Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 JUNI 1983. - Koninklijk besluit tot instelling, voor het Brusselse Gewest, van een eenmalige premie voor de oprichting of de verwerving van een woning, alsook van een verzekering tegen inkomstenverlies.



Inhoudstafel:


Art. 1-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De toepassing van dit besluit is beperkt tot het grondgebied van het Brusselse Gewest.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  a) Minister : de leden van de Executieve van het Brusselse Gewest tot wiens bevoegdheid de economische expansie en de huisvesting behoort;
  b) Woning : het huis of appartement dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een enkel gezin;
  c) Aanvrager : de eigenaar en zijn echtgenoot of de medeëigenaars.

Art.3. Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Minister, onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden, verlenen :
  a) een tussenkomst in de vorm van een eenmalige premie met het oog op het oprichten of het verwerven van een woning;
  b) een verzekering tegen inkomstenverlies.

Art.4. <KB 22-07-1986, art.1> De tegemoetkoming, bij wijze van een enige premie, zal gelijk zijn aan 10 % van de koopprijs van de woning of van de bouwprijs, met een maximum van 75 000 frank in geval van aankoop van de woning, en met een maximum van 150 000 frank in geval van oprichting van de woning of van de aankoop van het huis of het appartement, op plan.
  De premie wordt slechts toegekend indien de aanvrager een hypothecaire lening afsluit van ten minste 700 000 frank.
  In geval van aankoop van de woning, wordt de premie slechts toegekend indien de netto-koopprijs, exclusief kosten, maximum 3 000 000 frank bedraagt.

Art.5. De lening bestemd voor de in artikel 4 bedoelde verrichtingen moet een werkelijke rentevoet van meer dan 8 % omvatten en moet aangegaan zijn bij een openbare kredietinstelling of bij een instelling die onderworpen is aan de controle ingesteld bij het koninklijk besluit nr. 225 van 7 januari 1936 tot reglementering van de hypothecaire leningen.
  De tussenkomst kan slechts worden toegestaan voor zover de toezegging van de lening door de kredietinstelling is gegeven na (30 juni 1983.) <KB 23-05-1985, art. 2>

Art.6. De aanvrager mag op de datum dat de lening hem door de kredietinstelling wordt toegezegd geen andere woning volledig in eigendom of in vruchtgebruik hebben. Voor de toepassing van deze voorwaarde wordt er geen rekening gehouden met de vervreemding van een gedeelte van de eigendom of van het vruchtgebruik tijdens de twee jaren die voormelde datum voorafgaan. De aanvrager moet er zich tevens toe verbinden de te verwerven woning volledig en effectief te bewonen en er, binnen de zes maanden van de leningsakte zijn hoofdverblijf vestigen en dit gedurende ten minste vijf jaar. Hij mag ze bovendien gedurende de zelfde termijn niet vervreemden noch ze geheel of gedeeltelijk in huur geven, behalve in geval van overmacht, waarvan de beoordeling overgelaten wordt aan de Minister. Deze verbintenis vervalt van rechtswege bij overlijden van de ontlener of van zijn echtgenoot.

Art.7. De verzekering tegen inkomstenverlies dekt de vijf eerste jaren van de terugbetaling van de hypothecaire lening en zij waarborgt de terugbetaling van de last ten belope van maximum 250 000 F. per jaar gedurende drie jaren, in geval van verlies van de arbeidsplaats of werkonbekwaamheid.

Art.8. <KB 23-05-1985,art.1> De aanvraag moet ingediend worden bij het Ministerie van het Brusselse Gewest vóór het verlijden van de notariële koopakte, bij middel van een formulier ter beschikking gesteld door deze administratie.
  Ingeval oprichting, moet de aanvraag ingediend worden alvorens de woning voor de eerste keer betrokken wordt.
  Ingeval openbare verkoop, moet de aanvraag ingediend worden binnen de twee maanden na de definitieve toewijzing van het goed.
  Zij moet, op straffe van nietigheid, per aangetekende zending ingediend worden en vergezeld zijn van volgende dokumenten :
  1° een uittreksel van het bevolkingsregister tot vaststelling van de volledige identiteit van de aanvrager en zijn echtgenoot;
  2° een voor eensluidend verklaard afschrift van het voorlopig koopcontract in geval van een verwerving van een woning of van de bouwvergunning in geval van oprichting;
  3° de toezegging van de lening door de kredietinstelling, met vermelding van de datum van de toezegging;
  4° een attest van de Minister van Financiën, Administratie van het Kadaster, betreffende de rechten over één of meerdere gebouwen waarvan de aanvrager en zijn echtgenoot titularis zijn of waarvan zij hebben afgezien, met vermelding van de aard en het aandeel in deze rechten;
  5° een verklaring van de aanvrager die de vereffening toelaat van de premies voor de verwerving van een woning aan de notaris belast met het verlijden van de akte.

Art.9. Wanneer het volledig dossier bij het Ministerie van het Brusselse Gewest is ingediend, wordt de belofte houdende voorlopige toezegging of de weigering van de bij dit besluit ingestelde tussenkomst binnen de maand ter kennis gebracht aan de ontlener.

Art.10. In geval van oprichting zal de premie aan de aanvrager vereffend worden op basis van een formulier afgeleverd door de gemeente dat verklaart dat de woning reeds onder dak is.

Art.11. § 1. Onverminderd de bepalingen van het Strafwetboek of de gerechtelijke vervolgingen in toepassing van het koninklijk besluit van 31 mei 1933, is de begunstigde van de krachtens dit besluit betaalde tussenkomst verplicht deze aan het Gewest terug te storten wanneer de tussenkomst werd genoten op grond van onjuiste of onvolledige gegevens of verklaringen.
  § 2. De aan het Gewest terug te betalen bedragen dienen gestort te worden aan het Fonds bestemd voor de aanmoediging van de verwerving van eigendommen en de gezondmaking van de woning, op de begroting van het Brusselse Gewest.
  De invordering ervan wordt toevertrouwd aan de Administratie van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, de Registratie en Domeinen, die handelt overeenkomstig artikel 3 van de domaniale wet van 22 december 1949.

Art.12. Worden opgeheven :
  1° het koninklijk besluit van 10 augustus 1967 houdende vaststelling van de voorwaarden gesteld tot het verlenen van premies om niet voor het bouwen, door het privaat initiatief, van volkswoningen en kleine landeigendommen;
  2° het koninklijk besluit van 10 augustus 1967 houdende vaststelling van de voorwaarden gesteld tot het verlenen van aanmoedigingspremies voor het aankopen van woningen die gebouwd worden of zullen gebouwd worden voor rekening :
  a) van de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting of van de door haar erkende vennootschappen,
  b) van de nationale landmaatschappij of van de door haar erkende vennootschappen;
  c) van gemeenten, intercommunale verenigingen of van commissies van openbare onderstand.

Art.13. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1983.

Art. 14. Onze Minister van het Brusselse Gewest en Onze Staatssecretaris voor het Brusselse Gewest zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.