26 FEBRUARI 1982. - Koninklijk besluit betreffende de solidariteitsbijdrage bepaald in artikel 62, § 7, van de programmawet 1981 van 2 juli 1981.
Art. 1-3
Artikel 1. § 1. In geval van fusie of splitsing van vennootschappen die overeenkomstig artikel 124 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen zijn verricht, wordt, voor de uitvoering van artikel 62, § 3, van de programmawet 1981 van 2 juli 1981, onder winst van het belastbare tijdperk enerzijds en die van het referentietijdperk anderzijds, die in aanmerking komt ten name van een opslorpende of een uit fusie of splitsing ontstane vennootschap, het totaalbedrag verstaan van de winst van gezegde vennootschap en van de gefusioneerde of gesplitste vennootschappen.
De winst van de gefusioneerde of gesplitste vennootschappen is de winst die, indien de fusie of splitsing niet had plaatsgehad, in aanmerking zou genomen zijn ten name van deze vennootschappen en die niet wordt geacht reeds respectievelijk in de winst van het belastbare tijdperk en in die van het referentietijdperk van de opslorpende vennootschap of van de uit de fusie of splitsing ontstane vennootschap begrepen te zijn.
§ 2. Om in geval van splitsing de in § 1 bedoelde winst ten name van een opslorpende of van een uit splitsing ontstane vennootschap vast te stellen, worden die vennootschappen geacht de winst van de gesplitste vennootschap evenredig met de nettowaarde van de door deze laatste aan elk van hen gedane inbreng te hebben overgenomen.
Art.2. Dit besluit is van toepassing in de gevallen van fusie of splitsing van vennootschappen die overeenkomstig artikel 124 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen zijn verricht vanaf de eerste dag van het referentietijdperk als is bedoeld in artikel 62, § 3, van de programmawet 1981 van 2 juli 1981 tot de laatste dag van het belastbare tijdperk als is bedoeld in artikel 62, § 2, van dezelfde wet.
Art. 3. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.