15 DECEMBER 1982. - Koninklijk besluit houdende de verdeling van de rijkstoelagen ten gunste van de regelingen voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van de werknemers en van de zelfstandigen, sector der geneeskundige zorgen, voor de dienstjaren 1978 en 1979.
Art. 1-4
Artikel 1. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 123, § 1, eerste lid, 2° en 3°, van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt het bedrag van de rijkstoelage over 1978 ten gunste van het algemeen stelsel voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, sector geneeskundige verzorging, vastgesteld bij artikel 2, § 1, laatste lid, van de programmawet 1981 van 2 juli 1981 verdeeld tussen de verzekeringsinstellingen in dezelfde verhouding als degene die het gevolg zou zijn van de verdeling van de rijkstoelage berekend overeenkomstig artikel 121, van de voornoemde wet van 9 augustus 1963.
§ 2. In afwijking van de bepalingen van artikel 32, §§ 1 en 2, van het koninklijk besluit van 30 juli 1964 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tot de zelfstandigen wordt verruimd, wordt het bedrag van de rijkstoelage over 1978 ten gunste van het stelsel voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zelfstandigen, sector der geneeskundige verzorging, vastgesteld bij artikel 2, § 2, laatste lid, van de voornoemde wet van 2 juli 1981, verdeeld tussen de verzekeringsinstellingen in dezelfde verhouding als degene die het gevolg zou zijn van de verdeling van de rijkstoelage berekend overeenkomstig artikel 32 van het voornoemd koninklijk besluit van 30 juli 1964.
Art.2. § 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 123, § 1, eerste lid, 2° en 3°, van voornoemde wet van 9 augustus 1963, wordt het bedrag van de rijkstoelage over 1979 ten gunste van het algemeen stelsel voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, sector geneeskundige verzorging, vastgesteld bij artikel 2, § 1, tweede lid, van de herstelwet van 10 februari 1981 inzake de sociale zekerheid en de welvaartsvastheid in 1981, verdeeld tussen de verzekeringsinstellingen in dezelfde verhouding als degene die het gevolg zou zijn van de verdeling van de rijkstoelage berekend overeenkomstig artikel 121 van voornoemde wet van 9 augustus 1963.
§ 2. In afwijking van de bepalingen van artikel 32, §§ 1 en 2, van het voornoemd koninklijk besluit van 30 juli 1964, wordt het bedrag van de rijkstoelage over 1979, ten gunste van het stelsel van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering van de zelfstandigen, sector geneeskundige verzorging, vastgesteld bij artikel 7 van de wet van 24 december 1980 betreffende de maatregelen ter verzekering van de uitvoering van de begroting van 1980-1981 van Sociale Voorzorg, verdeeld tussen de verzekeringsinstellingen in dezelfde verhouding als degene die het gevolg zou zijn van de verdeling van de rijkstoelage berekend overeenkomstig artikel 32 van voornoemd koninklijk besluit van 30 juli 1964.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1978 wat betreft artikel 1 en van 1 januari 1979 wat betreft artikel 2.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.