14 JUNI 1978. _ Ministerieel besluit houdende vaststelling van de toepassingsmodaliteiten voorzien in artikel 33bis van het koninklijk besluit van 30 maart 1973, tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen.
Art. 1-4
Artikel 1. Te verrekenen voorschotten op toelagen voor de aanwerving van nieuwe personeelsleden binnen de betoelaagbare personeelsnormen, kunnen worden toegekend en uitbetaald aan de inrichtingen en diensten beoogd in artikel 33bis van het koninklijk besluit van 30 maart 1973, tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten geplaatst ten laste van de openbare besturen, op basis van een afschrift van de driemaandelijkse aangifte bij de Rijksmaatschappelijke Zekerheid waaruit de gedane aanwervingen blijken en tot beloop van de werkelijke uitgaven gedaan ter gelegenheid van deze aanwervingen, voor zover deze lasten niet reeds in de dagprijs begrepen zijn.
Art.2. Een te verrekenen forfaitair voorschot op toelagen kan worden toegekend en uitbetaald aan de inrichtingen en diensten beoogd in artikel 33bis van voornoemd koninklijk besluit, in afwachting dat de definitieve dagprijs van het afgelopen jaar is vastgesteld. De inrichting of de dienst die de uitbetaling van dit voorschot aanvraagt, moet aantonen bij middel van documenten inzake personeelskosten dat de voorlopige dagprijs waarvan zij genoten heeft gedurende het afgelopen jaar, onvoldoende is voor het dekken van de betoelaagbare personeelskosten die voor de vaststelling van de definitieve dagprijs van ditzelfde jaar in aanmerking komen.
Art.3. De voorschotten voorzien onder artikelen 1 en 2 van dit besluit zullen worden teruggevorderd op het ogenblik dat de afrekeningen, na het vaststellen van de definitieve dagprijs, worden opgemaakt.
Art. 4. Dit besluit werkt terug tot 1 januari 1977.