afschrift van de individuele rekening, bedoeld bij artikel 21 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten, van het jaar 1985;
  3° voor de bouwsector, een attest afgeleverd door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid", waaruit blijkt dat aan de betrokken werknemer het loon werd uitbetaald voor de rustdagen toegekend door het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren;
  4° voor de diamantsector, het loonboek van de betrokken werknemer voor het jaar 1986, uitgereikt door het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.
  De documenten bedoeld bij het eerste lid moeten het nummer vermelden waaronder de werkgever ingeschreven is bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art.3. § 1. De personen bedoeld bij artikel 1, § 1, die niet in het bezit zijn van één der documenten bedoeld bij artikel 2, kunnen bewijzen dat zij ertoe gehouden zijn de kaart voor sociale zekerheid aan te vragen door voorlegging van een attest, gedateerd en ondertekend door de werkgever waarin deze bevestigt dat hij de betrokken werknemer tewerkstelt.
  Bovendien moet in dit attest vermeld worden :
  1° voor de werkgever :
  a) de naam en voornamen of de maatschappelijke naam;
  b) de woonplaats of de maatschappelijke zetel;
  c) het nummer van inschrijving bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;
  2° voor de werknemer :
  a) de naam en voornamen;
  b) de woonplaats;
  c) de juridische aard van de overeenkomst : arbeidsovereenkomst voor werkman of voor technische bediende;
  d) de aanvangsdatum van de tewerkstelling.
  § 2. Het attest bedoeld bij § 1 kan ook uitgereikt worden door een erkend sociaal secretariaat waarbij de werkgever aangesloten is.

Art.4. <MB 1991-05-03/36, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-05-1991> De personen die niet in het bezit zijn van een kaart voor sociale zekerheid en die na 30 november 1986 en vóór 1 april 1990 in dienst treden als werkman bij een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf of na 30 november 1986 en vóór 1 mei 1991 in dienst treden als werkman of als technische bediende bij een werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, moeten de kaart voor sociale zekerheid aanvragen uiterlijk op de aanvangsdatum van de tewerkstelling.
  Bij hun aanvraag moeten deze personen een attest voorleggen van de werkgever bij wie zij in dienst treden. Dit attest moet dezelfde vermeldingen bevatten als het attest bedoeld bij artikel 3.

Art.5. De personen bedoeld bij artikel 1, § 2, kunnen bewijzen dat zij ertoe gehouden zijn de kaart voor sociale zekerheid aan te vragen door voorlegging van het attest dat zij daartoe ontvangen van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening.

Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 23 juni 1986.