26 JUNI 1981. - Ministerieel besluit betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken.
TITEL I. - Algemeen.
HOOFDSTUK I. - Begripsbepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Omschrijving van de produkten.
Art. 2
TITEL II. - Vervaardiging hier te lande.
HOOFDSTUK I. - Inrichting van de fabrieken.
Afdeling 1. - Bezitsaangifte.
Art. 3-6
Afdeling 2. - Ingang van de fabriek en inrichting van de lokalen.
Art. 7-13
HOOFDSTUK II. - Fabricage.
Afdeling I. - Werkaangifte.
Art. 14-17
Afdeling 2. - Opslag van de voortgebrachte dranken. - Magazijnregister.
Art. 18-19
HOOFDSTUK III. - Uitslag van alcoholvrije dranken uit een fabriek.
Afdeling 1. - Geoorloofde bestemmingen.
Art. 20
Afdeling 2. - Uitslag voor het verbruik met betaling van accijns.
Art. 21-23
Afdeling 3. - Uitslag voor levering in diplomatieke vrijdom.
Art. 24
(Afdeling 4. - Uitslag voor verzending onder accijnsverband naar een andere fabriek of naar een entrepot.) <MB 1991-04-17/39, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 03-05-1991>
Art. 25-27
Afdeling 5. - Uitslag (...), voor uitvoer of voor een met uitvoer gelijkgestelde bestemming. <MB 1987-12-01/32, art. 85, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
Art. 28-30
(Afdeling 6. - Uitslag met het oog op verzending naar het Groothertogdom Luxemburg of naar Nederland.) <MB 1987-12-01/32, art. 89, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
Art. 31
HOOFDSTUK IV. - Opnemingen.
Art. 32-34
HOOFDSTUK V. - Vernietiging onder bewaking. Afschrijving van het magazijnregister of teruggaaf.
Art. 35-38
TITEL III. - Verkoop van alcoholvrije dranken aan de bron of door middel van drankautomaten.
Art. 39-43
TITEL IV. - Invoer.
Art. 44-46
TITEL V. - Slotbepalingen.
Art. 47-55
Bijlage I.
Art. N1
Bijlage II.
Art. N2
TITEL I. - Algemeen.
HOOFDSTUK I. - Begripsbepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
- alcoholvrije dranken onder accijnsverbod : alcoholvrije dranken ten aanzien waarvan de verschuldigdheid van de accijns niet of nog niet is ontstaan;
- ambtenaar : iedere ambtenaar van de Administratie der douane en accijnzen;
- directeur-generaal : de directeur-generaal der douane en accijnzen;
- fabriek : inrichting waar alcoholvrije dranken worden voortgebracht of ingeslagen;
- fabrikant : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een fabriek van alcoholvrije dranken exploiteert;
- hoofdcontroleur : de hoofdcontroleur der accijnzen over het gebied;
- ontvanger : de ontvanger der accijnzen over het gebied;
- uitvoer : de uitvoer buiten het Benelux-douanegebied;
- uitvoerkantoor : het douanekantoor waar de uitvoer van de goederen wordt vastgesteld of waar de goederen onder douaneverband worden gebracht met het oog op de uitvoer.
HOOFDSTUK II. - Omschrijving van de produkten.
Art.2. Voor de toepassing van de accijns worden verstaan onder :
1° limonade :
a) gashoudende of mousserende dranken die hoofdzakelijk bestaan uit gezoet of gearomatiseerd water, uit vruchtesap of uit een mengsel van water en vruchtesap;
b) niet-gashoudende of niet-mousserende dranken die hoofdzakelijk bestaan :
- hetzij uit gezoet of gearomatiseerd water, met uitzondering van bereidingen zoals thee en koffie;
- hetzij uit een al dan niet gezoet mengsel van water en vruchtesap;
2° andere alcoholvrije dranken, hierna genoemd " mineraalwater " :
a) natuurlijk of kunstmatig mineraalwater, daaronder begrepen het water dat, zonder daarom de samenstelling of de bijzondere eigenschappen van mineraalwater te hebben, toch als dusdanig wordt verkocht of geleverd;
b) gashoudend of gesteriliseerd water;
c) gewoon water verkocht in verpakkingen waarop aanduidingen voorkomen die doen denken aan het water bedoeld onder de letters a en b.
TITEL II. - Vervaardiging hier te lande.
HOOFDSTUK I. - Inrichting van de fabrieken.
Afdeling 1. - Bezitsaangifte.
Art.3. Elke bezitter of houder van een fabriek van alcoholvrije dranken moet er aangifte van doen op het kantoor der accijnzen over het gebied.
De bezitsaangifte moet ten minste vijftien dagen vóór het begin der werkzaamheden geschieden.
Art.4. Die aangifte vermeldt :
1° plaats en datum van de aangifte;
2° naam, voornamen, beroep en woonplaats van de exploitant en, indien het een vennootschap betreft, de firmanaam, de zetel van de vennootschap, alsook de datum waarop de statuten van de vennootschap in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt;
3° de juiste ligging van de fabriek;
4° de aanwijzing en de bestemming van de lokalen, werkplaatsen, magazijnen, kelders en andere aanhorigheden van de fabriek;
5° aantal en plaats van de ingangen van de fabriek;
6° aantal, nummer en soort van de gebezigde toestellen, machines en gereedschappen.
Art.5. Bij zijn aangifte voegt de fabrikant een plan van zijn inrichting, in tweevoud opgesteld op beperkte schaal en met verklaring. Op dat plan worden de lokalen en aanhorigheden, hun ingangen en hun bestemming aangegeven.
Art.6. Het plan moet worden goedgekeurd door de hoofdcontroleur der accijnzen over het gebied.
Afdeling 2. - Ingang van de fabriek en inrichting van de lokalen.
Art.7. De fabrikant moet boven de hoofdingang van de fabriek een bord aanbrengen met in duidelijke letters de vermelding " Fabriek van alcoholvrije dranken " of enig ander opschrift waaruit de aard van de fabriek blijkt. Ook moet hij er een bel plaatsen opdat de ambtenaren toegang tot de fabriek kunnen hebben.
Art.8. In de fabriek moet een lokaal worden voorbehouden voor de opslag onder accijnsverband van de in de fabriek voortgebrachte of onder accijnsverband ingeslagen alcoholvrije dranken. In dat lokaal moeten de dranken per soort van drank en per soort verpakking worden opgestapeld, derwijze dat de opneming van de hoeveelheden zonder moeilijkheden kan plaats vinden.
Art.9. Benevens het lokaal bedoeld bij artikel 8, mag in de fabriek ook een lokaal worden voorbehouden voor de opslag van alcoholvrije dranken in vrij verkeer.
Art.10. Fabrieken mogen slechts één ingang hebben. Deze moet toegang geven tot de openbare weg en op minder dan 100 meter van die weg gelegen zijn.
Art.11. Tussen een fabriek van alcoholvrije dranken en elk ander gebouw dat er geen deel van uitmaakt, mag geen verbinding bestaan.
Art.12. In de fabriek mogen geen andere produkten dan alcoholvrije dranken of de nodige grondstoffen voor de exploitatie, worden vervaardigd of opgeslagen.
Art.13. Onder de door hem te stellen voorwaarden kan de directeur-generaal afwijkingen toestaan van het bepaalde in de artikelen 11 en 12.
HOOFDSTUK II. - Fabricage.
Afdeling I. - Werkaangifte.
Art.14. Ten minste vijf dagen vóór het begin van de fabricagewerkzaamheden, bezorgt de fabrikant aan de ontvanger een werkaangifte met de nodige gegevens volgens het model dat op het kantoor van de ontvanger berust.
De fabrikant mag met de werkzaamheden niet beginnen alvorens hij de ampliatie van zijn aangifte heeft ontvangen. De ampliatie moet op elke vordering aan de ambtenaren worden vertoond.
Art.15. De werkaangifte blijft geldig tot de belanghebbende de staking van de werkzaamheden aangeeft. In voorkomend geval moet zij hernieuwd worden ten minste vijf dagen vóór het hervatten van de werkzaamheden.
Art.16. De fabricagewerkzaamheden mogen slechts plaatsvinden tussen 6 en 20 uur. De hoofdcontroleur mag, op gegronde aanvraag, afwijkingen aan die regel toestaan.
Art.17. De fabrikant die zinnens is zijn bedrijf te staken of de werkzaamheden langer dan dertig dagen te schorsen, moet er aangifte van doen op het kantoor der accijnzen over het gebied, uiterlijk vijf dagen na het staken of het schorsen van de werkzaamheden. Voor het hervatten der werken is een nieuwe werkaangifte vereist.
Afdeling 2. - Opslag van de voortgebrachte dranken. - Magazijnregister.
Art.18. De voortgebrachte dranken moeten worden opgeslagen in het bij artikel 8 bedoelde magazijn. Zij mogen uit dat magazijn slechts worden weggenomen na aangifte voor een geoorloofde bestemming.
Art.19. De fabrikant moet de voortgebrachte alkoholvrije dranken naarmate van hun voortbrengst en hun opslag in bedoeld magazijn, aanschrijven in een magazijnregister 585 volgens het model van bijlage I. Dat register moet worden gehouden volgens de bij het model gevoegde instructie.
HOOFDSTUK III. - Uitslag van alcoholvrije dranken uit een fabriek.
Afdeling 1. - Geoorloofde bestemmingen.
Art.20. Alcoholvrije dranken mogen uit het bij artikel 8 bedoelde magazijn van de fabriek worden uitgeslagen voor één van de volgende bestemmingen :
1° voor het verbruik met betaling van de accijns;
2° voor het verbruik met vrijstelling van accijns wegens levering in diplomatieke vrijdom;
(3° voor verzending onder accijnsverband naar een andere fabriek van alcoholvrije dranken of naar een openbaar, particulier of fictief entrepot;) <MB 1991-04-17/39, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 03-05-1991>
4° voor verzending naar het Groothertogdom Luxemburg of naar Nederland, voor de uitvoer of voor levering voor een met uitvoer gelijkgestelde bestemming.
Afdeling 2. - Uitslag voor het verbruik met betaling van accijns.
Art.21. Alcoholvrije dranken mogen voor het verbruik met betaling van accijns worden uitgeslagen buiten ambtelijk toezicht.
Art.22. De aldus uitgeslagen hoeveelheden moet de fabrikant inschrijven in het magazijnregister. Deze inschrijving geldt als aangifte ten verbruik.
Art.23. Van de belastbare hoeveelheden die in één week - d.w.z. van maandag tot zondag - worden uitgeslagen voor het verbruik met betaling van accijns, dient de fabrikant uiterlijk de 2e werkdag van de volgende week bij de ontvanger een aangifte 584 in volgens met model van bijlage II.
De aangifte wordt, vooraleer ze aan de ontvanger wordt bezorgd, geviseerd door een ambtenaar van de accijnssectie, die naziet of er overeenstemming is met de inschrijvingen in het magazijnregister.
Afdeling 3. - Uitslag voor levering in diplomatieke vrijdom.
Art.24. § 1. Alcoholvrije dranken bestemd voor levering in diplomatieke vrijdom, mogen met vrijstelling van accijns uit een fabriek worden uitgeslagen op zicht van een aangifte ten verbruik 136 F.
§ 2. De uitslag van de alcoholvrije dranken geschiedt buiten ambtelijk toezicht en de uitgeslagen hoeveelheden worden, met verwijzing naar de aangifte 136 F ingeschreven in het magazijnregister.
§ 3. Wekelijks worden de bij toepassing van § 1 uitgeslagen hoeveelheden opgenomen in een aparte aangifte 584 volgens het model van bijlage II die duidelijk vermeldt dat het gaat om alcoholvrije dranken geleverd in diplomatieke vrijdom. Vooraleer die aangifte aan de ontvanger wordt bezorgd, wordt ze geviseerd door een ambtenaar van de accijnssectie die naziet of er overeenstemming is met de inschrijvingen in het magazijnregister.
(Afdeling 4. - Uitslag voor verzending onder accijnsverband naar een andere fabriek of naar een entrepot.)
Art.25. <MB 1991-04-17/39, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 03-05-1991> Het verzenden van alcoholvrije dranken onder accijnsverband naar een fabriek van alcoholvrije dranken of naar een entrepot, geschiedt met een document Benelux 40, afgegeven door of voor rekening van de ontvanger over de plaats van verzending. Elk document Benelux 40 moet ten minste één hectoliter alcoholvrije dranken behelzen.
Art.26. Bij de uitslag uit de fabriek heeft geen verificatie plaats. De aangegeven hoeveelheden worden op zicht van de aangifte Benelux 40 ingeschreven in het magazijnregister.
Art.27. Bij de inslag in de andere fabriek heeft geen verificatie plaats, wel bij inslag in entrepot. De aangegeven hoeveelheden worden op zicht van de aangifte Benelux 40 ingeschreven in het magazijnregister van de andere fabriek of in het entrepotregister en in de entrepotrekening.
Afdeling 5. - Uitslag (...), voor uitvoer of voor een met uitvoer gelijkgestelde bestemming.
Art.28. <MB 1991-04-17/39, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 03-05-1991> De accijnsontheffing bij uitvoer, bij verzending naar het Groothertogdom Luxemburg of Nederland, of bij levering voor een met uitvoer gelijkgestelde bestemming, wordt slechts verleend voor zover de hoeveelheid ten minste één hectoliter bedraagt. Geen minimum is vereist bij uitvoer als boordprovisie of bij uitvoer of verzending vanuit entrepot.
Art.29. <MB 1987-12-01/32, art. 87, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> § 1. Alcoholvrije dranken die met ontheffing van accijns worden uitgevoerd of geleverd voor een met uitvoer gelijkgestelde bestemming, worden met een accijnsdocument Benelux 40 overgebracht naar een douanekantoor, alwaar ze ten uitvoer worden aangegeven.
§ 2. De in het document Benelux 40 opgenomen hoeveelheden geven aanleiding tot zuivering van het magazijnregister dat in de fabriek wordt gehouden.
Art.30. <MB 1987-12-01/32, art. 88, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> Bij de uitslag uit de fabriek worden de goederen niet ambtelijk geverifieerd. De goederen worden wel ambtelijk geverifieerd op het douanekantoor waar ze ten uitvoer worden aangegeven. De ambtenaren van dat kantoor die de aangifte ten uitvoer inzake douane afhandelen, zuiveren terzelfdertijd het accijnsdocument Benelux 40 en sturen het terugzendingsexemplaar terug naar het kantoor van afgifte van het document.
(Afdeling 6. - Uitslag met het oog op verzending naar het Groothertogdom Luxemburg of naar Nederland.)
Art.31. <MB 1987-12-01/32, art. 90, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988> Alcoholvrije dranken die met ontheffing van accijns naar het Groothertogdom Luxemburg of naar Nederland worden verzonden, worden met een accijnsdocument Benelux 40 overgebracht naar een kantoor van binnenkomst in het desbetreffende land. De ambtenaren van dat kantoor zuiveren het document Benelux 40 en sturen het terugzendingsexemplaar terug naar het kantoor van afgifte van het document. Voorts is het bepaalde in artikel 29, § 2, eveneens van toepassing.
HOOFDSTUK IV. - Opnemingen.
Art.32. Ten minste eenmaal per semester gaan de ambtenaren over tot de opneming van de alcoholvrije dranken, voorhanden in de fabriek onder accijnsverband.
Art.33. Na de optellingen en de overdrachten te hebben nagezien, sluiten de ambtenaren het magazijnregister af en maken de balans op van de voortgebrachte en de uitgeslagen hoeveelheden. Zij vergelijken de te vertonen hoeveelheden met de werkelijk vastgestelde.
De toestand geldt als regelmatig wanneer het vastgestelde tekort per soort van produkt (limonade of mineraalwater), niet meer dan 1 pct. bedraagt van de sedert de laatste opneming in last genomen hoeveelheid, overdracht inbegrepen.
Art.34. De uitslag van de opneming wordt vermeld in het magazijnregister, alwaar de bevonden hoeveelheden als eerste inschrijving moeten worden geboekt in het voor de vervaardiging voorbehouden gedeelte van het register.
HOOFDSTUK V. - Vernietiging onder bewaking. Afschrijving van het magazijnregister of teruggaaf.
Art.35. Bedorven alcoholvrije dranken, zowel die welke de fabriek nog niet hebben verlaten als die welke door de klanten werden teruggezonden, mogen worden vernietigd in bijzijn van de ambtenaren.
Art.36. Ten genoegen van de ambtenaren moet het bewijs worden geleverd :
1° dat de dranken in de fabriek werden vervaardigd dan wel dat het dranken betreft die vooraf in de fabriek werden ingeslagen;
2° in voorkomend geval, dat het gaat om door de klanten teruggezonden dranken die regelmatig aan de betaling van de accijns werden onderworpen.
Art.37. De vernietigde hoeveelheden worden in het desbetreffende magazijnregister afgeschreven :
1° van de vervaardigde of ingeslagen hoeveelheden, zo het gaat om produkten die de fabriek nog niet hebben verlaten;
2° van de vervaardigde of ingeslagen hoeveelheden en van de uitgeslagen hoeveelheden, zo het produkten betreft die aan de betaling van de accijns werden onderworpen en die door de klanten werden teruggezonden.
Art.38. Wanneer ingevolge staking van bedrijf door de fabrikant, geen teruggaaf van accijns kan worden verleend op de wijze bedoeld in (artikel 37, 2°), mag de gewestelijke directeur der douane en accijnzen de in het spel zijnde verschuldigdheden terugbetalen. <MB 1987-12-01/32, art. 91, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1988>
TITEL III. - Verkoop van alcoholvrije dranken aan de bron of door middel van drankautomaten.
Art.39. § 1. Moeten een beroepsaangifte ondertekenen op het kantoor der accijnzen over het gebied :
1° de exploitanten van minerale bronnen, die het water rechtstreeks aan de verbruikers schenken of leveren, per glas of anderzins;
2° zij die, met automatische of andere toestellen alcoholvrije dranken bereiden die ter plaatse worden geschonken en verbruikt;
3° de fabrikanten en de verdelers van toestellen zoals bedoeld in 2°, evenals de exploitanten die dergelijke toestellen in voorraad hebben.
§ 2. De aangifte bedoeld in § 1, 2° en 3°, moet worden ingediend voor elk gebouw of voor elke besloten plaats waar een of meer van die toestellen worden geëxploiteerd of bewaard; zij moet onder meer het aantal en de juiste plaats van die toestellen vermelden.
Art.40. § 1. Op de in gebruik genomen drankapparaten moet, op kosten van de betrokkenen, een teller worden aangebracht die op afdoende wijze kan worden verzegeld en die rechtstreeks de litermaat van de geschonken dranken aanwijst.
§ 2. Alvorens ze worden gebruikt moeten die toestellen door de hoofdcontroleur over de plaats waar ze worden opgesteld worden goedgekeurd en door de ambtenaren worden verzegeld.
Art.41. De bij artikel 40, § 2, bedoelde hoofdcontroleur kan aan exploitanten die hierom verzoeken, machtiging verlenen om een teller op hun apparaten te plaatsen die niet rechtstreeks de verkochte hoeveelheid drank aanwijst, maar een gegeven (aantal aftappingen, litermaat van het voor de bereiding van een drank gebruikte water, enz.) dat toelaat die hoeveelheid te bepalen.
Art.42. § 1. De accijns verschuldigd door de exploitanten bedoeld in artikel 39, 1° en 2°, wordt op het einde van elk halfjaar door de hoofdcontroleur vastgesteld op voet van :
a) de vermoedelijk verkochte hoeveelheden door de bij artikel 39, § 1, bedoelde exploitanten;
b) de gegevens van de tellers, voor de exploitanten bedoeld bij artikel 39, 2°.
§ 2. Als waarborg voor het betalen van de accijns op de dranken welke gedurende het halfjaar verkocht of voortgebracht zullen worden, moeten de schatplichtigen bedoeld in artikel 39, 1° en 2°, een voorschot storten dat gelijk is aan hetgeen voor het voorgaande halfjaar betaald werd of, zo het gaat om nieuw gevestigde accijnsschuldigen, gelijk is aan hetgeen geacht wordt verschuldigd te zijn voor de periode die overblijft tot op het einde van het halfjaar. Deze storting dient uiterlijk de 15e van de tweede maand van het halfjaar gedaan en, zo het gaat om een nieuwe accijnsschuldige, vóór dat deze in het bezit wordt gesteld van de ampliatie van de beroepsaangifte.
§ 3. De overeenkomstig § 2 gestorte borgsommen komen in definitieve ontvangst nadat werd vastgesteld hoeveel accijns er verschuldigd is. De gebeurlijk verschuldigde bijslag moet uiterlijk de 15e van de tweede maand volgende op het desbetreffende halfjaar voldaan worden.
Art.43. De directeur-generaal kan machtiging verlenen om de accijns van ter plaatse te verbruiken limonade die wordt bereid met niet automatische toestellen, te heffen op grond van de voor de bereiding gebruikte hoeveelheden stroop.
TITEL IV. - Invoer.
Art.44. Bij invoer of bij het betrekken uit het Groothertogdom Luxemburg of uit Nederland, van alcoholvrije dranken is de accijns verschuldigd bij de aangifte ten verbruik.
Art.45. <MB 1991-04-17/39, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 03-05-1991> Alcoholvrije dranken kunnen na aangifte tot verbruik inzake douane en BTW, van het invoerkantoor of van het kantoor van binnenkomst uit het Groothertogdom Luxemburg of Nederland, onder accijnsverband worden overgebracht naar een fabriek van alcoholvrije dranken, naar een openbaar, particulier of fictief entrepot naar een douanekantoor van uitvoer of naar een kantoor van binnenkomst in het Groothertogdom Luxemburg of in Nederland. Die overbrenging geschiedt met een document Benelux 40 afgegeven door de ontvanger van het kantoor van invoer of van binnenkomst uit het Groothertogdom Luxemburg of Nederland.
Art.46. Alcoholvrije dranken kunnen met vrijstelling van accijns wegens diplomatieke vrijdom worden ingevoerd of uit het Groothertogdom Luxemburg of uit Nederland worden betrokken, op zicht van een aangifte ten verbruik 136 F.
TITEL V. - Slotbepalingen.
Art.47. Benevens de bij dit besluit opgelegde algemene voorwaarden, kan de hoofdcontroleur andere maatregelen voorschrijven om fraude en misbruiken te voorkomen, om het toezicht over de fabrieken en de controle op de hoeveelheid dranken die in de fabrieken worden voortgebracht, ingeslagen, en uitgeslagen, te vergemakkelijken. Hij kan onder meer het aanbrengen van tellers, alsmede het houden van speciale geschriften voorschrijven. Hij kan ook de verzegeling voorschrijven van niet werkende of niet doorlopend werkende produktie-eenheden.
Art.48. De fabrikant moet het toezicht over zijn inrichting vergemakkelijken.
De toegang tot de verschillende lokalen en toestellen mag niet belemmerd zijn door enig voorwerp dat de doorgang zou versperren, bemoeilijken of gevaarlijk maken.
De trappen naar de verschillende lokalen moeten gemakkelijk zijn en goed onderhouden, en een stevige leuning hebben.
Art.49. De fabrikant moet de ambtenaren de middelen verschaffen om hun vaststellingen te doen en, zo nodig, het vereiste personeel te hunner beschikking stellen.
Hij moet op verzoek van de ambtenaren, zijn fabricageregisters, zijn boekhouding, zijn fakturen of elk ander document voorleggen en daardoor het bewijs leveren dat de inschrijvingen in het magazijnregister juist zijn.
Art.50. De fabrikant moet twee stoelen en, op een behoorlijk verlichte plaats van de fabriek, een kast of een kistje ter beschikking stellen van de ambtenaren.
Art.51. Gedurende het ganse verloop van de fabricagewerkzaamheden, moet de fabriek altijd toegankelijk zijn voor de ambtenaren en de fabrikant moet er aanwezig zijn of vertegenwoordigd door iemand die in staat is de nodige aanwijzingen te geven.
Art.52. De ambtenaren hebben het recht kennis te nemen van de gegevens van de eventueel op de fabricagetoestellen geplaatste tellers.
Art.53. De fabrikanten, importeurs en verdelers van drankapparaten moeten op elk verzoek van ambtenaren de lijst verstrekken van de klanten aan wie zij een apparaat hebben geleverd, dan wel van de plaatsen waar zij zelf een apparaat in exploitatie hebben gebracht.
Door voorlegging van hun boekhouding, facturen en andere geschriften, moeten zij op elk verzoek van vorenbedoelde ambtenaren, aantonen dat de gegevens van de lijst juist zijn.
Art.54. Het ministerieel besluit van 21 december 1971 tot uitvoering van het koninklijk besluit nr. 44 van 28 september 1939 betreffende het fiscaal regime van mineraalwater en gashoudende of schuimende limonade wordt opgeheven.
Art.55. Dit besluit treedt in werking op 29 juni 1981.
Bijlage I.
Art. N1. Instructie op het houden van het magazijnregister 585. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 27/06/1981, p. 8344-8348>
Bijlage II.
Art. N2. Instructie. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 27/06/1981, p. 8349-8353>