Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

16 MEI 1980. - Ministerieel besluit betreffende de organisatiemodaliteiten van de vorming van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - De kandidaat-officieren.
Art. 1-2, 2bis, 3-4, 4bis
HOOFDSTUK II. - De kandidaat-keuronderofficieren.
Art. 5-8
HOOFDSTUK III. - De kandidaat-lagere onderofficieren.
Art. 9-12
HOOFDSTUK IV. - De uitstelprocedure.
Art. 13-15
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 16-17
Bijlagen.
Art. N1, N2, N3, N4, N5, N6, N7, N8, N9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - De kandidaat-officieren.
Artikel 1. <MB 21-09-1988, art. 1> In bijlage I bij dit besluit worden vastgesteld :
  1° wat de cyclus van algemene en beroepsvorming betreft :
  a) voor de kandidaat-officieren, de vakken en het minimum aantal uren besteed aan elk vak voor ieder van de eerste twee opleidingsjaren, alsook het minimum aantal uren besteed aan elk vak van de beroepsvorming dat een aanvulling vormt op de licentie in de criminologie;
  b) voor de kandidaat-officieren-polytechnici, het minimum aantal uren besteed aan elk vak inzake de beroepsvorming dat een aanvulling vormt op de in de polytechnische afdeling van de Koninklijke Militaire School gedoceerde vakken;
  c) voor de kandidaat-officieren, licentiaten in de rechten, het minimum aantal uren besteed aan elk vak van de voorbereidende vorming;
  2° wat de cyclus van voortgezette vorming betreft, het minimum aantal uren besteed aan elk vak.

Art.2. <MB 21-09-1988, art. 2> De groepen van vakken en de belangrijkheidscoëfficiënten voor dagelijks werk en voor de examens met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde vakken, worden vastgesteld in de bijlage II bij dit besluit.

Art. 2bis. (Opgeheven) <MB 21-09-1988, art. 3>

Art.3. De belangrijkheidscoëfficiënten van de beoordelingscriteria van de beroepsbekwaamheden van de kandidaat-officieren worden vastgesteld in bijlage III van dit besluit.

Art.4. <MB 21-09-1988, art. 4> De examens die tijdens de cyclus van voortgezette vorming moeten worden afgelegd, hebben betrekking op de volgende vakken :
  1° strafrecht;
  2° strafrechtspleging;
  3° leiding en organisatie van de dienst;
  4° geautomatiseerd beheer van de informatie en van de operationele richtlijnen;
  5° verantwoordelijkheid inzake beheer van het personeel en van de logistiek;
  6° theoretische benadering van de taktische principes en van hun uitvoeringsmodaliteiten;
  7° praktische toepassingen van de taktische principes;
  8° politiële operaties.

Art. 4bis. <Ingevoegd bij MB 21-09-1988, art. 5> De vakken waarop het schriftelijk gedeelte van het aanvullend examen over de tweede landstaal, voorgeschreven bij artikel 17bis van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger betrekking heeft, zijn de volgende :
  1° strafrecht en strafrechtspleging;
  2° militair strafrecht en militaire strafrechtspleging;
  3° theoretische benadering van de tactische principes en van hun uitvoeringsmodaliteiten.

HOOFDSTUK II. - De kandidaat-keuronderofficieren.
Art.5. <MB 27-11-1985, art. 2> De vakken en het aan elk vak bestede minimum aantal lesuren worden voor het tweede en derde jaar van de opleidingscyclus van keuronderofficier vastgesteld in bijlage IV van dit besluit.

Art.6. § 1. De groepen van vakken en de belangrijkheidscoëfficiënten van het dagelijks werk en van de examens betreffende de vakken en groepen van vakken van het tweede en derde jaar van de opleidingscyclus van keuronderofficier worden vastgesteld in bijlage V van dit besluit.
  § 2. Voor het bepalen van het algemeen beoordelingscijfer, op het einde van het tweede en derde opleidingsjaar, worden de cijfers voor het geheel inzake beroepsbekwaamheid en inzake studies respectievelijk voorzien van een belangrijkheidscoëfficiënt één en vier.

Art.7. De beoordelingscriteria voor beroepsbekwaamheden van de kandidaat-keuronderofficieren en hun respectievelijke belangrijkheidscoëfficiënten worden vastgesteld in bijlage VI van dit besluit.

Art.8. <MB 27-11-1985, art. 3> Het eindexamen op het einde van het derde jaar van de opleidingscyclus van keuronderofficier heeft betrekking op volgende vakken :
  1° Gerechtelijke opdrachten;
  2° Administratief en logistiek beheer;
  3° Handhaving en herstel van de openbare orde.

HOOFDSTUK III. - De kandidaat-lagere onderofficieren.
Art.9. <MB 27-11-1985, art. 4> De vakken en het aan elk vak bestede minimum aantal lesuren worden voor de verschillende trimesters van de opleidingscyclus van lager onderofficier vastgesteld in bijlage VII van dit besluit.

Art.10. § 1. De groepen van vakken en de belangrijkheidscoëfficiënten van het dagelijks werk en van de examens betreffende de vakken en groepen van vakken worden voor elk der trimesters van de opleidingscyclus van lager onderofficier vastgesteld in bijlage VIII van dit besluit.
  § 2. Voor het bepalen van het algemeen beoordelingscijfer, op het einde van elk opleidingstrimester, worden de cijfers voor het geheel inzake beroepsbekwaamheid en inzake studies respekievelijk voorzien van een belangrijkheidscoëfficient één en vijf.

Art.11. De beoordelingscriteria voor beroepsbekwaamheden van de kandidaat-lagere onderofficieren en hun respektievelijke belangrijkheidscoëfficiënten worden vastgesteld in bijlage IX van dit besluit.

Art.12. <MB 22-09-1983, art. 1> Het eindexamen na het laatste trimester van de opleidingscyclus van lager onderofficier heeft betrekking op volgende vakken :
  1° gerechtelijke opdrachten;
  2° verkeersreglementering.

HOOFDSTUK IV. - De uitstelprocedure.
Art.13. De aanvraag tot uitstel wordt gericht aan de commandant van de rijkswacht of aan de door hem aangewezen overheid.
  Zij wordt overhandigd aan de rijkswachtoverheid die ten opzichte van de leerling de bevoegdheden van eenheidscommandant uitoefent die ze toezendt aan de in lid één bedoelde overheid.

Art.14. § 1. De rijkswachtoverheid die ten opzichte van de leerling de bevoegdheden van eenheidscommandant uitoefent, alsmede de functionele meerderen van deze overheid, brengen over de aanvraag tot uitstel een gunstig of een ongunstig advies uit.
  § 2. Het eerste advies alsook ieder advies dat verschilt van het vorige, moet met redenen omkleed zijn. Van ongunstige adviezen wordt de kandidaat kennis gegeven. Bij het eerste ongunstig advies alsook bij de verdere ongunstige adviezen, indien daarin een nieuw element wordt aangevoerd, beschikt de kandidaat, vanaf de dag van de kennisgeving over vijf werkdagen om aanvullende argumenten in te brengen.
  De overheid die het advies heeft uitgebracht waartegen bezwaar is ingediend, kan haar advies wijzigen of aanvullen. In dat geval geeft zij van dat nieuwe advies kennis aan de belanghebbende. Deze mag geen nieuwe argumenten meer inbrengen.

Art.15. <MB 22-09-1983, art. 2> De aanvraag tot uitstel gegrond op gezondheidsredenen of omwille van een zwangerschap moet vergezeld zijn van een geneeskundig getuigschrift dat uitgaat van een militaire of aangenomen geneesheer en dat getuigt van de gegrondheid van de ingeroepen redenen of van de staat van zwangerschap.

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.16. De commandant van de rijkswacht kan, om dwingende redenen van de organisatie van de dienst, het aantal lesuren besteed aan zekere vakken voorkomend op het leerprogramma van de opleidingscyclussen van officier of onderofficier verminderen (...). <MB 27-11-1985, art. 5>

Art.17. De hoofdstukken I en II van dit besluit werken terug tot 1 oktober 1979. De overige hoofdstukken werken terug tot 1 april 1980.

Bijlagen.
Art. N1. Bijlage I. - <MB 21-09-1988, art. 6> Leerprogramma van de opleidingscycli van officier. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12-10-1988, p. 14207>

Art. N2. Bijlage II. - <MB 21-09-1988, art. 7> <Gewijzigd bij MB 10-07-1989, art. 1> <Gewijzigd bij MB 01-08-1989, art. 1> <Gewijzigd bij MB 24-04-1990, art. 1> Opleidingscycli van officier : groepen van vakken en belangrijkheidscoëfficiënten. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12-10-1988, p. 14211>

Art. N3. Bijlage III. - <MB 21-09-1988, art. 8> Belangrijkheidscoëfficiënten van de beoordelingscriteria van de beroepsbekwaamheden der kandidaat-officieren. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12-10-1988, p. 14216>

Art. N4. Bijlage IV. - <MB 21-09-1988, art. 9> Leerprogramma van de opleidingscyclus van keuronderofficier. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12-10-1988, p. 14218>

Art. N5. Bijlage V. - <MB 21-09-1988, art. 10> Opleidingscyclus van keuronderofficier : groepen van vakken en belangrijkheidscoëfficiënten. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12-10-1988, p. 14219>

Art. N6. Bijlage VI. - <MB 27-11-1985, art. 6> Beoordelingscriteria van de beroepsbekwaamheden van de kandidaat-keuronderofficier. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 24-12-1985, p. 18759>

Art. N7. Bijlage VII. - <MB 21-09-1988, art. 11> Leerprogramma van de opleidingscyclus van lager onderofficier. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12-10-1988, p. 14221>

Art. N8. Bijlage VIII. - <MB 21-09-1988, art. 12> Opleidingscyclus van onderofficier : groepen van vakken en belangrijkheidscoëfficiënten. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 12-10-1988, p. 14223>

Art. N9. Bijlage IX. - <MB 22-09-1983, art. 5> Beoordelingscriteria van de beroepsbekwaamheden van de kandidaat-lagere onderofficieren. <Niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 27-10-1983, p. 13665>