5 NOVEMBER 1985. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van de naamloze vennootschap IDOC als onderneming belast met de aanmaak en het drukken van de kaarten voor sociale zekerheid.
Art. 1-4
Artikel 1. § 1. De naamloze vennootschap naar Belgisch recht IDOC, waarvan de statuten zijn bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 26 januari 1983, wordt belast met de aanmaak en het drukken van de kaarten voor sociale zekerheid en vervult als zodanig een opdracht van openbaar belang.
§ 2. De informaties bedoeld bij artikel 1, tweede lid, van de wet van 25 januari 1985 tot invoering van een kaart voor sociale zekerheid mogen slechts aan de naamloze vennootschap IDOC worden medegedeeld met het oog op de uitvoering van de opdracht voorgeschreven bij § 1.
Die mededeling, welke niet gelijk staat met een recht van toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, is toegelaten onder toezicht van het Comité voor veiligheid en deontologie, bedoeld bij artikel 11 van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten.
§ 3. De naamloze vennootschap IDOC mag geen maatschappelijke zetel, exploitatiezetel, bijkantoor of agentschap hebben buiten het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
§ 4. De informaties vermeld in § 2 mogen door de naamloze vennootschap IDOC slechts gedurende de tijd nodig voor de uitgifte van de kaarten voor sociale zekerheid en enkel met dat doel aangewend en bewaard worden.
Art.2. De kosten aan de Staat veroorzaakt door de aflevering van de kaarten voor sociale zekerheid, worden op de gemeenten verhaald door ambtshalve inschrijving op hun tegoed bij het Gemeentekrediet van België.
Art.3. Bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid wordt een Fonds "Kaart voor Sociale Zekerheid" opgericht. Dit Fonds wordt gestijfd door:
_ een terugvorderbaar voorschot van 30 000 000 F ten laste van artikel 01.01 van sectie 31 van Titel I van het budget van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid voor het jaar 1985;
_ het verhaal ten laste van de gemeenten, bedoeld bij artikel 2.
Het Fonds moet de uitgaven dekken voor de aanmaak, het drukken en de verspreiding van de kaart voor sociale zekerheid.
Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.