23 JUNI 1983. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van de resolutie nr. 31 van 2 december 1982 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en tot wijziging van het Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen, gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 maart 1976.
Art. 1-3
Bijlagen.
Art. N, 1N
Artikel 1. De resolutie nr. 31 van 2 december 1982 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart die voorkomt in de bijlage tot dit besluit, is goedgekeurd.
Art.2. Onverminderd de overgangsbepalingen vastgesteld bij de resolutie nr. 31 van 2 december 1982 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, wordt het artikel 4.04 van het Reglement voor Onderzoek van Rijnschepen gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 maart 1976 vervangen door de bepalingen opgenomen als bijlage bij deze resolutie.
Art.3. Onze Minister van Buitenlandse Betrekkingen en Onze Minister van Verkeerswezen en Posterijen, Telegrafie en Telefonie zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 juni 1983.
BOUDEWIJN
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Betrekkingen,
L. TINDEMANS
De Minister van Verkeerswezen en Posterijen, Telegrafie en Telefonie,
H. DE CROO
Bijlagen.
Art. N. Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen. - Resolutie nr. 31 van 2 december 1982 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. - Artikel 4.04. Minimum vrijboord.
De Centrale Commissie, op voorstel van haar Comité voor het Reglement van Onderzoek, neemt de wijziging van het Reglement van Onderzoek voor Rijnschepen aan die voorkomt in de bijlage bij de huidige resolutie.
Deze wijziging zal in voege treden op 1 april 1983 onder het voordeel van volgende overgangsmaatregelen :
1. Voor schepen waarvan het vrijboord vastgesteld werd vóór 1 april 1983 krachtens de vroegere voorschriften, mag de Commissie voor Onderzoek, op vraag van de eigenaar, het vrijboord vaststellen krachtens het gewijzigde artikel 4.04.
2. De verhoging van de lengte van een schip, toegelaten vóór 1 april 1976, wordt niet beschouwd als een verbouwing in de zin van artikel 15.02 cijfer 3, met betrekking tot de artikelen 4.03 en 4.04 wanneer de over te brengen waarden voor de formule van het vrijboord in artikel 4.03 niet beïnvloed worden door deze verhoging van de lengte.
Art. 1N. Bijlage bij de resolutie nr. 31 van 2 december 1982 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart.
Artikel 4.04 van het Reglement van Onderzoek van Rijnschepen wordt vervangen door volgende tekst :
" Artikel 4.04 :
Kleinste vrijboord.
Rekening houdende met de vermindering bedoeld in artikel 4.03 mag het kleinste vrijboord niet minder dan 0 mm. bedragen. "
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 23 juni 1983.
BOUDEWIJN
Van Koningswege :
De Minister van Buitenlandse Betrekkingen,
L. TINDEMANS
De Minister van Verkeerswezen en Posterijen, Telegrafie en Telefonie,
H. DE CROO