23 FEBRUARI 1977. - Koninklijk besluit tot inrichting van de Nationale Kas voor Rampenschade. (NOTA : opgeheven voor wat de tegemoetkoming voor schade, aangericht door algemene rampen in het Vlaamse Gewest betreft bij BVR2016-12-23/72, art. 35, §2, 3°, 005; Inwerkingtreding : 01-03-2017) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-03-1991 en tekstbijwerking tot 15-05-2020)
HOOFDSTUK 1. - Zetel van de Nationale Kas voor Rampenschade.
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Verrichtingen betreffende de herstelling van de oorlogsschade aan private goederen, waarmee de Nationale Kas belast is.
Art. 2-6
HOOFDSTUK 3. - Verrichtingen betreffende de financiële staatstussenkomst wegens schade aan private goederen, veroorzaakt in verband met de overgang van de Democratische Republiek Kongo tot de onafhankelijkheid.
Art. 7-8
HOOFDSTUK 4. - Verrichtingen betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen.
Art. 9-10
HOOFDSTUK 5. - Algemene beschikkingen.
Art. 11-15
HOOFDSTUK 6. - Allerhande bepalingen.
Art. 16-19
HOOFDSTUK 1. - Zetel van de Nationale Kas voor Rampenschade.
Artikel 1.De Nationale Kas voor Rampenschade heeft haar zetel in de Brusselse agglomeratie.
Zij wordt beheerd, onder het gezag van de [2 Minister van Binnenlandse Zaken]2, door de Directeur-generaal van de [2 Algemene Directie Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken]2, die de titel voert van administrateur van de Nationale Kas voor Rampenschade.
----------
(1)<KB 2015-11-19/07, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 03-01-2016>
(2)<KB 2020-05-06/07, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK 2. - Verrichtingen betreffende de herstelling van de oorlogsschade aan private goederen, waarmee de Nationale Kas belast is.
Art.2. De Nationale Kas betaalt, op het zien van betaalorders gecreëerd door de Minister van Openbare Werken, optredend als ordonnateur van de uitgaven :
a) de overeenkomstig de desbetreffende wetsbepalingen toegekende herstelvergoedingen betreffende oorlogsschade aan private goederen, alsmede de voorschotten op deze vergoedingen;
b) de sommen uittrekbaar op de wederopbouwkredieten verleend door de instellingen die werden aangewezen in toepassing van artikel 12 van de wetten betreffende de herstelling der oorlogsschade aan private goederen, samengeordend op 30 januari 1954;
c) de interestenaandelen door de Staat ten laste genomen overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Regent van 31 december 1948, tot vaststelling van de toekenningsmodaliteiten van de herstelkredieten inzake oorlogsschade;
d) het deel van de door de Staat gewaarborgde kredieten, dat niet zou terugbetaald worden door een in gebreke blijvende schuldplichtige gesinistreerde.
Art.3. De wederopbouwkredieten verleend door de aangenomen instellingen en waaraan de Staat zijn waarborg verbindt overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 12 tot 15 van de wetten betreffende de herstelling der oorlogsschade aan private goederen, samengeordend op 30 januari 1954, worden ter beschikking van de rechthebbenden gesteld door toedoen van de Nationale Kas voor Rampenschade.
De aangewezen instellingen storten het bedrag van deze kredieten in de Nationale Kas, in eenmaal of bij gedeelten, op verzoek van de Minister van Openbare Werken.
Art.4. De Minister van Openbare Werken gaat na of de vergoedingen, voorschotten op vergoedingen en herstelkredieten een bestemming krijgen die strookt met de bepalingen van artikel 8, § 3, van de wetten betreffende de herstelling der oorlogsschade aan private goederen, samengeordend op 30 januari 1954, voor zover uit de vergoedingsbeslissing zelf niet blijkt dat zij deze bestemming hebben gekregen.
Art.5. Wanneer de wederbelegging gecontroleerd is door de Minister van Openbare Werken en in de mate waarin bedoelde wederbelegging gerechtvaardigd wordt door niet betaalde fakturen of staten, overgelegd door de gesinistreerde, worden de vergoedingen, voorschotten op vergoedingen en herstelkredieten, op last van de gesinistreerde, rechtstreeks aan de belanghebbende leveranciers of dienstverstrekkers uitbetaald.
In alle andere gevallen en onverminderd de toepassing van §§ 2 en 3 van artikel 53 der wetten betreffende de herstelling der oorlogsschade aan private goederen, samengeordend op 30 januari 1954, geschiedt de betaling aan de gesinistreerde ten belope van het bedrag der aangenomen wederbelegging.
Art.6. De financiële dienst van de door de Nationale Kas voor Rampenschade geëmitteerde leningen, wordt verzekerd door de Rijkskassier, volgens de door de Minister van Financiën vastgestelde modaliteiten.
De bij uitloting aflosbare effecten worden vernietigd ten hoogste een jaar na de datum van hun terugbetaling; de bij inkoop ter beurze aflosbare effecten worden vernietigd ten hoogste een jaar na de datum van hun aankoop; de vernietiging geschiedt ten overstaan van een gedelegeerde van de nationale Kas en van een gedelegeerde van het Rekenhof; proces-verbaal van deze verrichtingen wordt opgemaakt.
De rentecoupons niet geïnd binnen vijf jaar met ingang van de verschijndag verjaren ten bate van de Nationale Kas voor Rampenschade; hetzelfde geldt voor de hoofdsom van de obligatiën die niet ter uitkering voorgelegd worden binnen een termijn van dertig jaar met ingang van de voor de terugbetaling vastgestelde datum alsmede, eventueel voor de hoofdsom der er aan toegekende loten.
Na ontbinding van de Nationale Kas voor Rampenschade geschieden de in de vorige alinea bedoelde verjaringen ten bate van de Schatkist.
De bepalingen van onderhavig artikel zijn eveneens van toepassing op de ter voldoening aan het Regentsbesluit van 12 november 1947 geëmitteerde eerste tranche van de Lening tot Wederopbouw.
HOOFDSTUK 3. - Verrichtingen betreffende de financiële staatstussenkomst wegens schade aan private goederen, veroorzaakt in verband met de overgang van de Democratische Republiek Kongo tot de onafhankelijkheid.
Art.7. De Nationale Kas voor Rampenschade betaalt op het zien van betaalorders, gecreëerd door de Minister van Openbare Werken, optredend als ordonnateur van de uitgaven, de herstelvergoedingen wegens schade aan private goederen veroorzaakt in verband met de overgang van de Democratische Republiek Kongo tot de onafhankelijkheid.
Art.8. <KB 23-08-1977, art. 1> De vergoeding wordt uitbetaald door de afgifte aan de rechthebbenden van obligaties van de leningen van het Belgisch-Kongolees Fonds voor delging en beheer.
Het gedeelte van de vergoeding dat niet overeenkomt met de nominale waarde van een geheel van obligaties wordt in speciën betaald.
HOOFDSTUK 4. - Verrichtingen betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen.
Art.9. § 1. De Nationale Kas betaalt op het zien van betaalorders die haar door de Minister van Openbare Werken worden overgemaakt, de uitgaven die betrekking hebben op het herstel van schade veroorzaakt aan private goederen door algemene rampen en die vermeld staan in artikel 35, § 1 van de wet van 12 juli 1976.
§ 2. De Nationale Kas betaalt op het zien van betaalorders die haar door de Minister van Landbouw worden overgemaakt, de uitgaven die betrekking hebben op het herstel van schade veroorzaakt aan private goederen door landbouwrampen en die vermeld staan in artikel 35, § 1, van de wet van 12 juli 1976.
Art.10. De herstelkredieten, geopend door de aangenomen kredietinstellingen en waaraan de Staat zijn waarborg verbindt overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, A, 2° en B, 2° van de wet van 12 juli 1976, worden ter beschikking van de rechthebbenden gesteld door toedoen van de Nationale Kas voor Rampenschade.
De aangenomen kredietinstellingen storten het bedrag van deze kredieten in de Nationale Kas, in eenmaal of bij gedeelten, op verzoek van de Minister van Openbare Werken of de Minister van Landbouw, naargelang het gaat over kredieten bedoeld in artikel 9, A, 2° of 9, B, 2° van dezelfde wet.
HOOFDSTUK 5. - Algemene beschikkingen.
Art.11.[1 Minister van Binnenlandse Zaken]1 en, naargelang van het geval, de Minister van Openbare Werken of de Minister van Landbouw bepalen de vorm van de door de Nationale Kas uit te voeren betaalorders.
----------
(1)<KB 2020-05-06/07, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.12. De Minister van Openbare Werken en de Minister van Landbouw maken de dossiers tot staving van de regelmatigheid der door de Nationale Kas gedurende het jaar op hun bevel gedane betalingen rechtstreeks over aan het Rekenhof.
Art.13. De Nationale Kas maakt maandelijks aan de Minister van Openbare Werken en aan de Minister van Landbouw een staat over, betreffende haar financiële toestand.
Art.14.De Nationale Kas laat zich een rekening openen bij [1 bpost]1 en, eventueel, bij de Nationale Bank van België. <W 1991-03-21/30, art. 130, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1992>
----------
(1)<W 2010-12-13/07, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 17-01-2011>
Art.15.
<Opgeheven bij KB 2020-05-06/07, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK 6. - Allerhande bepalingen.
Art.16. <wijzigingsbepaling van art. 4 van R 15-10-1948>
Art.17. Opgeheven worden :
1° het besluit van de Regent van 29 juni 1948 houdende inrichting van de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade, gewijzigd bij het besluit van de Regent van 15 maart 1950 en de koninklijke besluiten van 15 oktober 1951 en 17 oktober 1956;
2° het koninklijk besluit van 11 maart 1966 tot uitvoering van artikel 11, § 1, van de wet van 14 april 1965 tot regeling van de financiële staatstussenkomst wegens schade aan private goederen, veroorzaakt in verband met de overgang van de Democratische Republiek Kongo tot de onafhankelijkheid.
Art.18. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 23 augustus 1976.
Art. 19. Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Landbouw en Onze Minister van Openbare Werken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.