Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 APRIL 1984. _ Koninklijk besluit betreffende de samenstelling van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-04-1984 en tekstbijwerking tot 11-01-2008)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. De samenstelling van het identificatienummer.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. Het volgende gebruik.
Art. 6-7
HOOFDSTUK III. De vernietiging.
Art. 8-9
HOOFDSTUK IV. Slotbepalingen.
Art. 10-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1997000892  1998000441  2007000997 



Artikels:

HOOFDSTUK I. _ De samenstelling van het identificatienummer.
Artikel 1. Het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen bestaat uit elf cijfers.
  (Een eerste groep van dit nummer bestaat uit zes cijfers en stelt de geboortedatum voor of in de gevallen bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, het geboortejaar.) <KB 2007-11-06/44, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 21-01-2008>
  Een tweede groep bestaat uit drie cijfers en wordt reeksnummer genoemd.
  Een derde groep bestaat uit twee cijfers en wordt controlenummer genoemd.

Art.2. De eerste twee cijfers van de eerste groep duiden het geboortejaar van de persoon aan, het derde en het vierde cijfer de geboortemaand, het vijfde en het zesde cijfer de geboortedag.

Art.3. Het reeksnummer wordt gevormd door het volgnummer van inschrijving van de persoon in de eerste groep. Een vrouwelijk persoon krijgt een even, een mannelijk persoon een oneven reeksnummer. (Het volgnummer van inschrijving wordt herbegonnen voor de personen die geboren zijn in of na het jaar 2000.) <KB 1997-11-25/35, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 26-12-1997>

Art.4. Het controlenummer wordt berekend door het getal van negen cijfers, dat gevormd wordt door de aaneenschakeling van de geboortedatum en het reeksnummer, te delen door 97. De rest van deze deling wordt van 97 afgetrokken. Het aldus bekomen verschil is het controlenummer.
  (Voor de personen die geboren zijn in of na het jaar 2000 wordt de berekening bedoeld in het voorgaande lid echter uitgevoerd door de negen cijfers te laten voorafgaan door het cijfer 2.) <KB 1997-11-25/35, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 26-12-1997>

Art.5. (Als voor een persoon de dag of de maand van de geboorte niet gekend zijn of als de even of oneven reeksnummers voor een bepaalde geboortedatum uitgeput zijn, wordt de geboortedatum als volgt samengesteld :
  - de eerste twee cijfers duiden het geboortejaar aan, het derde, vierde, vijfde en zesde cijfer worden voorgesteld door het cijfer nul;
  - het reeksnummer bestaat uit de rangorde van inschrijving van de persoon in het geboortejaar, in de even of oneven reeks, naargelang van het geslacht.) <KB 2007-11-06/44, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 21-01-2008>
  Wanneer de mogelijkheden van het reeksnummer uitgeput zijn, wordt bij een nieuwe inschrijving het zesde cijfer van de geboortedatum met één eenheid verhoogd en wordt terzelfdertijd de inschrijving in het reeksnummer van bij de aanvang hervat.
  Indien het geboortejaar van een persoon niet gekend is, zijn de eerste vijf cijfers van de geboortedatum nullen en is het zesde cijfer een 1.

HOOFDSTUK II. _ Het volgende gebruik.
Art.6. <KB 1997-11-25/35, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 26-12-1997> Een identificatienummer dat toegekend werd, mag niet hergebruikt worden.

Art.7. (opgeheven) <KB 1997-11-25/35, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 26-12-1997>

HOOFDSTUK III. _ De vernietiging.
Art.8. Het identificatienummer dat samengesteld is op grond van een vergissing nopens de geboortedatum of het geslacht van de titularis moet vernietigd worden.

Art.9. Indien twee identificatienummers aan eenzelfde persoon werden toegekend wordt het identificatienummer met het hoogste reeksnummer vernietigd.

HOOFDSTUK IV. _ Slotbepalingen.
Art.10. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 1 april 1960 betreffende het houden van de bevolkingsregisters wordt aangevuld met het volgende lid : "....."

Art. 11. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Openbaar Ambt en Onze Staatssecretaris voor Openbaar Ambt zijn belast met de uitvoering van dit besluit.