Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 JUNI 1983. _ Koninklijk besluit betreffende de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot de beroepsopleiding verstrekt in de onderwijsinstellingen, vastgesteld ter uitvoering van de artikelen 124 en 125 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van afdeling 2, hoofdstuk II van titel V van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, en voor zover het materies betreft die onderworpen zijn aan het overleg, bedoeld in artikel 5 van de wet van 29 mei 1959, wordt verstaan onder:
  1. Beroepsopleiding: het onderwijs met uitzondering van:
  a. kleuter- en lager onderwijs;
  b. het algemeen secundair onderwijs van het type II;
  c. de tweede en derde graad van het algemeen secundair onderwijs van het type I.
  2. Beroepskeuzevoorlichting: de informatie en adviezen met betrekking tot studie- en beroepskeuzemogelijkheden betreffende de in punt 1 hierboven bedoelde beroepsopleidingen verstrekt door:
  a) de psycho-medisch-sociale centra georganiseerd of gesubsidieerd door het Rijk;
  b) de instellingen en de personen die gemachtigd zijn tot het opstellen van een inschrijvingsverslag in uitvoering van artikel 5 van de wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon onderwijs, alsook de diensten die belast zijn met de permanente begeleiding van leerlingen in het buitengewoon onderwijs conform met artikel 12, § 2 van dezelfde wet.

Art.2. Voor de toepassing van afdeling 2, hoofdstuk II van titel V van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering wordt eveneens verstaan onder:
  1. Beroepskeuzevoorlichting: de informatie en de adviezen met betrekking tot studie- en beroepskeuzemogelijkheden verstrekt door de Diensten voor studieadvies of gelijkaardige Diensten die in het kader van de Universiteiten opgericht zijn.
  2. Beroepsopleiding: het universitair onderwijs.

Art.3. § 1. Onverminderd de beslissingen van de Inrichtende Machten waarbij de gemengdheid in het onderwijs werd ingevoerd, mag voor de toepassing van de gelijke behandeling waarvan sprake in artikel 125 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, de inschrijving van een regelmatige leerling op basis van zijn geslacht niet geweigerd worden tenzij er op het grondgebied van de gemeente waar de inrichting gelegen is of in één der aangrenzende gemeenten een inrichting met hetzelfde karakter en met de gevraagde beroepsopleiding voorkomt waar leerlingen van dat geslacht zich kunnen inschrijven.
  Bij de gemeenten die per 1 september 1983 100 000, en per 1 september 1988 30 000 inwoners tellen, worden de aangrenzende gemeenten, zoals hierboven bedoeld, niet bijgeteld.
  § 2. Vanaf 1 januari 1990 worden de aangrenzende gemeenten, zoals bedoeld in § 1, niet meer bij deze gemeenten geteld.
  § 3. Voor de toepassing van §§ 1 en 2, gelden de bevolkingscijfers zoals deze blijken uit de jongste gepubliceerde cijfers, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art.4. Voor wat betreft de toepassing van de gelijke behandeling waarvan sprake in artikel 125 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, op het vlak van de beroepsopleiding in het Buitengewoon Secundair Onderwijs, kan de Minister van Onderwijs, op advies van de Hoge Raad van het Buitengewoon Onderwijs, individuele afwijkingen toestaan op het bepaalde in artikel 3.
  De beslissing over elke aanvraag tot afwijking, zij weze gunstig of ongunstig, dient met redenen omkleed te zijn.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1983.

Art. 6. Onze Ministers van Onderwijs zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.