1 DECEMBER 1980. - Koninklijk besluit tot oprichting bij [de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten].
Art. 1-7
Artikel 1. <KB 1989-10-23/37, art. 17, 2°, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1985> Bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten wordt een technisch comité opgericht belast met het geven van adviezen betreffende de opdracht van de Rijksdienst bedoeld in artikel 2, 3°, van het koninklijk besluit van 1 september 1969 tot inrichting van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten.
Deze adviezen worden ambtshalve of op het verzoek van het beheerscomité van de Rijksdienst verstrekt.
Art.2. Het technisch comité bestaat uit :
1° de voorzitter van het beheerscomité van (de Rijksdienst); <KB 1989-10-23/37, art. 17, 3°, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1985>
2° een lid voorgedragen door de Minister van Economische Zaken, ambtenaar van het Nationaal Instituut voor de Statistiek;
3° een lid voorgedragen door de Minister van Sociale Voorzorg;
4° een lid voorgedragen door de Minister van Volksgezondheid;
5° een lid voorgedragen door de Minister van Binnenlandse Zaken;
6° een lid voorgedragen door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid;
7° een lid voorgedragen door de Minister van Openbaar Ambt.
De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal wonen met raadgevende stem de vergaderingen van het technisch comité bij.
De functie van secretaris wordt waargenomen door een personeelslid van (de Rijksdienst). <KB 1989-10-23/37, art. 17, 3°, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1985>
Art.3. Het mandaat van de leden van het technisch comité vervalt terzelfdertijd als dit van de leden van het beheerscomité van (de Rijksdienst). Het kan hernieuwd worden. <KB 1989-10-23/37, art. 17, 3°, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1985>
Het lid dat vóór de normale beëindiging van zijn mandaat ophoudt van het technisch comité deel uit te maken, wordt binnen drie maanden vervangen. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van het lid dat hij vervangt.
Art.4. De voorzitter van het technisch comité is niet stemgerechtigd.
Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter wordt hij vervangen door een lid van het beheerscomité van (de Rijksdienst), volgens de modaliteiten bepaald door het huishoudelijk reglement van dit comité. <KB 1989-10-23/37, art. 17, 3°, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1985>
Art.5. Voor de voorzitter en leden van het technisch comité, met uitzondering van de rijksambtenaren, bedoeld in artikel 2, 2° tot 7°, gelden de bepalingen die voor de leden van het beheerscomité van kracht zijn wat betreft de presentiegelden en de verblijf- en verplaatsingskosten.
Art.6. Het koninklijk besluit van 18 april 1969 tot oprichting bij de Bijzondere Compensatiekas voor kinderbijslag voor de gemeenten, de openbare instellingen die ervan afhangen en de verenigingen van gemeenten van een technisch comité, wordt opgeheven.
Art. 7. Onze Minister van Sociale Voorzorg is belast met de uitvoering van dit besluit.