11 MEI 1983. _ Besluit van de Vlaamse Executieve tot aanvulling van het koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen.
Art. 1-5
Artikel 1. <wijzigingsbepaling>
Art.2. <wijzigingsbepaling>
Art.3. <wijzigingsbepaling>
Art.4. Dit besluit wordt van kracht één maand na publikatie in het Belgisch Staatsblad. Het eerste jaar, na het van kracht worden van dit besluit, worden ten hoogste vier diensten erkend. Na deze termijn kan de bevoegde (Vlaamse Minister), rekening houdend met de behoeften, dit aantal uitbreiden. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>
Art. 5. De (Vlaamse Minister) van Gezin en Welzijnszorg is belast met de uitvoering van dit besluit. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 25-02-1994>