10 JULI 1985. - Ministerieel besluit houdende nadere bepalingen betreffende het medisch onderzoek van jongeren die deelnemen aan wielerwedstrijden of die een opleiding volgen voor de wielersport.
HOOFDSTUK I. Onderzoek.
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. Wedstrijdboekje.
Art. 5-10
HOOFDSTUK III. Gezondheidsboekje.
Art. 11-14
HOOFDSTUK IV. Medische steekkaart.
Art. 15
HOOFDSTUK V. Slotbepaling.
Art. 16-N4
HOOFDSTUK I. _ Onderzoek.
Artikel 1. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Bij jongeren van 16 en 18 jaar die, in toepassing van artikel 3, § 2, van het besluit van de Vlaamse Executieve van 13 maart 1985 houdende deelneming van jongeren aan wielerwedstrijden, in een hogere leeftijdskategorie wensen te worden ingedeeld, evenals bij jongeren van 18 en 19 jaar, die, in toepassing van artikel 4, § 1, van voornoemd besluit, aan een derde wedstrijd per week wensen deel te nemen, dient een medisch onderzoek te worden uitgevoerd, wanneer bij diens erkende begeleidende arts schriftelijk een aanvraag wordt ingediend door de erkende organisatie.
Art.2. <Zie NOTA 1 onder TITEL> § 1. Het in artikel 1 bedoeld medisch onderzoek omvat de in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 10 juli 1985 bepaalde gegevens, met dien verstande dat de inspanningsproef een submaximale gegradueerde inspanningsproef moet zijn op ergometerfiets, volgens Hollmann en Venrath, met electrocardiogram vóór, tijdens en na de inspanning, en met bepaling van de P.W.C. 170.
§ 2. Alle gegevens van het medisch onderzoek bedoeld in § 1; worden vermeld op de medische steekkaart.
§ 3. Bij enig vermoeden van pathologische afwijking dient de erkende begeleidende arts elk onderzoek aan te vragen dat hij nodig acht.
Art.3. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Op basis van de onderzoeksresultaten zal de erkende begeleidende arts de getroffen beslissing over de geschiktheid van de jongere inschrijven in het wedstrijdboekje en deze beslissing meedelen aan de verantwoordelijke geneesheer-ambtenaar van de Administratie Gezondheidszorg van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art.4. <Zie NOTA 1 onder TITEL> De erkende begeleidende arts, die een jongere die aan wielerwedstrijden deelneemt, medisch begeleidt, krijgt ten laste van de begroting van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap een bijkomende vergoeding voor elk bijzonder onderzoek uitgevoerd in toepassing van artikel 3, § 2, en artikel 4, § 1, van het besluit van de Vlaamse Executieve van 13 maart 1985 houdende deelneming van jongeren aan wielerwedstrijden.
Die vergoeding bedraagt :
a) 365 F voor het medisch onderzoek;
b) 1 700 F voor de aanvullende inspanningsproef vermeld in artikel 2 van dit besluit.
HOOFDSTUK II. _ Wedstrijdboekje.
Art.5. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Het wedstrijdboekje voorgeschreven bij artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 13 maart 1985 houdende deelneming van jongeren aan wielerwedstrijden is conform het model van bijlage I van dit besluit. Het wedstrijdboekje is geldig gedurende één wielerseizoen en het daaropvolgende veldrit- of baanseizoen.
Het boekje is van formaat 15 x 10,5 cm.
Art.6. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Aan het wedstrijdboekje wordt een afzonderlijke fiche toegevoegd die de identiteitsgegevens van de titularis en de gelegaliseerde machtiging van zijn wettelijke vertegenwoordigers bevat.
De fiche heeft hetzelfde formaat als het wedstrijdboekje en is conform het model in bijlage II van dit besluit.
De fiche is geldig tot de betrokken wielrenner de leeftijd van 21 jaar bereikt heeft en moet zich steeds in het wedstrijdboekje bevinden.
Art.7. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Het wedstrijdboekje wordt jaarlijks afgeleverd op verzoek van de jongere, zijn sportvereniging of zijn sportfederatie door de Dienst Sportgezondheidszorg van de Administratie Gezondheidszorg van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art.8. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Om de geldigheid van zijn wedstrijdboekje te bekomen moet de renner eerst een medisch onderzoek ondergaan bij de door hem gekozen erkende begeleidende arts. De conclusie met betrekking tot de geschiktheid wordt door die arts opgetekend in het wedstrijdboekje.
Zodra hij dat onderzoek heeft ondergaan, stuurt de wielrenner zijn wedstrijdboekje samen met de identiteitsfiche terug naar de dienst Sportgezondheidszorg van de Administratie Gezondheidszorg van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die het boekje geldig verklaart.
Art.9. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Telkens de wielrenner opnieuw een medisch onderzoek moet ondergaan, overhandigt hij het wedstrijdboekje aan de door hem gekozen erkende begeleidende arts, die bij elk onderzoek melding maakt van de geschiktheid of ongeschiktheid van de betrokken wielrenner in het wedstrijdboekje.
Art.10. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Het wedstrijdboekje moet vóór elke wedstrijd aan de organisator van de wielerwedstrijd overhandigd worden.
HOOFDSTUK III. _ Gezondheidsboekje.
Art.11. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Het gezondheidsboekje voorgeschreven bij artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 13 maart 1985 houdende opleiding van jongeren voor de wielersport moet conform zijn het model van bijlage III van dit besluit.
Het boekje is geldig voor de hele duur van de opleiding van de betrokken jongere voor de wielersport.
Art.12. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Het gezondheidsboekje wordt aan de jongere die een opleiding wenst te volgen voor de wielersport afgeleverd door de Dienst Sportgezondheidszorg van de Administratie Gezondheidszorg van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap op verzoek van de erkende verantwoordelijke opleiders bedoeld bij artikel 1, § 1, van het besluit van de Vlaamse Executieve van 13 maart 1985 houdende opleiding van jongeren voor de wielersport.
Die aanvraag gebeurt uiterlijk een maand vóór de aanvang van de opleiding.
Art.13. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Om de geldigheid van zijn gezondheidsboekje te verkrijgen moet de jongere vooraf een medisch onderzoek ondergaan bij de door hem gekozen erkende begeleidende arts. De conclusie met betrekking tot de geschiktheid wordt door die arts opgetekend in het gezondheidsboekje. Zodra hij dat onderzoek heeft ondergaan, stuurt de jongere zijn gezondheidsboekje terug naar de Dienst Sportgezondheidszorg van de Administratie Gezondheidszorg van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap die het boekje geldig verklaart.
Enkel wanneer de jongere in het bezit is van het geldig verklaard gezondheidsboekje mag hij de opleiding voor de wielersport volgen.
Art.14. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Het geldig verklaard gezondheidsboekje wordt door de jongere aan de erkende verantwoordelijke opleider overhandigd vóór de aanvang van de opleiding, na de eerste theoretische en praktische opleidingsperiode bedoeld bij artikel 3, § 1, van het besluit van de Vlaamse Executieve van 13 maart 1985 houdende opleiding van jongeren voor de wielersport en vóór de aanvang van elke proef bedoeld bij artikel 4 van voornoemd besluit.
HOOFDSTUK IV. _ Medische steekkaart.
Art.15. <Zie NOTA 1 onder TITEL> De medische steekkaart, omschreven bij artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Executieve van 10 juli 1985 houdende reglementering van het medisch onderzoek van jongeren die een opleiding volgen voor de wielersport alsmede van de medische begeleiding van jongeren die deelnemen aan wielerwedstrijden, moet conform zijn het model in bijlage IV van dit besluit.
De medische steekkaart is van formaat 29,5 x 21 cm.
HOOFDSTUK V. _ Slotbepaling.
Art.16. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. N1. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Bijlage I. WIELERWEDSTRIJDBOEKJE. <Niet opgenomen. Zie B.St. 05-10-1985, blz. 14468-14469>
Art. N2. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Bijlage II. MACHTIGING VAN DE OUDERS. <Niet opgenomen. Zie B.St. 05-10-1985, blz. 14470>
Art. N3. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Bijlage III. Gezondheidsboekje voor jongeren die een opleiding volgen voor de wielersport. <Niet opgenomen. Zie B.St. 05-10-1985, blz. 14471-14473>
Art. N4. <Zie NOTA 1 onder TITEL> Bijlage IV. Medische Steekkaart Jongeren Wielersport. <Niet opgenomen. Zie B.St. 05-10-1985. blz. 14474-14476>