18 MAART 1982. - Koninklijk besluit n° 19 houdende aanwending van de opbrengst voortspruitend uit de loonmatiging in de kredietsektor. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-03-1982 en tekstbijwerking tot 31-12-2010)
HOOFDSTUK I. (Aanwending van de loonmatiging in 1982) <KB189 30-12-1982, art. 1>
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. (Aanwending van de loonmatiging in 1983 en 1984) KB189 30-12-1982, art. 2>
Art. 5bis, 5ter, 6
HOOFDSTUK I. _ (Aanwending van de loonmatiging in 1982)
Artikel 1. Op de afzonderlijke sectie van de begroting van het Ministerie van Financiën, wordt een artikel "Exportfinancieringsfonds" geopend.
Art.2. <KB91 23-08-1981, art. 1> De ontvangsten van het Exportfinancieringsfonds bestaan uit twee derden van het gedeelte van de bruto lonen en van de sociale werkgeversbijdragen die de openbare en private kredietinstellingen niet zullen hebben moeten betalen in 1982 ingevolge de maatregelen betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, vastgesteld ter uitvoering van de wet van 2 februari 1982 tot toekenning van bepaalde bijzondere machten aan de Koning.
De Minister van Financiën bepaalt de nadere regelen voor het storten van die ontvangsten in het Fonds.
Art.3.Voor de toepassing van dit besluit worden als private kredietinstellingen beschouwd :
1° de instellingen die fondsen inzamelen bedoeld in artikel 15, § 2, 1°, 2° en 6°, van de wet van 10 juni 1964 op het openbaar aantrekken van spaargelden;
2° de ondernemingen die leningen op afbetaling en persoonlijke leningen op afbetaling verrichten in de zin van artikel 1, tweede en derde lid, van de wet van 9 juli 1957 tot regeling van de verkoop op afbetaling en van zijn financiering.
Voor de toepassing van dit besluit worden als openbare kredietinstellingen beschouwd :
1° de instellingen bedoeld in artikel 15, § 2, 8°, van de wet van 10 juni 1964, met uitsluiting van [1 bpost]1 en de Deposito- en Consignatiekas; <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
2° de kassen erkend door het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet.
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.4. <KB91 23-08-1981, art. 2> De ontvangsten van het Exportfinancieringsfonds moeten worden aangewend voor de verlaging van de rentevoeten van de kredieten op middellange en lange termijn toegekend ten gunste van de uitvoer van uitrustingsgoederen en aanverwante prestaties.
Het overblijvend derde van het in artikel 2 bedoelde gedeelte van de bruto lonen en sociale werkgeversbijdragen wordt door de instellingen bedoeld in artikel 3 overgemaakt aan het Herdiscontering- en waarborginstituut ten titel van renteloze lening voor een duur die verstrijkt op 31 december 1984, overeenkomstig de nadere regelen vastgesteld door de Minister van Financiën. Deze lening moet worden aangewend voor de verlaging van de rentevoet van de bij het Instituut gevorderde exportkredieten op korte termijn.lid, kan de Koning op de voordracht van de Minister van Financiën en van de Minister van Binnenlandse Zaken, bij in Ministerraad overlegd besluit, de stortingen voortkomende van het Gemeentekrediet van België aanwenden voor specifieke behoeften van de gemeenten.
HOOFDSTUK II. _ (Aanwending van de loonmatiging in 1983 en 1984) KB189 30-12-1982, art. 2>
Art. 5bis. <KB189 30-12-1982, art. 2> Het gedeelte van de loon- en weddekosten, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 18 van 18 maart 1982, dat de openbare en private kredietinstellingen in 1983 en in 1984 niet zullen hebben moeten betalen ten gevolge van de voortgezette toepassing van de in artikel 2 bedoelde maatregelen die in 1982 hebben gegolden, wordt aangewend naar rata van:
- een derde voor de verlaging van de kredietkosten;
- een derde ter bevordering van de werkgelegenheid in de voorwaarden te bepalen bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit;
- een derde,
a) wanneer het gaat om private kredietinstellingen, voor het depositogarantiestelsel beheerd door het Herdiscontering- en Waarborginstituut of, met de instemming van de Minister van Financiën, voor een depositogarantiestelsel dat het huidige stelsel aanvult of vervangt;
b) wanneer het gaat om opnbare kredietinstellingen, ten voordele van de Staatskas.
De private kredietinstellingen zullen echter in 1984 het laatste derde mogen aanwenden voor een verlaging van de kredietkosten veeleer dan voor het waarborgen van de deposito's.
Art. 5ter. <KB189 30-12-1982, art. 2> Hoofdstuk II is niet van toepassing op de in artikel 3, eerste lid, 2°, bedoelde instellingen.
Art. 6. Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Binnenlandse zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.