17 APRIL 1980. - Koninklijk besluit betreffende de reclame voor voedingsmiddelen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-07-1990 en tekstbijwerking tot 01-10-2015)
Art. 1, 1/1, 2-7, 7/1, 8-10
Artikel 1.[1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° voedingsmiddelen : de voedingsmiddelen bedoeld in artikel 2 van de Verordening (EG) Nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden;
2° reclame : iedere mededeling die rechtstreeks of onrechtstreeks ten doel heeft de verkoop van voedingsmiddelen te bevorderen, ongeacht de plaats of de aangewende communicatiemiddelen;
3° Minister : de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.]1
----------
(1)<KB 2012-03-29/16, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 27-04-2012>
Art. 1/1. [1 Dit besluit is van toepassing onverminderd de bepalingen van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming en van de Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2012-03-29/16, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 27-04-2012>
Art.2.
<Opgeheven bij KB 2015-09-08/04, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 11-10-2015>
Art.3.[1 De Minister kan de voorwaarden bepalen waaronder de vermeldingen " natuurlijk ", " zuiver " en " vers ", alsmede afleidingen of vertalingen van of samenstellingen met die woorden, gebruikt kunnen worden in de reclame voor voedingsmiddelen.]1
----------
(1)<KB 2012-03-29/16, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 27-04-2012>
Art.4.In de reclame voor voedingsmiddelen is het verboden :
1° in verband met de samenstelling, eigenschappen toe te schrijven die betrekking hebben op objectieve of meetbare criteria en die niet kunnen bewezen worden;
2° [2 ...]2
3° [2 ...]2
4° [1 ...]1
5° [2 ...]2
----------
(1)<KB 2012-03-29/16, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 27-04-2012>
(2)<KB 2015-09-08/04, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 11-10-2015>
Art.5.
<Opgeheven bij KB 2012-03-29/16, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 27-04-2012>
Art.6. <KB 17-07-1980, art. 1, 1°> De bepalingen van de artikelen 2 tot 5 zijn eveneens van toepassing op de etikettering. <Het artikel 6 is door het arrest nr. 25756 van de Raad van State van 23 oktober 1985 vernietigd , zie B.St. van 17-01-1986, p. 568>
Art.7.[1 § 1. De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord en vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van de diverse wettelijke bepalingen.
§ 2. De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden gestraft overeenkomstig de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van voedingsmiddelen en andere producten.]1
----------
(1)<KB 2012-03-29/16, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 27-04-2012>
Art. 7/1. [1 De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op producten die wettelijk gefabriceerd en/of in de handel gebracht worden in de andere lidstaten van de Europese Unie of in Turkije of in de landen medeondertekenaars van het akkoord van de Europese Economische Ruimte, onverminderd artikel 36 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2012-03-29/16, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 27-04-2012>
Art.8. <opheffingsbepalingen>
Art.9. (Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1981.)
Bij wijze van overgangsmaatregel, en dit tot 1 januari 1982, mogen de waren, waarvan de etikettering niet voldoet aan de bepalingen van dit besluit in de handel worden gebracht, mits hun etikettering, in voorkomend geval, beantwoordt aan de bepalingen voorzien in de reglementen die op deze waren betrekking hebben.) <KB 17-07-1980, art. 1, 3°>
De warenmerken die bestaan op de dag van inwerkingtreding van dit besluit dienen uiterlijk op 31 december 1985 in overeenstemming te zijn met de bepalingen van dit besluit.
Art. 10. Onze Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.