10 SEPTEMBER 1986. - Koninklijk besluit betreffende de veiligheidssignalering op de arbeidsplaatsen in de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven. (NOTA : opgeheven voor het Vlaamse Gewest <BVR2011-07-15/41, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 06-09-2013>) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-09-2011 en tekstbijwerking tot 06-09-2011)
Art. 1-N2
Artikel 1. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de mijnen, graverijen en de ondergrondse groeven.
Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder :
a) veiligheidssignalering :
een signalering die voor een bepaald object of een bepaalde situatie, door middel van veiligheidskleuren of veiligheidstekens, veiligheidsinformatie verstrekt;
b) veiligheidskleur :
een kleur waaraan een bepaalde betekenis met betrekking tot de veiligheid is gegeven;
c) contrastkleur :
een kleur die tegen een veiligheidskleur afsteekt en daardoor aanvullende aanwijzingen verstrekt;
d) veiligheidsteken :
een teken dat door een combinatie van geometrische vorm, kleur en symbool bijzondere veiligheidsinformatie verstrekt;
e) verbodsteken :
een veiligheidsteken dat een handeling waardoor gevaar zou kunnen ontstaan, verbiedt;
f) waarschuwingsteken :
een veiligheidsteken dat voor een gevaar waarschuwt;
g) gebodsteken :
een veiligheidsteken dat een bepaald gedrag voorschrijft;
h) reddingsteken :
een veiligheidsteken dat in geval van gevaar de nooduitgang, de weg naar een hulppost of de reddingspost aangeeft;
i) aanwijzingsteken :
een veiligheidsteken dat andere veiligheidsaanwijzingen dan sub e) tot en met h) genoemde tekens geeft;
j) aanvullend teken :
een veiligheidsteken dat slechts te zamen met een van de sub e) tot en met h) genoemde veiligheidstekens wordt gebruikt en aanvullende informaties verstrekt;
k) symbool :
een beeld dat een bepaalde situatie beschrijft en in een van de sub e) tot en met h) genoemde veiligheidstekens wordt gebruikt.
Art.3. De veiligheidssignalering moet beantwoorden aan de beginselen vervat in bijlage I van dit besluit.
Art.4. Uitsluitend de in bijlage II bepaalde veiligheidstekens worden gebruikt om de in deze bijlage omschreven aanwijzingen te verstrekken en de aldaar omschreven gevarensituaties te signaleren.
Art.5. De voor het wegverkeer geldende verkeerstekens worden gebruikt om het verkeer in de bedrijven te regelen.
Art.6. Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft volgens de bepalingen van de artikelen 130 en 131 van de wetten op de mijnen, de graverijen en de groeven, gecoördineerd op 15 september 1919.
Art.7. Dit besluit treedt in werking zes maanden na de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.8. Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. N1. BIJLAGE I. BEGINSELEN VAN DE VEILIGHEIDSSIGNALERING. <Niet opgenomen om technische redenen; zie B.S. 20-09-1986, bz. 12.751>
Art. N2. BIJLAGE II. BIJZONDERE VEILIGHEIDSSIGNALERING. <Niet opgenomen om technische redenen; zie B.S. 20-09-1986, bz. 12.759>