8 JULI 1977. - Wet houdende goedkeuring van volgende internationale akten : 1. Verdrag betreffende de eenmaking van enige beginselen van het octrooirecht , opgemaakt te Straatburg op 27 november 1963; 2. Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, en Uitvoeringsreglement, opgemaakt te Washington op 19 juni 1970; 3.Verdrag betreffende de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag), Uitvoeringsreglement en vier Protocollen, opgemaakt te Munchen op 5 oktober 1973; 4.Verdrag betrffende het Europees octrooi voor de Gemeenschappelijke Markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), en Uitvoeringsreglement, opgemaakt te Luxemburg op 15 december 1975. (NOTA : opgeheven in de toekomst bij W2014-04-19/60, art. 32,§2, 004; Inwerkingtreding : onbepaald , zie KB2014-04-19/61, art. 1)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-09-2007 en tekstbijwerking tot 27-04-2018)
Art. 1, 1/1, 2-5, 5/1, 5/2, 5/3, 6-10
1981000321 1981001988 1986011377 2001003366 2014011095 2014011519 2016011503
Artikel 1.Zullen volkomen uitwerking hebben de volgende internationale akten :
1. Verdrag betreffende de eenmaking van enige beginselen van het octrooirecht, opgemaakt te Straatsburg op 27 november 1963;
2. Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, en Uitvoeringsreglement, opgemaakt te Washington op 19 juni 1970;
3. Verdrag betreffende de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag), Uitvoeringsreglement en vier Protocollen, opgemaakt te Munchen op 5 oktober 1973;
4. [1 ...]1
----------
(1)<W 2014-04-19/60, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 22-09-2014>
Art. 1/1. [1 Voor de toepassing van deze wet en de uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder :
1° verordening 1257/2012 : De Verordening Nr. 1257/2012 van 17 december 2012 van het Europees Parlement en de Raad tot het uitvoering geven aan een nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming;
2° het Europees octrooi : een octrooi dat door het Europees Octrooibureau ("EOB") volgens de regels en procedures zoals vastgelegd in het Europees Octrooiverdrag is verleend, onafhankelijk van het feit of het Europees octrooi eenheidswerking geniet krachtens de verordening 1257/2012.
3° het Europees octrooi met eenheidswerking : het Europees octrooi dat eenheidswerking geniet krachtens de verordening 1257/2012;
4° het Europees octrooi zonder eenheidswerking : het Europees octrooi dat geen eenheidswerking heeft krachtens de Verordening 1257/2012;
5° het eengemaakt octrooigerecht : het gerecht gemeenschappelijk aan de overeenkomstsluitende lidstaten dat werd ingesteld door de Overeenkomst betreffende de oprichting van een eengemaakt octrooigerecht, ondertekend op 19 februari 2013.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-19/60, art. 26, 004; Inwerkingtreding : 22-09-2014>
Art.2.§ 1. Onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 151 van het Europees Octrooiverdrag, treedt [[1 de Dienst voor de Intellectuele Eigendom]1 de Dienst voor de industriële eigendom], hierna genoemd de Dienst, op als ontvangend bureau in de zin van artikel 2 XV van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien. De instantie belast met het internationaal nieuwheidsonderzoek en desgevallend, de instantie belast met de internationale voorlopige beoordeling worden door de Koning aangewezen. <W 1984-03-28/35, art. 75, § 5; Inwerkingtreding : 01-01-1987>
§ 2. De internationale aanvraag bedoeld in artikel 2 VII van het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien die de verdediging van het grondgebied of de veiligheid van de Staat kan aanbelangen moet bij de Dienst worden ingediend. De bepalingen van de wet van 10 januari 1955 betreffende de bekendmaking en de toepassing der uitvindingen en fabrieksgeheimen welke de verdediging van het grondgebied of de veiligheid van de Staat aanbelangen en (...) zijn hierop van toepassing. <W 2007-04-21/07, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 13-12-2007; zie ook art. 15>
§ 3. Iedere aanwijzing of, desgevallend, iedere keuze van België in een internationale aanvraag wordt aanzien als de aanduiding dat de aanvrager een Europees octrooi wenst te verkrijgen overeenkomstig het Europees Octrooiverdrag.
----------
(1)<W 2016-06-29/01, art. 47, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.3. § 1. De octrooiaanvraag verricht volgens de bepalingen van het Europees Octrooiverdrag kan, naar keuze van de aanvrager, ingediend worden hetzij bij de Dienst, hetzij bij het Europees Octrooibureau.
§ 2. De octrooiaanvraag verricht volgens de bepalingen van het Europees Octrooiverdrag, door personen die de Belgische nationaliteit bezitten of hun woonplaats of hun zetel in België hebben en die de verdediging van het grondgebied of de veiligheid van de Staat kan aanbelangen moet bij de Dienst worden ingediend. De bepalingen van de wet van 10 januari 1955 betreffende de bekendmaking en de toepassing der uitvindingen en fabrieksgeheimen welke de verdediging van het grondgebied of de veiligheid van de Staat aanbelangen (...) zijn hierop van toepassing. <W 2007-04-21/07, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 13-12-2007; zie ook art. 15>
§ 3. De Europese octrooiaanvraag verleent niet de in het artikel 64 van het Europees Octrooiverdrag bedoelde bescherming. Een redelijke vergoeding, vastgesteld volgens de omstandigheden, kan echter geëist worden van elke persoon die de uitvinding waarop de aanvraag betrekking heeft in België heeft geëxploiteerd vanaf de dag waarop de conclusies voor het publiek toegankelijk zijn gemaakt bij de Dienst of aan deze persoon zijn verstrekt in één van de officiële nationale talen.
Art.4.[1 Op het Europees octrooi dat verleend werd na een Europese verleningsprocedure, zijn de bepalingen van het Europees Octrooiverdrag die gelden na verlening van toepassing.]1
----------
(1)<W 2014-04-19/60, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 22-09-2014>
Art.5.[1 § 1. Het Europees octrooi zonder eenheidswerking, zoals verleend naar aanleiding van een aanvraag waarin België wordt aangewezen, of zoals in stand gehouden in gewijzigde vorm door het Europees Octrooibureau, verleent aan de houder ervan, onafhankelijk van de officiële taal van het Europees Octrooibureau waarin het octrooi wordt verleend, en in voorkomend geval in stand gehouden, dezelfde rechten als die welke een Belgisch octrooi hem zou verlenen, te rekenen vanaf de datum waarop de vermelding van de verlening van het octrooi in het Europees Octrooiblad gepubliceerd wordt, of, in voorkomend geval, van de beslissing aangaande het behoud van het octrooi in de gewijzigde vorm.
§ 2. De Dienst houdt een register van alle Europese octrooien zonder eenheidswerking bedoeld in paragraaf 1 die gevolgen hebben op het nationaal grondgebied. De Dienst stelt de tekst van het octrooi in de officiële taal van het Europees Octrooibureau waarin het octrooi werd verleend en, in voorkomend geval, in stand gehouden, ter beschikking van het publiek.
§ 3. De Dienst ontvangt de nationale taksen voor de instandhouding van het Europees octrooi zonder eenheidswerking voor de jaren die volgen op het jaar waarin de publicatie heeft plaatsgehad van de vermelding van de verlening van het octrooi.]1
----------
(1)<W 2016-06-29/01, art. 48, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 5/1. [1 De Dienst stelt taaltechnologische diensten die de automatische vertaling van octrooi-informatie mogelijk maken, ter beschikking via een door de Koning aangeduide website waar de Europese octrooiaanvragen en de verleende Europese octrooien onder gelijke voorwaarden kunnen geraadpleegd worden in alle nationale talen.
De Koning kan de nadere regels en de voorwaarden van terbeschikkingstelling van de bedoelde taaltechnologische diensten verder uitwerken.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2011-01-10/05, art. 51, 003; Inwerkingtreding : onbepaald >
Art. 5/2. [1 De bepalingen van de Overeenkomst betreffende het eengemaakt octrooigerecht zijn van toepassing op de Europese octrooien zonder eenheidswerking die op het Belgische grondgebied als een nationaal octrooi van kracht zijn geworden, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 83(1) tot (3) en (5) van deze overeenkomst.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-19/60, art. 29, 004; Inwerkingtreding : 22-09-2014>
Art. 5/3. [1 Wanneer de eenheidswerking van een Europees octrooi is geregistreerd krachtens de Verordening 1257/2012, wordt dit Europees octrooi geacht niet als een nationaal octrooi van kracht te zijn geworden op de datum van de publicatie van de vermelding van de verlening in het Europees Octrooiblad.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2014-04-19/60, art. 30, 004; Inwerkingtreding : 22-09-2014>
Art.6.[1 De hoven en rechtbanken kunnen een volledige vertaling eisen van de aanvraag of van het verleend Europees octrooi zonder eenheidswerking, in de taal van de gerechtelijke procedure.]1
----------
(1)<W 2016-06-29/01, art. 49, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.7.§ 1. Voor zover een Belgisch octrooi betrekking heeft op een uitvinding waarvoor een Europees octrooi is verleend aan dezelfde uitvinder of aan zijn rechtverkrijgende met dezelfde aanvraagdatum of indien voorrang is ingeroepen met dezelfde voorrangsdatum, heeft het Belgisch octrooi voor zover het dezelfde uitvinding als het Europees octrooi beschermt geen rechtsgevolgen meer vanaf de datum waarop :
a) De voor het instellen van oppositie tegen het Europees octrooi vastgestelde termijn is verstreken zonder dat oppositie is ingesteld.
b) De oppositieprocedure is afgesloten waarbij het Europees octrooi is in stand gehouden.
Het beëindigen of de nietigverklaring van het Europees octrooi op een later tijdstip laat de bepalingen van dit artikel onverlet.
§ 2. (De [1 ondernemingsrechtbank]1 van Brussel stelt vast) dat het Belgisch octrooi opgehouden heeft geheel of gedeeltelijk rechtsgevolgen te hebben in de voorwaarden bepaald in § 1. <W 2007-04-21/07, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 13-12-2007; zie ook art. 15>
De hoven en rechtbanken zijn gehouden hun vonnissen en arresten binnen de maand aan de Dienst ter kennis te brengen.
§ 3. Wanneer het arrest of het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan dan wordt de vaststelling ingeschreven in het register en ter kennis van het publiek gebracht.
----------
(1)<W 2018-04-15/14, art. 252, 006; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art.8. De eigenaar van een Europese aanvraag kan vragen in de gevallen bedoeld in artikel 135, § 1, onder a, van het Europees Octrooiverdrag de nationale verleningsprocedure te beginnen. Deze aanvraag zal afgewezen worden indien er niet binnen een termijn van drie maanden na ontvangst door de Dienst, van de aanvraag tot omzetting aan de volgende voorwaarden is voldaan :
a) De betaling van de nationale indieningstaks;
b) De indiening van de tekst van de aanvraag in één van de nationale talen indien de Europese octrooiaanvraag niet gesteld is in één van deze talen.
Het documentair verslag kan, indien het is opgesteld door het Europees Octrooibureau gebruikt worden in de verleningsprocedure.
Art.9. De Koning wijst de nationale autoriteiten aan tot wie het Europees bureau zich kan wenden voor administratieve en gerechtelijke samenwerking in toepassing van artikel 131 van het Europees Octrooiverdrag.
Art. 10.Het verzoek om een technisch advies bedoeld in artikel 25 van het Europees Octrooiverdrag [1 ...]1 mag rechtstreeks aan het Europees Octrooibureau gestuurd worden.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
----------
(1)<W 2016-06-29/01, art. 50, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2017>