11 OKTOBER 1982. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder een cursist, die een opleiding ontvangt in een door de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening opgericht centrum, zijn opleiding kan voltooien in een onderneming.
Art. 1-2
Artikel 1. De algemene voorwaarden bedoeld in artikel 5, § 5, van het besluit van de Vlaamse Executieve van 14 juli 1982, betreffende de toekenning van sommige voordelen aan de personen die een beroepsopleiding ontvangen, worden als volgt vastgesteld.
De duurtijden van de voltooiingsstages in de ondernemingen worden per sector of per beroep door het Beheerscomité van de Rijksdienst moet worden betaald, wordt bepaald in functie van de bedragen dan zes weken.
De financiële tussenkomst die door de ondernemingen aan de Rijksdienst moet worden betaald, wordt bepaald in functie van de productieve arbeid welke door de cursist geleverd wordt.
Zij wordt vastgesteld op minimum 25 pct. van het minimumloon, bepaald bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 23, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, indien de stage volbracht wordt binnen de normale opleidingsduur bij overeenkomst voorzien.
Indien de stage wordt volbracht buiten de normaal in de overeenkomst voorziene opleidingsduur, zal de tussenkomst van de onderneming 75 pct. bedragen van het genoemde minimumloon.
In belangwekkende gevallen, inzonderheid wanneer geen enkele produktieve arbeid wordt verricht, kan het Beheerscomité van de Rijksdienst afzien van de terugvordering van de financiële tussenkomst.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1982.