30 JULI 1982. _ Koninklijk besluit genomen in uitvoering van artikel 2, 3° en 4°, van het koninklijk besluit nr. 38 van 30 maart 1982 tot instelling in de sector der zelfstandigen van een bijzondere tijdelijke bijdrage ten laste van de alleenstaanden en van de gezinnen zonder kinderen,
Art. 1-2
Artikel 1. _ De maandelijkse bijdrage, voorzien bij het koninklijk besluit nr. 38 van 30 maart 1982 tot instelling in de sector der zelfstandigen van een bijzondere tijdelijke bijdrage ten laste van de alleenstaanden en van de gezinnen zonder kinderen, is niet verschuldigd door :1° de personen die voor de betrokken maand effectief een rust- of overlevingspensioen genieten, op voorwaarde dat het maximum jaarlijks beroepsinkomen als zelfstandige, dat uit eigen hoofde met het genoemd pensioen gecumuleerd mag worden, niet hoger ligt dan het bedrag bedoeld in artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit nr. 12 van 26 februari 1982 houdende de sociale solidariteitsbijdrage ten laste van de genieters van bedrijfsinkomsten die niet aan de index van de consumptieprijzen gebonden zijn;2° de gehuwde vrouwen, wanneer hun man, voor de betrokken maand, effectief een rustpensioen geniet waarvan het bedrag bepaald werd rekening houdend met de verklaring volgens welke het bedrijfsinkomen van de vrouw niet hoger ligt dan het bedrag toegelaten door de wetgeving krachtens dewelke het rustpensioen werd toegekend.
Art. 2. _ Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.