Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

12 NOVEMBER 1984. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1993012270 



Artikels:

Artikel 1. <KB 1993-04-30/35, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 01-05-1993> Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen die tuinmeubelaccessoires vervaardigen.

Art.2. Bij volledig of gedeeltelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden worden geschorst of mag een regeling van gedeeltelijke arbeid worden ingevoerd mits hiervan kennis wordt gegeven ten minste drie dagen vooraf.
  De kennisgeving geschiedt door aanplakking van een bericht op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming.
  Wanneer de werkman de dag van de aanplakking afwezig is, wordt hem de kennisgeving dezelfde dag over de post toegezonden.

Art.3. De bij artikel 2 bedoelde kennisgeving moet de datum vermelden waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of de regeling een einde zal nemen, alsmede de data waarop de werklieden werkloos zullen zijn.

Art.4. §1. De dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving zendt de werkgever bij een ter post aangetekende brief een afschrift van het aangeplakte bericht of van de individuele kennisgeving naar het gewestelijk bureau van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is.
  § 2. De in de § 1 bedoelde mededeling vermeldt daarenboven :
  _ de economische redenen die de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of het instellen van een regeling van gedeeltelijke arbeid rechtvaardigen;
  _ hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.

Art.5. § 1. In de ondernemingen voor confectie van hoofddeksels, stoffen handschoenen, regenschermen, bloemen en pluimen, mag de duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst acht weken niet overschrijden.
  § 2. In de overige ondernemingen van de kleding- en confectienijverheid mag de duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst vier weken niet overschrijden.
  § 3. 1° In de ondernemingen bedoeld in § 2, mag de duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst evenwel eenmaal per kalenderjaar op acht weken worden gebracht.
  2° Onder de in 3° vastgestelde voorwaarden mogen dezelfde ondernemingen (...): <KB 1985-10-16/30, art. 1, 002>
  _ ofwel in de loop van eenzelfde kalenderjaar een tweede maal de uitvoering van de arbeidsovereenkomst gedurende acht weken volledig schorsen;
  _ ofwel de in 1° bedoelde duur op twaalf weken brengen, met dien verstande dat de twaalf achtereenvolgende weken over twee kalenderjaren mogen gespreid worden.
  3° Voor de toepassing van 2° dienen de betrokken ondernemingen vooraf een bij ter post aangetekend gemotiveerd verzoekschrift te richten tot de voorzitter van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.
  Dit paritair comité of sommige door dit laatste in beperkt comité afgevaardigde leden, doen uitspraak over elk individueel verzoekschrift.
  De voorzitter van het Paritair Comité deelt de beslissing mede aan de betrokken onderneming; voor zover de beslissing gunstig is, wordt zij door de voorzitter eveneens medegedeeld aan de bevoegde gewestelijke werkloosheidsinspecteur.
  (4° In de ondernemingen die tuinmeubelaccessoires vervaardigen en die ressorteren onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf mag de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, in het eerste semester van een kalenderjaar, vier weken niet overschrijden.
  Dezelfde ondernemingen kunnen jaarlijks, voor wat betreft de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in de loop van het tweede semester van een kalenderjaar, een toelating van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf bekomen om een arbeidsstelsel in te voeren verdeeld onder maximum tweeëntwintig arbeidsweken, waarbij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst maximum twintig weken volledig wordt geschorst en gedurende twee volledige weken een regeling van volledige arbeid zal ingevoerd worden.) <KB 1991-09-13/30, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 1991-10-01>
  § 4. (Wanneer de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst de maximumduur van de respectievelijk twaalf, acht of vier weken heeft bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren, alvorens een volledige schorsing of een nieuwe regeling van gedeeltelijke arbeid kan ingaan.
  In afwijking van het voorgaande lid en in toepassing van § 3, 4°, van dit artikel, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren, alvorens een nieuwe volledige schorsing of een regeling van gedeeltelijke arbeid kan ingaan na afloop van een stelsel zoals toegelaten door het Paritair Comité, dat tweeëntwintig weken, waarin twee volledige arbeidsweken voorkomen, niet mag overschrijden.) <KB 1987-11-06/32, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-07-1987>

Art.6. § 1. Een regeling van gedeeltelijke arbeid mag worden ingevoerd voor een duur van ten hoogste drie maanden, indien zij minder dan drie arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken omvat.
  § 2. In afwijking van het bepaalde in § 1, mag in de ondernemingen voor de confectie van hoofddeksels, een regeling van gedeeltelijke arbeid die minder dan drie arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken omvat, voor een duur van ten hoogste zes maanden worden ingevoerd.
  § 3. Wanneer de regeling van gedeeltelijke arbeid de maximumduur van respectievelijk drie en zes maanden, zoals voorzien bij § 1 en § 2, heeft bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid invoeren, alvorens een volledige schorsing of een nieuwe regeling van gedeeltelijke arbeid kan ingaan.
  § 4. Wanneer de regeling van gedeeltelijke arbeid ten minste drie arbeidsdagen per week of ten minste één arbeidsweek per twee weken omvat, kan zij worden ingevoerd voor een duur die drie maanden kan overschrijden.
  § 5. Wanneer een stelsel van gedeeltelijke arbeid wordt ingevoerd, moet dit stelsel ten minste één arbeidsdag over een periode van twee weken bevatten.

Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1984 en houdt op van kracht te zijn (op 1 oktober 1994.) <KB 1992-10-22/37, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-10-1992>

Art. 8. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.