Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 JULI 1981. - Koninklijk besluit betreffende de Commissie van advies voor vreemdelingen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-07-1992 en tekstbijwerking tot 23-04-2010)



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1999000633  1999000717  2000000167  2002000161  2010000224 



Artikels:

Artikel 1. De Commissie van advies voor vreemdelingen heeft haar zetel ter plaatse aangewezen door de (Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft). <KB 1992-07-13/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-07-1992>

Art.2. De personen bedoeld in artikel 33, eerste lid, 3°, van de wet van 15 december 1980 worden aan de (Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft) voorgedragen door de instellingen voor bijstand, de groeperingen, bewegingen of organisaties die de belangen van de vreemdelingen verdedigen, op twee lijsten met telkens een werkend lid en twee plaatsvervangers. Elke voordracht vermeldt of de kandidaat Nederlands of Frans kent. <KB 1992-07-13/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-07-1992>

Art.3. De Commissie vergadert na bijeenroeping door de voorzitter, die de datum, het uur en de dagorde van de zittingen vaststelt.

Art.4. (opgeheven) <KB 2000-02-18/42, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 30-03-2000>

Art.5. De vreemdeling wiens geval voor advies aan de Commissie van advies voor vreemdelingen wordt voorgelegd, wordt verzocht, binnen vijftien dagen schriftelijk kennis te geven van :
  1° de naam van de persoon die hij kiest op de lijst van personen die de belangen van de vreemdelingen behartigen;
  2° de naam van de advokaat door wie hij wenst te worden bijgestaan of vertegenwoordigd;
  3° de taal, Nederlands of Frans, welke hij voor de rechtspleging kiest;
  4° wanneer hij geen van die talen verstaat, de taal waarin hij wenst te worden gehoord en, eventueel, de naam van de beëdigde tolk die hij kiest.
  (5° behoudens wanneer hij opgesloten is of wanneer hij zijn verblijfplaats of zijn plaats van oponthoud in het buitenland heeft, de woonplaats gekozen voor de procedure voor de Commissie van advies voor vreemdelingen, waar elke kennisgeving hem geldig gedaan wordt.) <KB 01-04-1987, art. 1>

Art.6. Ten minste (vijftien dagen) voor de dag van de zitting wordt de vreemdeling uitgenodigd voor de Commissie te verschijnen. <KB 01-04-1987, art. 2>
  Zijn raadsman wordt daarvan bericht gegeven.
  (De uitnodiging om te verschijnen wordt aan de betrokkene gezonden, hetzij bij ter post aangetekende brief, met ontvangstmelding aan de gekozen woonplaats, hetzij door toedoen van de directeur van de inrichting waar hij opgesloten is, hetzij door toedoen van de Belgische diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor de plaats waar hij in het buitenland verblijft of vertoeft.) <KB 01-04-1987, art. 2>
  Indien de vreemdeling of zijn raadsman niet verschijnt zonder door de Commissie als geldig erkende reden, brengt de Commissie advies uit in hun afwezigheid.

Art.7. De gegevens die de (Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft) aanvoert tot staving van de terugwijzings- of uitzettingsmaatregel op grond van de wet van 15 december 1980, alsmede de gegevens die van aard zijn de Commissie in te lichten nopens de persoonlijkheid van de vreemdeling en zijn gezins- en beroepstoestand, worden opgetekend in een nota die aan de vreemdeling en aan zijn raadsman ten minste acht werkdagen voor de dag van de zitting wordt medegedeeld en bij het dossier wordt gevoegd. <KB 1992-07-13/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-07-1992>
  Indien het advies van de Commissie gevraagd wordt ten gevolge van een verzoek tot herziening, vermeldt die nota de gegevens die de aangevochten administratieve beslissing gerechtvaardigd hebben, de door de vreemdeling aangevoerde argumenten tot staving van zijn verzoek en alle gegevens aan de hand waarvan de Commissie met kennis van zaken uitspraak kan doen.

Art.8. De adviezen van de Commissie worden met redenen omkleed. Zij worden door de voorzitter en door de secretaris getekend.

Art.9. Het advies van de Commissie wordt binnen vijftien werkdagen ter kennis gebracht van de (Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft). <KB 1992-07-13/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-07-1992>
  (Binnen dezelfde termijn wordt ervan kennis gegeven aan de vreemdeling die er een afschrift van ontvangt op de wijze bepaald in artikel 62 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.) <KB 01-04-1987, art. 3>
  Een afschrift van het advies wordt eveneens, binnen vijftien werkdagen, door het secretariaat van de Commissie, toegezonden aan de advokaat.

Art.10.<KB 1994-08-12/70, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 29-10-1994> Het secretariaat van de Commissie wordt verzekerd door twee secretarissen, benoemd door de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, onder de ambtenaren (die tot de Dienst Vreemdelingenzaken behoren). Zij behoren tot een verschillend taalstelsel en [1 bekleden ten minste de graad van administratief assistent]1. <KB 1999-08-04/36, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 22-09-1999>
  De secretaris stelt de processen-verbaal op.
  Elke secretaris wordt bijgestaan door één of fverscheidene adjunct-secretarissen, die aan dezelfde benoemingsvoorwaarden voldoen. Bij afwezigheid of verhindering van de secretaris neemt één van de adjunct-secretarissen diens ambt waar.
  De Direkteur-generaal van de dienst Vreemdelingenzaken stelt het uitvoeringspersoneel dat nodig is voor de goede werking van het secretariaat, ter beschikking van de Commissie.
  ----------
  (1)<KB 2010-04-06/18, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 23-04-2010>

Art.11. Het koninklijk besluit van 22 december 1969 tot regeling van de rechtspleging voor en de werkwijze van de Raadgevende Commissie voor vreemdelingen wordt opgeheven.

Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 13. Onze (Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft) is belast met de uitvoering van dit besluit. <KB 1992-07-13/32, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-07-1992>