Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

31 JULI 1984. _ Koninklijk besluit houdende vaststelling van het bedrag der zitpenningen en van de vergoedingen toegekend aan de leden van [de Raad van Bestuur] van het [...] Participatiefonds. (KB 1999-04-30/52, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 29-06-1999) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1990 en tekstbijwerking tot 29-06-1999)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Aan de leden van (de Raad van Bestuur) van het (...) Participatiefonds of aan hun plaatsvervangers wordt een zitpenning van F 1 821 per vergadering (...) toegekend. <KB 1999-04-30/52, art. 2, 1°, 002; Inwerkingtreding : 29-06-1999>De voorzitter of zijn plaatsvervanger ontvangt een zitpenning van F 3 642 (...). <KB 1999-04-30/52, art. 2, 2°, 002; Inwerkingtreding : 29-06-1999>

Art.2. De jaarlijkse bezoldiging van de regeringscommissarissen bij het (...) Participatiefonds wordt op F 58 275 vastgesteld. <KB 1999-04-30/52, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 29-06-1999>

Art.3. Aan de persoon die door (de Raad van Bestuur) van het Participatiefonds gelast wordt met het secretariaat van de vergaderingen van (genoemde Raad van Bestuur) wordt een vergoeding van F 749 per vergadering (...) toegekend. <KB 1999-04-30/52, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 29-06-1999>

Art.4. De in vorige artikelen vermelde bedragen worden aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens het regime dat op het personeel van (het Participatiefonds) van toepassing is. Deze bedragen stemmen overeen met de spilindex 114,20. <KB 1999-04-30/52, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 29-06-1999>

Art.5. De voorzitter en de leden van (de Raad van Bestuur) van het Participatiefonds die hun woonplaats hebben op een afstand van meer dan 10 km van de zetel van het Fonds, hebben recht op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten per spoor eerste klasse. <KB 1999-04-30/52, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 29-06-1999>

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 13 januari 1984.

Art. 7. Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Middenstand, Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Staatssecretaris voor Middenstand zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.