31 MAART 1984. - Koninklijk besluit nr. 286 houdende maatregelen om een betere inning te verzekeren van de sociale zekerheidsbijdragen en de solidariteitsbijdragen. (Vervangen bij W 2005-12-27/30, art. 90, 002 ; Inwerkingtreding : 01-09-200) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-04-1984 en tekstbijwerking tot 30-12-2005>
Art. 1-5
Artikel 1. <W 2005-12-27/30, art. 91, 002; Inwerkingtreding : 09-01-2006> § 1. De sociale zekerheidsbijdragen, de erop verschuldigde bijdrageopslagen en verwijlintresten, alsmede de solidariteitsbijdragen, die een publiekrechtelijke rechtspersoon verschuldigd is krachtens de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, het artikel 38 van de wet van 29 juni 1981 houdende algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, en de herstelwet van 10 februari 1981 tot invoering van een solidariteitsbijdrage ten laste van de personen rechtstreeks of onrechtstreeks bezoldigd door de openbare sector, kunnen worden afgehouden op ieder bedrag dat hem, uit welken hoofde ook, vanwege de federale Staat, een deelgebied, een instelling die afhangt van de federale Staat of een deelgebied, of een openbare instelling van sociale zekerheid toekomt.
§ 2. § 1 is ook van toepassing voor de werkgevers uit de privé-sector die genieten van een financiering, onder welke vorm dan ook, vanwege de federale Staat, een deelgebied, een instelling die afhangt van de federale Staat of een deelgebied, of een openbare instelling van sociale zekerheid.
§ 3. De Koning bepaalt de voorwaarden en de toepassingsmodaliteiten van de afhouding bedoeld in §§ 1 en 2.
De Koning kan bepaalde sommen uitsluiten uit de toepassing van dit artikel, in functie van hun aard en bestemming.
Art.2. Wanneer krachtens het koninklijk besluit nr. 201 van 25 juli 1983 houdende maatregelen om op correcte wijze de inning te verzekeren van de bedrijfsvoorheffing, ten laste van dezelfde publiekrechtelijke rechtspersoon (of de werkgever bedoeld in artikel 1, § 2,) afhoudingen worden verricht, kunnen de bij artikel 1 bedoelde afhoudingen slechts geschieden op de bedragen die na aftrek van de afhoudingen krachtens voormeld koninklijk besluit nr. 201 van 25 juli 1983 vanwege de Staat verschuldigd blijven. <W 2005-12-27/30, art. 92, 002; Inwerkingtreding : 09-01-2006>
Art.3. Het artikel 3 van het voormelde koninklijk besluit nr. 201 van 25 juli 1983 geldt eveneens voor de toepassing van dit besluit.
Art.4. De Koning bepaalt, bij in Ministerraad overlegd besluit, de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 5. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.