16 MAART 1984. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 24 februari 1982 houdende regeling, voor het Brusselse Gewest, van de terbeschikkingstelling van werknemers ten behoeve van gebruikers door de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-05-1984 en tekstbijwerking tot 23-11-1995) (NOTA : opgeheven voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest; BESL 1995-09-28/36, art. 3, Inwerkingtreding : 01-09-1995)
Art. 1-2, 2bis, 3
Artikel 1. § 1. Voor de uitvoering van zijn opdracht, bepaald in artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 februari 1982 houdende regeling, voor het Brusselse Gewest, van de terbeschikkingstelling van werknemers ten behoeve van gebruikers door de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, bepaalt de voormelde Rijksdienst de algemene voorwaarden van de terbeschikkingstelling van werknemers ten behoeve van gebruikers.
§ 2. De tarieven aangerekend aan de gebruikers worden vastgesteld door op de bruto-uurlonen van de uitzendkrachten een coëfficiënt toe te passen, die kan aangepast worden, inzonderheid in functie van de elementen waaruit hij is samengesteld.
(De aan de uitzendkrachten toegekende eindejaarspremies komen voor rekening van de gebruikers.
Er wordt een coefficiënt op toegepast die kan worden aangepast.) <MB 1984-06-18/32, art. 1, 002>
§ 3. (De coëfficient wordt op 15 april 1991 op 2,02 vastgelegd, met inbegrip van de eindejaarspremie.) <BESL 1991-04-11/31, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 15-04-1991>
(Bij de indienstneming van studenten bedoeld bij artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, wordt de coëfficiënt verlaagd in functie van de niet verschuldigde bijdragen voor sociale zekerheid.) <BESL 1993-09-30/32, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-06-1993>
(De coëfficiënt zal kunnen vermeerderd worden, ten einde hem aan te passen aan de wijzigingen van de criteria volgens dewelke hij wordt berekend.) <BESL 1993-09-30/32, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-06-1993>
(De coëfficiënt kan worden verminderd naar rata van alle verminderingen van loonkosten zoals bepaald door wetteksten en reglementeringen.) <BESL 1994-04-21/42, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 1994-03-01>
§ 4. De eventuele winsten komen toe aan de openbare dienst voor tijdelijke arbeid van het Brusselse Gewest en moeten aangewend worden ter bevordering van de werking ervan.
Art.2. De eerste maand van elk trimester brengt de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening bij de Staatssecretaris voor het Brusselse Gewest een verslag uit over de uitvoering van zijn opdracht van terbeschikkingstelling van werknemers ten behoeve van gebruikers gedurende het voorgaande trimester.
Inzonderheid deelt hij statistische gegevens betreffende de uitzendarbeid, het bedrag van de winsten, bedoeld in § 4 van artikel 1, en de aanwending ervan mede.
Art. 2bis. <Ingevoegd voor de Brusselse Gewest bij BESL 1991-04-11/31, art. 3; Inwerkingtreding : 15-04-1991> Bij de indienstneming van studenten bedoeld bij artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, wordt de bij artikel 1, § 3, bedoelde coëfficient verlaagd naargelang van de niet-verschuldigde bijdragen van sociale zekerheid.
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1983.