Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 DECEMBER 1984. - Koninklijk besluit tot erkenning van de benaming van oorsprong "Ardense boter" en tot vaststelling van de voorwaarden waaraan dit produkt moet voldoen om onder deze benaming te worden vervaardigd, te koop aangeboden of verkocht.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1985018011  1985018012  1985018082 



Artikels:

Artikel 1. De benaming "Ardense boter" moet worden beschouwd als een benaming van oorsprong.

Art.2. Geen enkel ondernemingshoofd mag boter onder de benaming "Ardense boter" vervaardigen of te koop aanbieden tenzij hij in het bezit is van het attest van oorsprong bedoeld in artikel 16 van de wet van 14 juli 1971 en dit produkt voldoet aan de voorwaarden gesteld in dit besluit.
  (Geen enkel ondernemingshoofd mag boter onder de benaming "Ardense boter" te koop aanbieden of verkopen, tenzij hij in bezit is van het vermelde attest van oorsprong, tenzij dit produkt hem werd verkocht onder dekking van dit attest en tenzij hij voldoet aan de voorwaarden bepaald bij dit besluit.) <KB 06-05-1985, art. 1>

Art.3. De boter moet in de provincie Luxemburg of in een van de kantons Beauraing, Gedinne, Rochefort, Dinant, Hamoir, Stavelot, Malmédy, Saint-Vith, Louveigné of Spa gerijpt en tot zijn juist vetzuurgehalte gebracht zijn uit melk of room afkomstig uit dezelfde streek.

Art.4. Het moet gepasteuriseerde melkerijboter zijn, die beantwoordt aan de kwaliteitnormen bepaald voor de toekenning van het Controlemerk van de Nationale Zuiveldienst en die de volgende kenmerken vertoont :
  _ PH lager dan 5,50;
  _ gehalte aan vetvrije droge stof lager dan 1,7 pct.;
  _ consistentie bij 13 °C, lager dan 55 Van Doorn-eenheden;
  _ botervet waarvan de samenstelling van de vetzuren beantwoordt aan ten minste 4 van de 5 onderstaande criteria :
  C 14-gehalte : max. 11 pct.
  C 12-gehalte : max. 3,5 pct.
  verhouding C 12/C 10 : max. 1,30
  totaal gehalte aan onverzadigde zuren : C 18-28 pct.
  verhouding C 18 : A/C 16 : min. 0,9.

Art.5. <KB 06-05-1985, art. 2> De boter moet hetzij in pakjes, hetzij in minipakjes verkocht worden.
  De verpakkingen van de pakjes en de verzamelverpakking van de minipakjes moeten voorzien zijn van het volgnummer van de titularis van het attest; ze zullen op een zijde moeten voorzien zijn van het teken dat voorkomt op het attest van oorsprong.

Art.6. § 1. Het in artikel 2 bedoelde attest moet aan de door Ons erkende instelling worden aangevraagd bij een ter post aangetekende brief. Het moet overeenstemmen met het door Onze Minister van Middenstand vastgesteld model.
  Het wordt aan de aanvrager afgegeven na verificatie van de in dit besluit bepaalde voorwaarden.
  Indien de onderneming een rechtspersoon is, moet het attest worden afgegeven op zijn naam.
  § 2. Het attest van oorsprong is slechts één jaar geldig.
  Bij het verstrijken van de geldigheid van het attest, wordt het vernieuwd voor zover op dat ogenblik nog wordt voldaan aan de voorwaarden om het te verkrijgen en de kosten bepaald voor de verificatie van de voorwaarden van dit besluit werden betaald.
  (§ 3. Het kostenbedrag dat de erkende instelling voor het afleveren van attesten van oorsprong aan de aanvrager mag aanrekenen wordt als volgt bepaald :
  1. 40 000 frank als dekking bij de aanvraag van attest van oorsprong; deze dekking wordt niet terugbetaald als het attest van oorsprong niet wordt afgeleverd;
  2. na aftrek van deze dekking, 85 000 frank als jaarlijkse retributie voor analyse- en administratiekosten.
  Het bedrag van de dekking wordt aangerekend op het bedrag van de in de loop van het eerste jaar geïnde bedragen.
  Deze verschillende bedragen worden gekoppeld aan de spilindex van november 1984 (265,34).) <KB 06-05-1985, art. 3>

Art.7. § 1. De ondernemingshoofden die op de datum van dit besluit, met het oog op de verkoop in het bezit zijn van boter die niet voldoet aan de voorgeschreven voorwaarden om de benaming van oorsprong "Ardense boter" te gebruiken, mogen de verkoop ervan onder deze benaming voortzetten. (tot 1 oktober 1985) <KB 06-05-1985, art. 4>
  § 2. De ondernemingshoofden die op dezelfde datum boter onder de benaming van oorsprong "Ardense boter" vervaardigen zijn gemachtigd deze activiteit gedurende deze zelfde termijn voort te zetten, voor zover zij bij de door Ons erkende instelling een attest hebben aangevraagd en er inmiddels tegen hen geen weigeringsbesluit werd uitgebracht.

Art. 8. Onze Minister van Middenstand en Onze Staatssecretaris voor Middenstand, elk wat hem betreft, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.