7 NOVEMBER 1978. - Ministerieel besluit betreffende de herijk en de technische controle van de meetwerktuigen. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 22-02-1979 en tekstbijwerking tot 21-08-2008)
Art. 1-8
Artikel 1. De personen die de metingen bepaald bij artikel 12, §§ 1 en 2 van de voornoemde wet van 16 juni 1970 uitvoeren moeten, met het oog op de herijk of de technische controle ervan, aangifte doen van de meetwerktuigen die ze tot dit doel gebruiken. Die aangifte kan worden gedaan bij middel van een aangifteformulier dat ter beschikking van de betrokken personen wordt gesteld door de Metrologische Dienst.
Art.2. In de periode tussen twee tellingen moet de ijkplichtige spontaan en binnen een termijn van één maand aangifte doen bij de Metrologische Dienst van de bedoelde meetwerktuigen die hij in gebruik neemt alsmede van alle meetwerktuigen waarvan hij het gebruik in het economisch verkeer heeft opgeschort.
Art.3. De herijk (...) wordt uitgevoerd op de door de Metrologische Dienst aangeduide plaats. <KB 2008-07-25/35, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2008>
Art.4. De ijkplichtigen welke meetwerktuigen hebben aangegeven die geijkt moeten worden in een ijkkantoor, worden door de Metrologische Dienst opgeroepen om die meetwerktuigen aan te bieden in een ijkkantoor.
De ijkplichtige mag vragen om de herijk ten huize te laten uitvoeren maar zal in dat geval de kosten dragen die daaruit voortvloeien.
Art.5. De ijkplichtigen, voorzien van hun oproepingsdocument, moeten de op dit oproepingsdocument vermelde meetwerktuigen voor herijk aanbieden in het aangewezen ijkkantoor op de vastgestelde dag en uur.
De ijkplichtigen die, zonder geldige redenen, nagelaten hebben zich aan te bieden zullen in overtreding zijn en proces-verbaal zal worden opgesteld in toepassing van artikel 26 van de wet van 16 juni 1970.
Art.6. § 1. De Metrologische Dienst plant ieder jaar de herijk en de technische controle van de meetwerktuigen die moeten nagezien worden op de plaats van hun gebruik.
Zo nodig maakt hij voor de herijk en voor de technische controle aan de houders van meetwerktuigen de datum bekend voor het nazicht.
§ 2. De houders van bedoelde meetwerktuigen moeten deze ter beschikking stellen van de bevoegde ambtenaren, op hun eenvoudig verzoek en gedurende de ganse tijd die nodig is voor het nazicht desnoods met stopzetting van hun gebruik. Op een gebeurlijk verzoek van deze ambtenaren moeten ze het personeel en het materieel leveren, die voor deze verrichtingen nodig zijn.
Art.7. Het ministerieel besluit van 5 oktober 1973 betreffende de herijk en de technische controle van meetwerktuigen wordt opgeheven.
Art. 8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1979.