Details





Titel:

29 DECEMBER 1978. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 98 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-05-2024 en tekstbijwerking tot 03-05-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De waarde van de lijfrente inzake arbeidsongevallen berekend naar een graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10 pct. en waarvan het kapitaal reeds gevestigd was op 8 juli 1969, wordt aan de getroffene geheel in kapitaal uitbetaald, op de hierna bepaalde wijze :1)in 1979, voor de renten tot 4,99 pct.;2)in 1980, voor de renten van 5 tot 5,99 pct.;3)in 1981, voor de renten van 6 tot 6,99 pct.;4)in 1982, voor de renten van 7 tot 7,99 pct.;5)in 1983, voor de renten van 8 tot 8,99 pct. aan de getroffenen die in de loop van het eerste semester verjaren;6)in 1984, voor de renten van 8 tot 8,99 pct., aan de getroffenen die in de loop van het tweede semester verjaren;7)in 1985, voor de renten van 9 tot 9,99 pct.

Art.2. De waarde van de lijfrente in kapitaal wordt berekend overeenkomstig de barema's, die op het ogenblik van de vestiging van de rente van toepassing waren voor die vestiging.

Art.3.De aanvullende bijslag of de aanpassingsbijslag, waarop de getroffene op het tijdstip van de betaling van de waarde van de lijfrente recht heeft krachtens de artikelen 2 of 6 van het koninklijk besluit van 21 december 1971 betreffende de bijslagen en de sociale bijstand verleend door [1 Fedris]1, blijft verschuldigd.
  ----------
  (1)<KB 2024-04-24/04, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 13-05-2024>

Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1979.

Art. 5. Onze Minister van Sociale Voorzorg is belast met de uitvoering van dit besluit.