20 NOVEMBER 1980. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het normaal bedrag van de honoraria der personen opgeroepen in strafzaken wegens hun kunde of hun beroep. (NOTA : het MB 1999-06-11/35 die dit MB opgeheven heeft, werd bij arrest van de Raad van State nr. 110675 van 25 september 2002 volledig vernietigd) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-06-1999 en tekstbijwerking tot 26-06-1999)
HOOFDSTUK I. - Medische expertises.
A. Onderzoek van lijken.
Art. 1-2
B. Onderzoeken ter plaatse.
Art. 3
C. Onderzoeken van zieken en gewonden.
Art. 4-5
D. Vaststelling van de staat van dronkenschap.
Art. 6
E. Laboratoriumonderzoeken.
Art. 7
F. Onderzoeken van de geestestoestand.
Art. 8
G. Bijzondere onderzoeken.
Art. 9
H. Algemene bepaling.
Art. 10
HOOFDSTUK II. - Toxicologische expertises.
Art. 11-15
HOOFDSTUK III. - Ballistische expertises.
Afdeling 1. - Algemene bewerkingen. <Ingevoegd door MB 14-11-1986, art. 1>
Art. 16
Afdeling 2. - Bijzondere bewerkingen met het oog op de identificatie van de gebruikte wapens. <Ingevoegd door MB 14-11-1986, art. 1>
Art. 17-18
HOOFDSTUK V. - Zekere bewerkingen inzake criminalistiek.
Art. 19-20
HOOFDSTUK VI. - Expertises van verschillende aard.
Art. 21-22, 22bis
HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen.
Art. 23-24
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen.
Art. 25-26
HOOFDSTUK I. - Medische expertises.
A. Onderzoek van lijken.
Artikel 1. Er wordt toegekend :
I. voor het uitwendig onderzoek van een foetus of van een lijk : (1 841 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
II. a) voor de lijkschouwing met inbegrip van het uitwendig onderzoek van het lijk uitgevoerd op het ogenblik van de lijkschouwing : (4 790 F) ; <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) voor de lijkschouwing voorgeschreven meer dan twee dagen na deze van het overlijden : (7 373 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
III. voor het wegnemen en het insluiten in bokalen van één of meerdere anatomische stukken : (1 104 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
IV. voor de voorbereiding en de nauwkeurige dissectie van één of meerdere anatomische stukken : (1 841 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
V. a) voor het afzonderen van bloed, van urine, of andere substantie : (367 F) per aard van afname, zo ze werden verricht in het kader van een lijkschouwing; <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714 >
b) voor dezelfde afnemingen, verricht op een lijk, maar buiten het kader van de lijkschouwing : (550 F) per aard van afname; <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VI. voor de lijkschouwing van een foetus van minder dan zes maanden met inbegrip van het uitwendig onderzoek : (2 631 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Art.2. Wanneer de deskundige zich ter plaatse begeeft om tot een lijkschouwing over te gaan en deze taak door een omstandigheid onafhankelijk van zijn wil niet kan vervullen, wordt het ereloon op (433 F) vastgesteld. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
B. Onderzoeken ter plaatse.
Art.3. Voor een afstapping ter plaatse en beschrijving, deelneming aan opsporingen, onderzoeken en ondervragingen, voor het opzoeken van sporen en vlekken, wordt (919 F) toegekend. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Voor ieder volgend uur wordt artikel één van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken toegepast. De memorie vermeldt de tijd besteed aan de voorgeschreven taken.
C. Onderzoeken van zieken en gewonden.
Art.4. Er wordt toegekend :
I. voor een lichamelijk onderzoek : (919 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
II. voor een klinisch onderzoek met summiere anamnese : (1 304 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
III. voor een deskundig onderzoek, dat slechts bestaat uit een klinische studie met onderzoek van dossiers : (2 631 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Voor een meer diepgaand onderzoek, bestaande onder meer uit de schatting van de graad van werkongeschiktheid, zal de kostenstaat opgemaakt worden naar geweten, overeenkomstig artikel één van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken.
Art.5. I. Wanneer de dokter zich voor het verrichten van een opdracht ter plaatse heeft begeven en hij de taak, door een omstandigheid onafhankelijk van zijn wil, niet heeft kunnen vervullen, wordt het ereloon op (433 F) vastgesteld. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
II. Wanneer de dokter zijn opdracht niet heeft kunnen uitvoeren, omdat de te onderzoeken persoon geen gevolg heeft gegeven aan zijn oproeping, wordt (302 F) toegekend. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
D. Vaststelling van de staat van dronkenschap.
Art.6. Er wordt toegekend voor een klinisch onderzoek, met of zonder aderpunctie : (826 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
E. Laboratoriumonderzoeken.
Art.7. <MB 09-03-1983, art. 7> Er wordt toegekend :
I. voor het afzonderen van bloed op een levend persoon : (380 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
II. voor het beschrijvend onderzoek van de overtuigingstukken andere dan ingewanden : voor het eerste voorwerp : (735 F), voor ieder der volgende voorwerpen : (182 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
III. a) voor bijzondere onderzoeken :
1) voor het histologisch onderzoek met beschrijving der letsels : (2 208 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
2) voor de microscopische opsporing van spermatozoïden : (2 208 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
3) voor de vaststelling van de aard van vlekken andere dan bloed en spermavlekken : (2 208 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
4) voor diverse microscopische onderzoeken die niet onder de vorige rubrieken voorkomen : (2 208 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Indien voor de gevolgtrekkingen verscheidene voorwerpen, monsters of organen aan een gelijksoortig onderzoek moeten onderworpen worden, zijn de honoraria sub 1 tot 4, hierboven, voor het onderzoek van het tweede stuk, (1 841 F), van het derde stuk (1 472 F), en voor elk volgend stuk (1 104 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) ongeacht het aantal voorwerpen, monsters of organen :
1) voor de aanvullende histo-chemische navorsingen, volgens de aard ervan : (2 208 F); <B.S.t 21-12-1989, bldz. 20714>
2) voor de histologische onderzoeken door bevriezing : (2 208 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
3) voor het opsporen van vlekken met de Woodlamp of enige andere methode : (1 104 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
4) voor de kwalitatieve navorsing van het koolmonoxyde in het bloed : (2 208 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
IV. om te bepalen, door ten minste twee methodes, waaronder een zekerheidsmethode, of vlekken bloedvlekken zijn, voor het eerste voorwerp, ongeacht het aantal vlekken : (2 208 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
voor de volgende voorwerpen : (439 F). <KB.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Indien deze verrichtingen tot de vaststelling leiden dat er bloed aanwezig is, worden dezelfde honoraria onder dezelfde voorwaarden toegekend voor de vaststelling, door een serologische methode, van de menselijke of dierlijke aard van dat bloed.
Evenzo, wanneer de vorige methode niet tot afdoende uitslagen heeft geleid en er aanleiding tot is de navorsingen met andere methodes aan te vullen.
V. voor het vaststellen van de bloedgroepen, na de bloedafname op een levend persoon, de controles inbegrepen :
a) voor het opsporen van de groepen van het systeem A, AB, B, O, per monster : (452 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) voor het opsporen van de rhesusfactor, per monster : (550 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
c) voor het opsporen van het geheel der ondergroepen Rh, C, c, D, d, E, e : (1 104 F) per monster. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Wanneer andere bloedgroepen en factoren worden opgespoord, wordt de staat van honoraria vastgesteld op (828 F) per systeem van groepen en factoren, daaronder begrepen de eventuele onrechtstreekse Coombsreactie; <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
d) voor het opsporen van de plasmatische en enzymatische groepen, per persoon en per systeem : (1 658 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VI. voor de nasporing tot uitsluiting van het vaderschap, bestaande uit ten minste de vaststelling van de bloedgroepen A, BO, Rh en de ondergroepen MN en de controles : (3 316 F) per persoon. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Wanneer andere bloedgroepen en factoren worden opgespoord wordt de staat van honoraria vastgesteld op (828 F), per systeem van groepen en factoren, daaronder begrepen de eventuele onrechtstreekse Coombsreactie. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VII. voor het opsporen van een systeem van groepen of van antigenische factoren in secreties, bedorven bloed of vlekken, door de methode van absorbtie van de agglutinines, voor het eerste voorwerp, daaronder begrepen de dosering van de gebruikte serums : (5 529 F), per bijkomend voorwerp : (735 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Wanneer deze methode niet tot afdoende uitslagen heeft geleid en indien er reden bestaat de navorsingen door welkdanige andere controlemethode aan te vullen, zal voor dit bijkomend onderzoek (5 529 F) toegekend worden. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VIII. voor het opsporen van eiwitstof of glucose in urine : (367 F); voor het eventueel doseren : (367 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
IX. voor het opsporen van syfilis door ten minste twee serologische reacties en per ontleed monster : (2 949 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
X. a) voor bacteriologische onderzoeken, daaronder begrepen de uitstrijkpreparaten en cultures, voor het eerste monster : (2 949 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) voor bacteriologische onderzoeken inbegrepen inoculaties aan dieren, voor het eerste monster : (4 421 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Indien, onderzoeken op verscheidene monsters noodzakelijk zijn, is bovenbedoeld ereloon voor het tweede monster (828 F), en voor elk der volgende (550 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Deze erelonen omvatten noch de prijs noch het onderhoud van de gebruikte dieren.
De honoraria, voorzien onder IV, V, VI en VII van dit artikel zijn slechts verschuldigd voor zover het verslag de uitgevoerde controleverrichtingen vermeldt.
Behoudens de te rechtvaardigen uitzonderingsgevallen omvatten de erelonen, vastgesteld in dit artikel, de kostprijs van de gebruikte reagentia.
F. Onderzoeken van de geestestoestand.
Art.8. Er wordt toegekend :
I. voor het vaststellen van de geestestoestand in geval van verpleging ten huize, met getuigschrift : (919 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
II. voor het vaststellen van de geestestoestand met het oog op de handhaving van de plaatsing in een psychiatrisch instituut, met bestudering van het dossier, het onderzoek naar de erfelijkheid, de medische en sociale antecedenten, het somatisch onderzoek, alsook het grondig neurologisch en geestesonderzoek, met rapport : (6 635 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
III. voor het onderzoek van een persoon met studie van het dossier, summier geestesonderzoek en bondig verslag : (3 039 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
IV. voor het onderzoek van een persoon met studie van het dossier, het onderzoek naar de erfelijkheid en de sociale en medische antecedenten, het somatisch onderzoek daarin begrepen de grondige neurologische en geestesonderzoeken, het opstellen van een uitvoerig verslag met beschrijving, bespreking en samenvatting van het geval : (9 399 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Wanneer de geneesheer een psychologisch onderzoek heeft verricht met volledige reeks testen : (3 820 F) meer. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
V. voor het onderzoek van een persoon door een psycholoog, het onderzoek bestaande uit de bestudering van het dossier, de diverse gepaste onderzoeken en een volledige reeks testen, met opstelling van een uitvoerig verslag, beschrijving en bespreking : (6 836 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VI. voor het nemen en het lezen van een electroencefalogram met verslag : (3 869 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
G. Bijzondere onderzoeken.
Art.9. Er wordt toegekend :
I. voor het onderzoek, op bevel van onderzoek aan het lichaam : (1 104 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
II. voor de studie van röntgenfoto's : (458 F) per geröntgende persoon. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
H. Algemene bepaling.
Art.10. Alle prestaties die niet in onderhavig hoofdstuk zijn voorzien, worden vergoed overeenkomstig de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. De deskundige zal op zijn kostenstaat het nummer van de nomenclatuur, dat overeenstemt met de verrichte prestatie vermelden.
HOOFDSTUK II. - Toxicologische expertises.
Art.11. Behalve in uitzonderlijke gevallen die moeten worden gerechtvaardigd, omvatten de honoraria alle kosten van om het even welke aard, onder meer reagentia, de foto's, de bibliografische opzoekingen, het materieel en het opstellen en tijpen van het verslag. De reiskosten mogen worden bijgerekend.
De vastgestelde schaal, is die welke gewoonlijk moet worden toegepast, behalve wanneer de deskundige gewag maakt van in de uitoefening van zijn taak ondervonden bijzondere moeilijkheden, die hogere honoraria rechtvaardigen.
Met de term " organische stoffen " die in algemene zin moeten worden uitgelegd, worden eigenlijk bedoeld ingewanden, eetwaren en, over het algemeen, de aanwezigheid van een grote hoeveelheid organische stoffen.
Art.12. <MB 09-03-1983, art. 10> Er wordt toegekend :
I. voor het beschrijvend onderzoek van de in een opdracht vermelde overtuigingsstukken, voor het eerste stuk : (735 F), voor ieder der volgende stukken (182 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
II. voor de voorbereiding van de organische stoffen met het oog op verdere bewerkingen : (1 472 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
III. voor de mineralisatie van de organische stoffen : (3 131 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
IV. voor de behandeling van de organische stoffen om er de gedeelten van af te zonderen die organisch vergift zouden kunnen bevatten en om dit laatste te identificeren : (4 053 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
V. a) voor het opsporen van een bepaald vluchtig vergift in de organische stoffen : (4 053 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) voor de algemene opsporing van de vluchtige vergiften in de organische stoffen : (10 322 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VI. a) voor het opsporen van een bepaald mineraal vergift : (4 053 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) voor de algemene opsporing van de minerale vergiften : (10 322 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VII. a) voor het opsporen van een bepaald organisch vergift : (4 053 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) voor de algemene opsporing van organische vergiften : (24 885 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VIII. voor het doseren van een door de deskundige bepaald of geïdentificeerd mineraal of organisch vergift : (3 131 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
IX. voor het kwalitatief opsporen van het koolmonoxyde in het bloed : (2 208 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
X. voor het doseren van het koolmonoxyde in het bloed : (6 266 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
XI. a) voor het bepalen van het alcoholgehalte in een bloedstaal, inbegrepen het onderzoek van het dossier en het berekenen van de alcoholemie op het ogenblik van de feiten : (1 973 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) in bedorven bloed : (4 421 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Art.13. Voor de in het vorig artikel niet vermelde bijzondere ontledingen of opsporingen worden de honoraria vastgesteld overeenkomstig artikel één van het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken.
Art.14. Wanneer, ter uitvoering van één enkele opdracht, bij het onderzoek van de ingewanden of van de stoffen verspreid in de ingewanden van éénzelfde lijk de onder de artikelen 12 en 13 bedoelde behandelingen, voor verschillende stalen of voor onderscheidene proefmonsters van hetzelfde staal, worden herhaald, stemmen de honoraria voor de tweede, de derde, de vierde en de vijfde en daaropvolgende behandelingen overeen met die voor de eerste, respectievelijk verminderd met 15, 30, 50 en 75 percent.
Art.15. In geval van samenwerking van deskundigen-toxicologen worden de door ieder van hen geleverde prestaties overeenkomstig bovenstaande cijfers vergoed. Hieraan moet echter, per deskundige, een vast bedrag van (4 053 F) worden toegevoegd voor het gemeenschappelijk nazien van de uitslagen en het opmaken van het verslag. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
HOOFDSTUK III. - Ballistische expertises.
Afdeling 1. - Algemene bewerkingen.
Art.16. <MB 14-11-1986, art. 1> Toegekend wordt :
I. Voor het volledig onderzoek van een wapen, daaronder begrepen het uiteennemen, schoonmaken, weer ineenzetten, meten, het opnemen van kruitresten en het nagaan van de werking : (1 287 F). <B.St. 21-12-1984, bldz. 20714>
II. Voor het onderzoek van het geheel van de munitie van een zelfde kaliber daaronder begrepen het meten en de identificatie van het merk : (562 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
III. Voor het onderzoek van afgevuurde projectielen, daaronder begrepen het meten en de identificaties van alle aard inzonderheid die van de munitie : (1 103 F) voor het projectiel of projectielen afkomstig van de eerste patroon en (477 F) voor het projectiel of de projectielen van iedere volgende patroon. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
IV. Voor het onderzoek van afgevuurde hulzen, daaronder begrepen het meten en de identificaties van alle aard inzonderheid die van de munitie : (256 F) voor de eerste huls en (109 F) voor iedere volgende huls. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
V. Voor het onderzoek van kledingstukken, daaronder begrepen het macroscopisch en microscopisch onderzoek, het opnemen van de kogelsporen, van de verbranding, van de rooksporen en de kruitincrustaties : (735 F) voor het eerste kledingstuk en (256 F) voor ieder volgend kledingstuk, en dit per persoon. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VI. Voor de bepaling door middel van schietproeven van de kracht, van de juistheid en de precisie van een gebruikt wapen, daaronder begrepen het leveren van de munitie en de schietschijven van alle aard per wapen : (978 F) voor de kracht en (491 F) voor de juistheid en de precisie. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VII. Voor de studie en het opnemen van de kogelbanen in de ruimte, daaronder begrepen de opmetingen ongeacht het aantal gebruikte wapens : (643 F) voor de eerste kogelbaan en (319 F) voor iedere bijkomende kogelbaan. Voor het opmaken van de beschrijvende epure en de medico-ballistische epure zal het honorarium vastgesteld worden overeenkomstig artikel 1, eerste lid, van het Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VIII. Voor de bepaling van een schotafstand door schietproeven, daaronder begrepen het leveren van de munitie en de schietschijven van alle aard, en de analyse van de resultaten :
a) In geval van munitie met een enkel projectiel : (1 287 F) voor de eerste schotafstand en (367 F) voor iedere bijkomende schotafstand. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) In geval van munitie met meervoudige projectielen : (1 838 F) voor de eerste schotafstand en (551 F) voor iedere bijkomende schotafstand. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Afdeling 2. - Bijzondere bewerkingen met het oog op de identificatie van de gebruikte wapens.
Art.17. <MB 14-11-1986, art. 1> Toekgend wordt :
I. Voor de opsporingen ter identificatie van het type en het merk van een gebruikt wapen, indien dit wapen niet aanwezig is :
Door het onderzoek van de opgenomen mechanische kenmerken op de hulzen en/of op de projectielen : (2 814 F) per te identificeren wapen; alle bewerkingen en onkosten zijn in dit bedrag begrepen. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
II. Voor de opsporingen ter identificatie van wapens waarover betwisting bestaat :
a) Voor het schieten met het oog op het bekomen van vergelijkingshulzen en projectielen, daaronder begrepen het leveren van de munitie : (735 F) per wapen. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) Voor de eigenlijke identificatie, daaronder begrepen het vergelijkend microscopisch onderzoek en het opsporen van de al dan niet overeenstemmende kenmerken tussen de litigieuze elementen en de vergelijkingselementen : (1 838 F) voor ieder litigieus projectiel, (1 654 F) voor de eerste huls met betrekking tot litigieus wapen en (827 F) voor iedere volgende huls. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
c) Voor de identificatie door ontwikkeling op tinnen blad : (1 838 F) per litigieus projectiel. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
d) Met het oog op de voorlegging van het positief identificatiebewijs :
- door microvergelijking, d.w.z. juxtapositie op één enkele microfoto van een litigieus element en een vergelijkingselement : (93 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
- door uitsnijding en manuele bedekking van twee microfoto's (vergelijkingselement en betwist element) : (919 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
- door aftekening van de gemeenschappelijke kenmerken op twee microfoto's (vergelijkingselement en litigieus gegeven) : (1 103 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Er zal maar één enkele vergoeding toegekend worden per geïdentificeerd wapen, ongeacht het aantal geleverde microfoto's; de microfoto's mogen echter worden meegerekend.
Art.18. <MB 14-11-1986, art. 1> De bijkomende kosten worden afzonderlijk geregeld.
HOOFDSTUK V. - Zekere bewerkingen inzake criminalistiek.
Art.19. <MB 09-03-1983, art. 14> Er wordt toegekend :
I. voor het opsporen van afdrukken ter plaatse : (735 F) per vordering. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
II. voor het nemen van vinger-, palm- of andere afdrukken op een lijk : (828 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
III. voor het nemen van dezelfde afdrukken meer dan drie dagen na de dag van het overlijden : (1 104 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
IV. voor het nemen van dezelfde afdrukken na herstel van de vingertoppen : dezelfde bedragen verhoogd met (828 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
V. voor het vergelijken van de opgenomen afdrukken met de vingerafdrukken van personen met name aangeduid in de vordering :
a) voor ieder der eerste vergelijkingen : (550 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
b) voor ieder der volgende acht : (293 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
c) voor ieder der volgende, de vijftigste inbegrepen : (90 F); <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
d) voor ieder der volgende, vanaf de eenenvijftigste : (35 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VI. voor het opsporen der kenmerken, tracering en nummering met inkt op de vergrotingen : (1 104 F) per identificering. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VII. voor het afgietsel van een voetspoor en de ontleding : (550 F) en (220 F) per bijkomend afgietsel. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
VIII. voor het vergelijken van een afgietsel, tekening of toto van een voetspoor met voeten, schoenen, kousen of sokken, met inbegrip van de beschrijving ervan : (588 F) voor ieder der eerste drie vergelijkingen en (220 F) voor ieder der volgende. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
IX. voor het nemen van een afdruk van een spoor van braak met een tweede afgietsel : (550 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
X. voor het vergelijken van een afdruk van een spoor van braak met werktuigen : (550 F) voor de vergelijking met ieder der eerste drie werktuigen en (220 F) voor de vergelijking met elk der volgende. <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Art.20. (Opgeheven) <MB 14-11-1986, art. 2>
HOOFDSTUK VI. - Expertises van verschillende aard.
Art.21. De honoraria van de scheikundigen, deskundigen in eetwaren, worden vastgesteld overeenkomstig het tarief dat, in toepassing van het ministerieel besluit van 13 december 1974 op de vervalsing van levensmiddelen, vastgelegd is. Deze honoraria omvatten alle kosten van uitvoering der ontledingen, alsook die van de ter zake noodzakelijke benodigdheden.
Art.22. Er wordt aan de veeartsen toegekend :
I. voor een onderzoek : (550 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
II. voor een lijkopening : (1 658 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
III. voor het afzonderen van organen, ingewanden en projectielen : (919 F). <B.St. 21-12-1989, bldz. 20714>
Art. 22bis. <Ingevoegd bij MB 1994-11-08/31, art. 1; Inwerkingtreding : 01-12-1994> Voor de prestaties van deskundigen waarin deze loonschalen niet voorzien, gelden volgende uurlonen :
I. Hoogleraren : 1 600 F.
II. Deskundigen houder van een universitair diploma, bedrijfsrevisoren, accountants : 1 200 F.
III. De andere deskundigen : 950 F.
De uurlonen kunnen slechts in uitzonderlijke omstandigheden en voor behoorlijk gegronde redenen worden overschreden, zulks op voorstel van de verzoekende autoriteit en na akkoord van de Minister van Justitie.
De tarieven omvatten alle algemene onkosten van de deskundige, met uitzondering van de verplaatsingskosten, van de kosten voor het typen van het verslag, het maken van foto's en fotokopies, waarvoor volgende vergoedingen worden toegekend :
a) verplaatsingen : per kilometer wordt 23,58 F toegekend. In dat bedrag zijn de vrachtkosten en de duur van de verplaatsing begrepen. De kosten worden berekend overeenkomstig artikel 65 van het Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken (koninklijk besluit van 28 december 1950).
b) typen : 70 F per bladzijde van 30 regels. De vergoeding geldt voor de originele versie alsmede voor twee afschriften.
c) fotokopiëren : 2 F per fotokopie. Enkel de bijlagen bij het verslag worden vergoed.
d) fotograferen :
Kleurenfoto's en zwart-witfoto's :
formaat 9 x 13 en 10 x 15 : 35 F.
13 x 18 : 69 F.
Indien de deskundige ten behoeve van zijn archief van de foto een dubbel laat maken, kan een bijkomende vaste vergoeding van 14 F per foto in rekening worden gebracht. Deze foto's moeten niet bij de staat van kosten en salarissen worden gevoegd.
In de hierboven bedoelde vergoedingen zijn alle kosten inbegrepen, inzonderheid die voor de aankoop van de film, het ontwikkelen en afdrukken van de foto's, het eventuele gebruik van een flitslicht en de afschrijving van het materieel.
De BTW die de daaraan onderworpen deskundige heeft betaald, is niet in die vergoedingen begrepen, maar deze laatste kan het bedrag van die belasting terugvorderen. Voor de deskundigen die niet onderworpen zijn aan de BTW, worden de vergoedingen met 20,5 % verhoogd.
Een vergoeding van 630 F wordt verleend voor de werkzaamheden ter voorbereiding van het nemen van microfoto's : de vergoeding wordt verleend zonder rekening te houden met het aantal te fotograferen elementen, noch met het aantal genomen foto's, behalve in verband met de ballistische onderzoeken waar zij wordt toegekend naar verhouding van het aantal te identificeren wapens. De foto's worden betaald op de hierboven omschreven wijze.
Wanneer andere formaten dan de hierboven vermelde zijn aangewend, worden de werkelijk gedragen kosten tegen overlegging van de factuur terugbetaald.
HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen.
Art.23. Aan de deskundige wordt dubbel honorarium toegekend voor de werkzaamheden noodzakelijk te verrichten tussen 20 uur en 8 uur, of vanaf zaterdag 12 uur tot maandag 8 uur of op een wettelijke feestdag.
In ieder geval moet die verplichting in de vordering worden gesteld.
Art.24. Behoudens de voorziene uitzonderingen, dekken de in dit besluit vastgestelde honoraria alle werkzaamheden en kosten van de deskundigen, namelijk het verslag en het loon van de helpers.
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen.
Art.25. Het ministerieel besluit van 17 mei 1968 tot vaststelling van het normaal bedrag van de honoraria der personen opgeroepen in strafzaken wegens hun kunde of hun beroep, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 2 maart 1971 en 3 mei 1976, is opgeheven.
Art. 26. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand die volgt op die waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.