Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 JULI 1983. - Besluit van de Vlaamse Executieve tot vaststelling van de vorm van het begrotingsontwerp, het boekhoudplan en het boekhoudkundig reglement van de Vlaamse Waterzuiveringsmaatschappij en de Waterzuiveringsmaatschappij van het Kustbekken.



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De vorm van het begrotingsontwerp, het boekhoudplan en het boekhoudkundig reglement van de Vlaamse Waterzuiveringsmaatschappij en de Waterzuiveringsmaatschappij van het Kustbekken, worden vastgesteld volgens de hierna volgende bepalingen.

Art.2. De vorm van de begroting dient conform te zijn met de Benelux Economische Classificatie van de uitgaven en de ontvangsten van de Overheid, zoals aanbevolen op 29 juni 1981 door het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie (Belgisch Staatsblad d.d. 1 december 1981).

Art.3. Het boekhoudplan moet voldoen aan de voorwaarden opgelegd door de wet van 17 juli 1975 betreffende de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen en haar uitvoeringsbesluiten. Het dient meer bepaald te worden opgesteld volgens de principes van het genormaliseerd rekeningstelsel zoals vastgesteld bij koninklijk besluit d.d. 7 maart 1978.

Art.4. Vaststelling van het resultaat :
  § 1. Het verschil tussen de kosten en de opbrengsten vormt het resultaat.
  § 2. De kosten en opbrengsten worden via de resultatenrekening ingedeeld in categorieën volgens het boekhoudplan.
  § 3. In de boekhouding van de Waterzuiveringsmaatschappijen worden voor elke installatie voor zuivering van afvalwater, rekeningen en hulprekeningen geopend, zowel wat het patrimonium als de exploitatie betreft. De rekeningen worden als zodanig opgemaakt dat men voor iedere verontreinigingssector de kosten voor de zuivering kan afleiden.

Art.5. (opgeheven) <BREV 1985-11-06/32, art. 1, 002>

Art.6. Wijze van schatting der bestanddelen van het vermogen:Deze gegevens worden berekend op grondslag van de oprichtingswaarde of van de aankoopprijs van leveringen en inrichtingen.

Art.7. Wijze van berekening en vaststelling van het maximumbedrag:
  § 1. Van de afschrijvingen :_ De afschrijvingscoëfficiënten worden als volgt berekend :
  * gebouwen ....................3....%.....33 jaar
  * waterbouwkundige werken:
  burgerlijke bouwkunde .........2,5..%.....40 jaar
  elektromechanica ..............6,66.%.....15 jaar
  leidingen .....................2,5..%.....40 jaar
  * uitrustingsgoederen (bureel, werkplaats, zuiveringsinstallaties alsmede herstel en aanpassing terzake) ...10....%.....10 jaar
  * autovoertuigen ...20....%.....5 jaar_ Deze afschrijvingscoëfficiënten worden eveneens toegepast op de toelagen die op deze activa betrekking hebben.
  § 2. Van de dotaties voor het vernieuwingsfonds :Er wordt geen vernieuwingsfonds aangelegd.
  § 3. Van de reserves :_ Geen bijzondere reserves worden aangelegd._ Het kapitaal, gevormd door toelagen van de hogere overheden, mag het onroerend activa niet overschrijden.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1984.

Art. 9. De (Vlaamse Minister) van Financiën en Begroting en de (Vlaamse Minister) van Leefmilieu, Waterbeleid en Onderwijs, zijn belast met de uitvoering van dit besluit. <BVR 1994-01-19/31, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 25-02-1994>