21 OKTOBER 1985. - Koninklijk besluit tot definitieve verdeling van de opbrengst van de inhoudingen ingeschreven op het Fonds voor financieel evenwicht van de sociale zekerheid voor de periode 1982-1984.
Art. 1-4
Artikel 1. De definitieve verdeling van de opbrengst der inhoudingen ingeschreven op bedoeld Fonds, respectievelijk bij artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 23 van 23 maart 1982 tot instelling voor 1982 van een inhouding op een gedeelte van het vakantiegeld van de werknemers, bij artikel 6, 3°, van het koninklijk besluit nr. 35 van 30 maart 1982 houdende tijdelijke vermindering van de kinderbijslag voor werknemers en voor de personeelsleden van de openbare sector met een forfaitair maandelijks bedrag per gezin, bij artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 36 van 30 maart 1982 tot instelling voor de loon- en weddetrekkenden van de openbare en van de privé-sector, van een bijzondere tijdelijke bijdrage ten laste van de alleenstaanden en van de gezinnen zonder kinderen, bij artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 129 van 30 december 1982 tot instelling voor de loon- en weddetrekkenden van de openbare en van de privé-sector, van een bijzondere bijdrage ten laste van de alleenstaanden en van de gezinnen zonder kinderen, bij artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 130 van 30 december 1982 houdende vermindering van de kinderbijslag voor de werknemers en voor de personeelsleden van de openbare sector, door artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 158 van 30 december 1982 tot instelling van een inhouding op een gedeelte van het vakantiegeld van de werknemers, en bij de artikelen 39, § 1, en 39bis, § 3, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, wordt als volgt vastgesteld:
1° voor het jaar 1982:
a) een bedrag van 4 000 miljoen frank wordt toegekend aan de Rijksdienst voor werknemerspensioenen;
b) een bedrag van 5 700 miljoen frank wordt toegekend aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering ten behoeve van de algemene regeling van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, sector geneeskundige verzorging;
c) een bedrag van 1 300 miljoen frank wordt toegekend aan het Fonds voor de beroepsziekten;
2° voor een jaar 1983:
a) een bedrag van 9 100 miljoen frank wordt toegekend aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering ten behoeve van de algemene regeling van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, sector geneeskundige verzorging;
b) een bedrag van 10 200 miljoen frank wordt toegekend aan de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
3° voor het jaar 1984:
a) een bedrag van 1 500 miljoen frank wordt toegekend aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, ten behoeve van de algemene regeling van verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, sector geneeskundige verzorging;
b) een bedrag van 10 600 frank wordt toegekend aan de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
c) een bedrag van 2 500 miljoen frank wordt toegekend aan de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers.
d) een bedrag van 700 miljoen frank wordt toegekend aan het Fonds voor de beroepsziekten.
Art.2. De in artikel 1 bedoelde bedragen vertegenwoordigen eveneens de definitieve toekenning van de onderscheiden voorschotten toegekend aan voormelde instellingen, aangerekend op het jaar gedurende hetwelk de vereffening ervan verricht werd.
Het Fonds voor de beroepsziekten is vrijgesteld van de terugbetaling beoogd bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 december 1984 tot tijdelijke toekenning aan het Fonds voor de beroepsziekten van een bedrag van 700 miljoen frank ten laste van het Fonds voor het financieel evenwicht van de sociale zekerheid.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.