Artikel 1. De dagelijkse forfaitaire en fictieve bezoldiging, in aanmerking te nemen voor de arbeidsdagen en voor de met arbeidsdagen gelijkgestelde dagen met het oog op de berekening van het rustpensioen van de grens- en seizoenwerknemers en van het overlevingspensioen van hun weduwe is voor het jaar 1981 vastgesteld op :
  1 860 F voor de mannen;
  1 337 F voor de vrouwen.
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1982.
Art. 3. Onze Staatssecretaris voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.