17 DECEMBER 1979. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van de voorzitter van de nationale arbeidsraad. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-06-1988 en tekstbijwerking tot 09-05-2007)
Art. 1-7
Artikel 1. (Op de voorzitter van de Nationale Arbeidsraad en op zijn vervanger zijn van toepassing :) <KB 1999-03-25/66, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 15-01-1998>
1° de bepalingen van het statuut van het Rijkspersoneel betreffende :
- de plichten;
- de onverenigbaarheden en de cumulatie inzake openbare ambten en bedieningen;
- de disponibiliteit;
- de verloven;
- de schorsing in het belang van de dienst;
- de beroepsongeschiktheid;
- de definitieve arbeidsongeschiktheid;
(- de opdrachten.) (In afwijking van de bepalingen van het statuut van het Rijkspersoneel betreffende de opdrachten, kan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid beslissen dat de betrekking van voorzitter van de Nationale Arbeidsraad als vacant wordt beschouwd vanaf de aanvang van de opdracht.) <KB 1998-02-11/33, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 15-01-1998> <KB 1999-03-25/66, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 15-01-1998>
2° de bezoldigingsregeling van het personeel van de ministeries;
3° de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel van de ministeries;
- de algemene regeling inzake reiskosten;
- de regeling betreffende de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries;
4° de pensioenregeling die geldt voor het personeel van het secretariaat van de Nationale Arbeidsraad.
Art.2. § 1. Een forfaitaire vergoeding wegens representatiekosten kan worden toegekend aan de Voorzitter van de Nationale Arbeidsraad.
Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid bepaalt het bedrag en de toekenningsmodaliteiten van deze vergoeding op advies van de Nationale Arbeidsraad.
§ 2. Artikel 16 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten is van toepassing op de Voorzitter van de Nationale Arbeidsraad.
Art.3. Bij toepassing van de bepalingen van artikel 42 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries worden de diensten waaruit een voor de uitoefening van de functies van voorzitter nuttige ervaring blijkt, gepresteerd in privaatrechtelijke instellingen op geldelijk vlak gevalideerd met een maximum van vier jaar.
Art.4. (Opgeheven) <KB 2007-04-01/47, art. 43, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
Art.5. De Voorzitter van de Nationale Arbeidsraad legt de grondwettelijke eed af in handen van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1980.
Art. 7. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.