Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

2 AUGUSTUS 1985. _ Koninklijk besluit tot vaststelling van de sectoriële voorwaarden voor de lozing van afvalwater, afkomstig van de sector van de glasnijverheid in de gewone oppervlaktewateren en in de openbare riolen. (NOTA 1 : Opgeheven voor het Vlaamse Gemeenschaap bij VLAREM 1995-06-01/58, art. 7.2.0.1; Inwerkingtreding : 01-08-1995) (NOTA 2 : Opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG 2003-01-16/47, art. 14, Inwerkingtreding : 01-02-2003) (NOTA 3 : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-10-1985 en tekstbijwerking tot 11-03-2003.)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1976080326 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. <Zie nota onder TITEL> De in dit besluit vastgestelde sectoriële voorwaarden gelden voor het lozen van afvalwater afkomstig van de bedrijven die glas en derivaten produceren en gebruiken.
  Het geloosde afvalwater wordt in de volgende drie types onderverdeeld:
  _ type A: afvalwater afkomstig van de fabricatie en het gebruik van plat glas;
  _ type B: afvalwater afkomstig van de fabricatie en het gebruik van hol glas;
  _ type C: afvalwater afkomstig van de fabricatie van glasderivaten (glaswol, kogels, vezels en andere).

Art.2. <Zie nota onder TITEL> De aanvullende voorwaarden voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren zijn de volgende:
  § 1. Voor alle types water:
  1° totale fosfor uitgedrukt in fosfor: 3 milligram per liter;
  2° chemisch zuurstofverbruik (COD): 90 milligram per liter;
  3° ammoniakale stikstof (N-NH4): 5 milligram per liter, behalve voor de spiegelglasfabrieken en voor de glasmatmakende fabrieken: 25 milligram per liter;
  4° fenolen: 0,04 milligram per liter;
  5° fluoride (F-): 10 milligram per liter;
  6° totaal cerium: 2 milligram per liter.
  § 2. Voor het water van type A:
  1° totaal koper: 2 milligram per liter;
  2° totaal nikkel: 2 milligram per liter.
  § 3. Voor het water van type B:
  1° totaal lood: 3 milligram per liter;
  2° totaal chroom: 2 milligram per liter en zeswaardig chroom: 0,5 milligram per liter;
  3° totaal nikkel: 0,2 milligram per liter;
  4° totaal tin: 3 milligram per liter.

Art.3. <Zie nota onder TITEL> In afwijking van de voorwaarden vervat in artikel 7, 5°, c en e van het koninklijk besluit van 3 augustus 1967 houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren, in de openbare riolen en in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater, mogen in het geloosde water de volgende gehalten niet overschreden worden:
  1° apolaire koolwaterstoffen extraheerbaar met tetrachloorkoolstof: 15 milligram per liter;
  2° anionische, kationische en niet-ionische detergenten: 5 milligram per liter.

Art.4. <Zie nota onder TITEL> De aanvullende voorwaarden voor het lozen van afvalwater in de openbare riolen zijn de volgende:
  § 1. Voor alle types water:
  1° het biochemisch zuurstofverbruik in vijf dagen en bij 20 °C: 1 000 milligram per liter;
  2° het chemisch zuurstofverbruik (COD) 2 000 milligram per liter;
  3° ammoniakale stikstof: 100 milligram per liter;
  4° fluoride (F-): 40 milligram per liter.
  § 2. Voor het water van type A:
  1° totaal cerium: 5 milligram per liter;
  2° totaal zilver: 0,5 milligram per liter;
  3° totaal koper: 4 milligram per liter;
  4° totaal nikkel: 5 milligram per liter.
  § 3. Voor het water van type B:
  1° totaal lood: 3 milligram per liter;
  2° totaal chroom: 5 milligram per liter en zeswaardig chroom: 0,5 milligram per liter;
  3° totaal nikkel: 1 milligram per liter;
  4° totaal tin: 4 milligram per liter.

Art.5. <Zie nota onder TITEL> Voor de voorwaarden van de artikelen 2 en 4 van dit besluit, wordt de meting van "totaal metaal" uitgevoerd op een niet gefiltreerd monster, dat verzuurd is aan pH2.

Art.6. <Zie nota onder TITEL> Het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 tot vaststelling van de sektoriële voorwaarden voor het lozen van afvalwater afkomstig van de sektor van de glasnijverheid in de openbare riolen en in de gewone oppervlaktewateren, wordt opgeheven.

Art. 7. <Zie nota onder TITEL> Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssekretaris voor Volksgezondheid en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.