Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 FEBRUARI 1982. - Besluit van de Executieve betrekking hebbende op de erkenning van lokale zenders en van de vertegenwoordigende organisaties van deze.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - De erkenning van de lokale zenders.
Art. 1-6
HOOFDSTUK II. - De erkenning van de vertegenwoordigende organisaties van de lokale zenders.
Art. 7-8
HOOFDSTUK III. - Het secretariaat van de Raad.
Art. 9
HOOFDSTUK IV. - Eindbeschikking.
Art. 10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - De erkenning van de lokale zenders.
Artikel 1. § 1. De erkenningsaanvraag bedoeld bij artikel 6, § 1, van het decreet van 8 september 1981 houdende de erkenningsvoorwaarden van de vrije zenders, hierna decreet genaamd, wordt ingediend bij het Secretariaat van de Raad van de lokale zenders, hierna de Raad genaamd.
  § 2. Bij de aanvraag wordt een dossier gevoegd dat inhoudt :
  1° indien het een moreel persoon betreft, een gefotocopieerd uittreksel van de bijlagen van het Belgisch Staatsblad houdende de afkondiging van zijn statuten, evenals een exemplaar van zijn inwendig reglement, zo er een bestaat;
  2° indien het geen moreel persoon betreft, een exemplaar van zijn inwendig reglement;
  3° de aanwijzing van de verantwoordelijke personen van de zender, zoals vermeld bij de artikels 6, § 1, f en 13 van het decreet;
  4° de aanwijzing van de Zetel van de kandidaat-zender, van de localisering van de zendstation en van de draagwijdte van de zender;
  5° een nota die het doel van de zender uitwerkt en die daarbij nauwkeurig de wijze omschrijft waarbij de zender meent te beantwoorden door zijn statuten, zijn werkingswijze en zijn werkzaamheden aan de bepalingen van het decreet, en inzonderheid aan de artikels 6, 8 en 11 en eventueel aan artikel 7;
  6° een nota die enerzijds het publiek aanwijst dat de zender wil bereiken en anderzijds de voorziene programmatietypes, de uurroosters evenals de gewenste frequenties;
  7° een nota die de gebruikte taal of talen aanwijst voor de uitzendingen, en de verhoudingen in dewelke zij zullen worden gebruikt;
  8° de volledige inlichtingen omtrent de financiële toestand van de zender en een begrotingsontwerp;
  9° elk ander document waarvan hij meent dat het van aard is de aanvraag te rechtvaardigen.
  § 3. Bovendien mag de zender elk ander element mededelen dat van aard is de aanvraag te rechtvaardigen.

Art.2. Wanneer hij meent dat het dossier volledig is, maakt de secretaris van de Raad het dossier over aan deze en een afschrift van de aanvraag aan het lid van de Executieve die de radio-omroep onder haar bevoegdheid heeft, hierna de Minister genaamd. Hij stelt de kandidaat-zender hiervan op de hoogte.
  Tot op het ogenblik dat de Executieve zich heeft uitgesproken, dient de kandidaat-zender de Raad in te lichten over elke wijziging van de elementen van het dossier gevoegd bij zijn erkenningsaanvraag, en hem elke nieuwe nuttige inlichting te verstrekken voor het onderzoek van deze aanvraag.

Art.3. _ § 1. Voor elke aanvraag wijst de Raad uit zijn midden twee leden aan belast met de verslaggeving en het onderricht aan deze.
  (§ 2. De Raad geeft zijn advies binnen de vijftien dagen die volgen op de overhandiging van het dossier door het sekretariaat en maakt het over aan de Minister. Na deze termijn wordt het advies als gegeven beschouwd.) <BFG 24-12-1985, art. 1>
  § 3. (Opgeheven) <BFG 24-12-1985, art. 2>
  § 4. (Opgeheven) <BFG 24-12-1985, art. 2>

Art.4. § 1. (De Raad maakt zijn advies over aan de Minister. De Executieve spreekt zich binnen de vijftien dagen uit na ontvangst van het advies. Deze termijn wordt evenwel op drie maand gebracht als de Executieve bijkomende inlichtingen aan de Raad vraagt.) <BFG 24-12-1985, art. 3>
  § 2. In de maand volgend op de beslissing van de Executieve, betekent de Minister deze aan de kandidaat-zender.
  Indien de beslissing de aanvraag gedeeltelijk of geheel verwerpt en dat zij eensluidend is met het advies van de Raad, deelt de Minister de beweegredenen van dit advies mede bij de kennisgeving van de beslissing.

Art.5. § 1. In de maand volgend op de kennisgeving van de machtiging gegeven door de Minister die Telegraaf en Telefoon onder zijn bevoegdheid heeft, deelt de lokale zender aan het secretariaat van de Raad zijn uitzendingsprogramma, zijn uurrooster evenals een afschrift van het toonwijsje voorzien bij artikel 11 van het decreet.
  § 2. De gemachtigde lokale zenders moeten elke fundamentele wijziging van de elementen van het dossier bedoeld bij het artikel 1 van dit besluit aan de Raad mededelen.

Art.6. § 1. De procedure van opschorting of van intrekking wordt ingezet door de Raad hetzij op eigen initiatief hetzij op aanvraag van de Minister.
  § 2. Het artikel 3, § 1, van dit besluit is toepasselijk op de opschorting en op de intrekking van de erkenning.
  Het verslag wordt bij het secretariaat afgegeven. Binnen de vijf dagen maakt de secretaris dit kenbaar aan de verantwoordelijken van de lokale zender per aangetekende brief. Dezen beschikken over een termijn die niet minder dan vijftien dagen mag bedragen om kennis te nemen van het dossier. Zij worden binnen de dertig dagen door de Raad onderhoord.
  Binnen de dertig dagen van het overmaken van het advies, spreekt de Executieve zich uit over de opschorting of de intrekking van de erkenning. De Executieve motiveert elke beslissing die niet eensluidend is met het advies van de Raad.
  De Minister geeft kennis van de beslissing aan de betrokken zender.
  Wanneer de beslissing eensluidend is met het advies van de Raad, deelt de Minister de beweegredenen van dit advies mede bij de bekendgeving van de beslissing.

HOOFDSTUK II. - De erkenning van de vertegenwoordigende organisaties van de lokale zenders.
Art.7. Om erkend te worden hoeven de vertegenwoordigende organisaties van de lokale zenders, hierna federaties genaamd, te voldoen aan de criteria vastgesteld door dit hoofdstuk.

Art.8. § 1. Om erkend te worden als vertegenwoordigende organisatie van de lokale zenders, dient een federatie :
  1° een doel te hebben overeenkomstig met het decreet;
  2° minstens tien erkende lokale zenders te verzamelen die bij handtekening van twee verantwoordelijke personen verklaard hebben aan te sluiten bij de federatie; de zetels van deze zenders moeten zijn ondergebracht hetzij in drie Waalse provincies, hetzij in twee Waalse provincies, of in één van hen en het arrondissement Nijvel, en het bestuursarrondissement van Brussel-Hoofdstad;
  3° in haar statuten of in haar inwendig reglement te hebben voorzien dat de algemene vergadering belast is een dubbele lijst op te maken van de personen die zij voorstelt naar keuze van de Executieve om de lokale zenders in de Raad te vertegenwoordigen;
  Een exemplaar van de statuten of van het inwendig reglement van de federatie moet worden afgegeven bij het secretariaat van de Raad. De aanvraag moet worden ingediend bij de Minister.
  § 2. Op de voordracht van de Minister, wijst de Executieve de vijf vertegenwoordigers van de lokale zenders bij de Raad aan onder de personen die door de federatie werden voorgesteld, rekening gehouden met het aantal erkende zenders die aangesloten zijn bij elk van de federaties, evenals het aantal leden van de zenders gegroepeerd in deze federaties.
  (§ 3. Bij wijze van overgang en voor een periode die één jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit niet mag overschrijden worden de volgende groeperingen als representatief voor de lokale radio's beschouwd :
  - De " Groupement des radios indépendantes de Belgique (G.R.I.B.) ".
  - De " Association pour la libération des Ondes (A.L.O.) ".
  - Média et Diffusion communautaire (M.D.C.) ".
  En worden :
  - 2 vertegenwoordigers aan de " G.R.I.B. ";
  - 2 vertegenwoordigers aan de " A.L.O. ";
  - 1 vertegenwoordiger aan de " M.D.C. ",
  toegewezen.) <BFG 08-03-1983, art. 1>

HOOFDSTUK III. - Het secretariaat van de Raad.
Art.9. De Minister wijst de secretaris van de Raad aan onder de personeelsleden van de Diensten van de Franse Gemeenschap, Algemene Directie voor de Jeugd en de Vrijetijdsbesteding, audio-visuele dienst, die het secretariaat van de Raad verzekert.

HOOFDSTUK IV. - Eindbeschikking.
Art. 10. De Minister-Lid van de Executieve die de radio-omroep onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.