23 NOVEMBER 1984. - Koninklijk besluit betreffende de aanduiding van de prijs van de motorbrandstoffen.
Art. 1-3
Artikel 1. De werkelijk gevraagde eenheidsprijs van de motorbrandstoffen te koop aangeboden door de personen bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 14 juli 1971 betreffende de handelspraktijken, wordt steeds aangeduid op de draaischijf van de pompen bestemd tot de bevoorrading van de voertuigen.
Art.2. § 1. Zowel binnen als buiten de verkoopinrichting moeten de aanduidingen van de vermindering van de verkoopprijs van de motorbrandstoffen in vergelijking met de officiële eenheidsprijs voortvloeiende uit de programma-overeenkomst betreffende de prijzen van petroleumprodukten vermelden :
1° de officiële eenheidsprijs;
2° het bedrag van de toegestane prijsregeling in vergelijking met die officiële eenheidsprijs;
3° de werkelijk gevraagde eenheidsprijs, die dezelfde is als die aangeduid op de draaischijf van de pompen bestemd tot bevoorrading van de voertuigen.
§ 2. De categorieën of kwaliteiten van de motorbrandstoffen alsook de mogelijke verkoopsvoorwaarden waarop de in § 1 bedoelde aanduidingen betrekking hebben, moeten duidelijk gespecifieerd worden.
§ 3. De afmetingen en de zichtbaarheid van de cijfers die de vermindering van de verkoopprijs bedoeld in § 1 aanduiden, mogen niet groter zijn dan deze van de cijfers die de werkelijk gevraagde eenheidsprijs aanduiden.
§ 4. De in § 1 bedoelde aanduidingen moeten duidelijk gescheiden worden van de aanduiding van de eventuele ristorno's toegestaan door middel van titels, bedoeld in artikel 38, 3 van de voornoemde wet.
Art. 3. Onze Minister van Economische Zaken en Onze Staatssecretaris voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit