30 NOVEMBER 1976. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief voor akten [en prestaties] van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken [...]. <KB2024-05-18/22, art. 1, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024> (NOTA : na de invoering van de euro door KB2000-07-20/56, in wat betreft de laatste indexatie van Tarief der akten 2018, zie VARIA2017-12-20/01, art. M, Inwerkingtreding : 01-01-2018) (NOTA : art. 15 gewijzigd in de toekomst door KB2019-04-07/01, art. 1, 021; Inwerkingtreding : 01-10-2019; 01-12-2019) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-06-1985 en tekstbijwerking tot 19-06-2024)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Gegradueerde [1 erelonen]1.
Art. 6-8
HOOFDSTUK IIbis. [1 - Administratieve dossierkosten]1
Art. 8/1
HOOFDSTUK III. [1 - Degressieve erelonen]1
Art. 9-11
HOOFDSTUK IV. [1 - Vergoeding per tijdseenheid]1
Art. 12
HOOFDSTUK V. - Vaste [1 erelonen]1.
Art. 13
HOOFDSTUK VI. [1 - Getarifeerde uitgaven]1
Art. 14-15
HOOFDSTUK VII. [1 - Getuigen]1
Art. 16-17
HOOFDSTUK VIII.
Art. 18
HOOFDSTUK IX. - Diverse bepalingen.
Art. 19-22
1997010093 2000003479 2004009855 2007010060 2008010034 2009009861 2010010027 2012009001 2012009033 2012009501 2013009556 2014009224 2014009679 2015009820 2016009668 2018011498 2018015131 2018032497 2018040105 2018040309 2019011453 2022093200
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.[1 § 1.]1 De ambtelijke verrichtingen van de gerechtsdeurwaarders zoals deze voorgeschreven zijn door de wettelijke bepalingen in burgerlijke en handelszaken worden al naar het geval vergoed :
1° met gegradueerde [1 erelonen]1,
[1 1° /1 met een administratieve dossierkost,]1
2° [1 met degressieve erelonen,]1
3° [1 met een vergoeding per tijdseenheid,]1
4° met vaste [1 erelonen]1.
[1 Wanneer deze verrichtingen moeten worden uitgevoerd op een zaterdag, een zondag, een wettelijke feestdag of nog buiten de wettelijke uren, of bij hoogdringendheid, dan worden de erelonen en vergoeding per tijdseenheid verdubbeld.]1
[1 De verhoging voor de verrichtingen uitgevoerd bij hoogdringendheid is ten laste van de verzoekende partij.]1
Daarenboven hebben de gerechtsdeurwaarders recht op de terugbetaling [1 van hun uitgaven]1.
[1 § 2. De tariefonderdelen voorgeschreven door dit besluit, met inbegrip van de uitgaven, worden met hun volledige benaming vermeld op het origineel en elk afschrift van de akten en afrekeningen.
De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders houdt de lijst bij van deze toe te passen benamingen en van de volgorde waarin deze verplicht moeten worden vermeld op elk origineel en afschrift.
Deze lijst is publiek raadpleegbaar en op iedere akte staat een verwijzing naar deze lijst.]1
----------
(1)<KB 2024-05-18/22, art. 2, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
Art.2.Het is de gerechtsdeurwaarders verboden :
1° [1 af te wijken van de in dit besluit vastgelegde tarieven]1;
2° [1 ...]1
3° [1 tariefonderdelen]1 met anderen, tenzij ambtgenoten, te delen;
4° aan hun [1 opdrachtgevers]1 gedeeltelijke of volledige kwijtschelding te geven van hun [1 erelonen, kosten en uitgaven]1;
[1 5° af te wijken van de wettelijke toerekening van betalingen met betrekking tot het inhouden van hun erelonen en uitgaven of ristorno's te geven.]1
----------
(1)<KB 2024-05-18/22, art. 3, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
Art.3.
<Opgeheven bij KB 2024-05-18/22, art. 4, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
Art.4.[1 § 1.]1 De gerechtsdeurwaarders hebben het recht :
1° [1 alle stukken van het dossier onder zich te houden tot de volledige betaling van hun staat van kosten, erelonen en uitgaven.]1
Van die stukken dient evenwel, zonder verplaatsing, in [1 geval van]1 een rechtmatig, eventueel als dusdanig [1 door de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders of]1 door de Raad van de Arrondissementskamer erkend belang, mededeling te worden gedaan aan elke openbare of ministeriële ambtenaar, of aan elke [1 elke betrokken partij]1, die dit verzoekt.
2° [1 ...]1
3° de totale kosten van elke gedane verrichting, [1 ereloon, uitgaven]1 of vergoeding voor reiskosten, [1 af te ronden tot op de cent naar boven of naar beneden naargelang de duizendsten de vijf bereiken of niet]1; <KB 2000-07-20/56, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
4° het nodige voorschot te eisen alvorens de gevraagde opdrachten te verrichten.
[1 § 2. De gerechtsdeurwaarders hebben het recht tot betaling van een tweede van het ereloon, voor een opgemaakte maar niet-betekende akte en voor een akte betekend in toepassing van artikel 519, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek.]1
----------
(1)<KB 2024-05-18/22, art. 5, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
Art.5.[1 De in dit besluit bedoelde vergoedingen en de minimum- en de maximumbedragen erin bepaald worden jaarlijks op 1 januari van rechtswege aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen door de volgende formule: basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.
Het nieuwe indexcijfer is het gemiddelde indexcijfer der consumptieprijzen voor de periode augustus-september-oktober-november voorafgaand aan elke aanpassing van de erelonen of bedragen bedoeld in het eerste lid.
De eerste indexering vindt plaats op 1 januari 2025 en het aanvangsindexcijfer is het gemiddeld indexcijfer der consumptieprijzen voor de periode augustus-september-oktober-november 2023, namelijk 128,73 (Basis 2013).
Bij de vaststelling van de bedragen worden de eurogedeelten afgerond tot op de cent naar boven of naar beneden naargelang de duizendsten de vijf bereiken of niet.]1
----------
(1)<KB 2024-05-18/22, art. 6, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
HOOFDSTUK II. - Gegradueerde [1 erelonen]1.
----------
(1)
Art.6.§ 1. Tot vaststelling van de gegradueerde [1 erelonen]1 worden [1 alle verrichtingen]1 van de gerechtsdeurwaarders [1 , waaronder akten, processen-verbaal of opstellen van verzoekschriften, ingedeeld in drie klassen van A tot C]1.
[1 De klasse]1 wordt bepaald door het gevorderde bedrag of door het bij de verrichting beoogde doel, geschat overeenkomstig de regelen vastgesteld bij de artikelen 557 tot 562 van het Gerechtelijk Wetboek [1 en, zo er een uitvoerbare titel voorhanden is, volgens de bepalingen van artikel 8, § 2, van dit besluit]1.
[1 Die klassen zijn:
- Klasse A, tot 2.000 EUR;
- Klasse B, van 2.000,01 EUR tot 5.000 EUR;
- Klasse C, vanaf 5.000,01 EUR en voor alle zaken met onbepaalde waarde of van gemengde aard.]1
[1 Voor alle akten betreffende vorderingen ten aanzien van natuurlijke personen waarvoor de vrederechter conform artikel 591, 25°, van het Gerechtelijk Wetboek bevoegd is, wordt het ereloon, ongeacht het bedrag, op het tarief gebracht bepaald voor de verrichtingen ingedeeld onder klasse A.
Voor alle akten betreffende vorderingen waarvoor de familie- en jeugdrechtbank conform artikel 572bis van het Gerechtelijk Wetboek bevoegd is, wordt het ereloon, ongeacht het bedrag, op het tarief gebracht bepaald voor de verrichtingen ingedeeld onder klasse B.]1
§ 2. [1 Voor de verrichtingen onder paragraaf 1 geldt het volgende tarief:
Klassen :
A : 125 EUR; B : 175 EUR; C : 250 EUR.
Behoudens voor de akten bedoeld in paragraaf 1, vierde lid, wordt wanneer een akte bepalingen bevat die uit elkander voortvloeien of van elkander afhankelijk zijn, zodanig dat ze, in rechte, maar één verrichting in zich sluiten, alleen het ereloon voor de hoogst getarifeerde bepaling geheven.
Een solidariteitsfonds dat bij de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders wordt opgericht komt tussen in de betaling van het gegradueerd ereloon voor inleidende akten bedoeld in paragraaf 1, vierde lid, en gemeengemaakte beslagen daaruit voortvloeiend, de daaropvolgende aanslag van een aanplakbiljet en eventuele nieuwe verkoopdag, alsook de neerlegging van een bericht van minnelijke schuldbemiddeling door een gerechtsdeurwaarder op vraag van een schuldbemiddelaar als bedoeld in artikel VII.115 van het Wetboek economisch recht.]1
§ 3. [1 In het ereloon zijn begrepen: het origineel exploot, alle afschriften te betekenen op eenzelfde adres, het opladen van het exploot op het in artikel 32quater/2 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde register, en, in voorkomend geval, de toezending van het origineel stuk of een afschrift ervan aan de verzoeker of aan diens raadsman. Voor iedere betekening op een bijkomend adres is, ongeacht het aantal afschriften, een tweede van de erelonen bedoeld in paragraaf 2 verschuldigd.]1
§ 4. [1 ...]1
§ 5. [1 Ingeval het ereloon tussen gerechtsdeurwaarders gedeeld wordt, komt één derde van het in paragraaf 2 bepaald gegradueerd ereloon toe aan de gerechtsdeurwaarder die de akte opmaakt, en twee derden aan de instrumenterende gerechtsdeurwaarder.]1
----------
(1)<KB 2024-05-18/22, art. 8, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
Art.7.
<Opgeheven bij KB 2024-05-18/22, art. 9, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
Art.8.[1 § 1. Wanneer de schuldenaar een schuld geheel of gedeeltelijk betaalt ingevolge de tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder in het kader van de gerechtelijke invordering van een geldsom of in het kader van de buitengerechtelijke invordering van een geldsom, of wanneer de betaling bestaat uit de afgifteverplichting van een goed, is een invorderingsereloon verschuldigd, ongeacht in wiens handen de betaling of de afgifte gebeurt.
§ 2. Het invorderingsereloon wordt berekend op het totaal van alle in te vorderen sommen, ongeacht hun aard.
Hieronder wordt begrepen: de hoofdsom, verwijlinteresten, schadebedingen, gerechtskosten, rechtsplegingsvergoeding, verbeurde dwangsommen, administratieve dossierkosten en het veroordelingsrecht.
§ 3. Het invorderingsereloon bestaat uit een degressief ereloon dat vastgesteld wordt in functie van het totaal in te vorderen bedrag bedoeld in paragraaf 2, als volgt:
- 8 % op de eerste 2.500 EUR;
- 5 % op het gedeelte van 2.500,01 EUR tot 5.000 EUR;
- 2 % op het gedeelte van 5.000,01 EUR tot 10.000 EUR;
- 1 % op het gedeelte van 10.000,01 EUR tot 25.000 EUR;
- 0,5 % op het gedeelte van 25.000,01 EUR tot 50.000 EUR;
- 0,25 % op het gedeelte van 50.000,01 EUR tot 100.000 EUR;
- 0,10 % op het resterende gedeelte.
Het invorderingsereloon wordt pro rata per betaling aangerekend totdat het totaal verschuldigd invorderingsereloon is bereikt.
§ 4. Het invorderingsereloon bedraagt minimum 15 EUR.
Voor vorderingen, zoals bedoeld in het artikel 6, § 1, vierde lid, bedraagt het invorderingsereloon maximum 100 EUR.
§ 5. In geval van afgifte van een goed wordt het invorderingsereloon berekend op de waarde van de zaak, overeenkomstig het degressief ereloon bepaald in paragraaf 3. Als de waarde van de zaak niet kan bepaald worden, wordt dit ereloon vastgelegd op 200 EUR.]1
----------
(1)<KB 2024-05-18/22, art. 10, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
HOOFDSTUK IIbis. [1 - Administratieve dossierkosten]1
----------
(1)
Art.8/1. [1 Voor iedere gerechtelijke invordering of buitengerechtelijke invordering van een geldsom is een forfaitaire administratieve dossierkost van 50 EUR verschuldigd.
Dit bedrag wordt eenmaal aangerekend per dossier door de gerechtsdeurwaarder die het dossier opstart en omvat, in afwijking van artikel 1, § 1, vierde lid:
1° alle handelingen en kosten met betrekking tot het identificeren van de schuldenaar;
2° alle handelingen en kosten tot het voeren van een solvabiliteitsonderzoek van de schuldenaar;
3° alle mogelijke administratieve handelingen verbonden met de opstart en het beheer van het dossier.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2024-05-18/22, art. 12, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
HOOFDSTUK III. [1 - Degressieve erelonen]1
----------
(1)
Art.9.
<Opgeheven bij KB 2024-05-18/22, art. 14, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
Art.10.[1 Voor elke gerechtelijke openbare verkoop of gerechtelijke verkoop uit de hand, evenredige verdeling, pandverzilvering of sekwesteropdracht wordt een degressief ereloon toegekend, zoals bepaald in artikel 8, op het totaalbedrag van de toewijzing, het te verdelen bedrag, de opbrengst van een pandverzilvering of op het bedrag van de schatting of waardebepaling van het voorwerp van het sekwester.
Het ereloon mag niet minder dan 300 EUR bedragen per verkoping, 400 EUR per evenredige verdeling, en 1.000 EUR per pandverzilvering of sekwesteropdracht.]1
----------
(1)<KB 2024-05-18/22, art. 15, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
Art.11.
<Opgeheven bij KB 2024-05-18/22, art. 16, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
HOOFDSTUK IV. [1 - Vergoeding per tijdseenheid]1
----------
(1)
Art.12.[1 § 1. Per begonnen tijdseenheid van 30 minuten wordt een vergoeding toegekend:
1° voor elk beslag op roerend goed, beslag onder derden, beslag op onroerend goed, voor een proces-verbaal van niet-bevinding, voor een proces-verbaal van reële executie en werkzaamheden en voor een proces-verbaal van vaststelling van materiële feiten in opdracht van een magistraat of in uitvoering van een gerechtelijke of een administratieve titel of opdracht;
2° voor de organisatie van de verrichtingen vermeld onder 1° en voor iedere prestatie die ertoe strekt een procedure van tenuitvoerlegging te vermijden.
§ 2. De vergoeding bedoeld in paragraaf 1 bedraagt 50 EUR.
De gerechtsdeurwaarder vermeldt het tijdstip waarop de verrichtingen beginnen en eindigen, en de duur van de onderbrekingen: wanneer die formaliteit niet is vervuld, kan uitsluitend de vergoeding voor een tijdseenheid van 30 minuten worden aangerekend.]1
----------
(1)<KB 2024-05-18/22, art. 18, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
HOOFDSTUK V. - Vaste [1 erelonen]1.
----------
(1)
Art.13.[1 Aan de gerechtsdeurwaarder wordt toegekend:
1° een ereloon van 2,85 EUR per begonnen bladzijde voor het éénsluidend verklaren van stukken of bijlagen;
2° een ereloon van 15 EUR:
a) voor de opvraging van een uitgifte of een afschrift van een rechterlijke beslissing, van een uittreksel uit de ter griffie neergelegde minuten of akten, van een notariële akte en voor de opvraging van attesten en certificaten;
b) voor iedere opzoeking en inlichting betreffende een partij voor zover niet begrepen in de administratieve dossierkost bepaald in artikel 8/1 of in het ereloon bepaald in de bepaling onder 3° van dit artikel;
c) telkens een wettelijke bepaling de gerechtsdeurwaarder in de uitoefening van zijn ambt verplicht om over zijn handelingen informatie te delen of daaraan publiciteit te geven;
d) voor het opvragen van kadastrale uittreksels, voor het opvragen van een hypothecair getuigschrift, voor de opzoekingen en inlichtingen met betrekking tot de aanduiding van de onroerende goederen of tot de beschrijving van de in beslag te nemen zeeschepen en binnenschepen;
e) voor de neerlegging van een verzoekschrift;
f) voor iedere verzonden en ontvangen aangifte van schuldvordering;
g) voor het afleveren aan een andere gerechtsdeurwaarder van een gewaarmerkt afschrift of een uittreksel van een eerder opgesteld proces-verbaal van beslag, in toepassing van artikel 1524 van het Gerechtelijk Wetboek;
h) voor het opstellen van uittreksels en borderellen van alle akten van hun ambt of van documenten in hun bezit en voor het opstellen van attesten;
3° een ereloon van 25 EUR:
a) eenmalig voor het opmaken, verzenden en de opvolging van een aanmaning, voor zover niet inbegrepen in de administratieve dossierkost bepaald in artikel 8/1 of in het ereloon bepaald in b);
b) jaarlijks voor alle bijkomende handelingen strekkende tot opzoekingen en inlichtingen betreffende de schuldenaar en alle communicatie met de schuldenaar in de fase van de effectieve tenuitvoerlegging;
4° een forfaitair ereloon van 200 EUR voor een gemeengemaakt beslag, onverminderd de toepassing van artikel 6, § 2, derde lid;
5° een forfaitair ereloon van 230 EUR voor het opmaken van een proces-verbaal van minnelijke verkoop zoals bepaald in artikel 1526bis van het Gerechtelijk Wetboek;
6° een ereloon van 1 % op het bedrag van de titel voor een akte van protest, met een minimum van 50 EUR en een maximum van 250 EUR. Dit ereloon omvat eveneens de kosten verbonden aan de schrapping van het bericht van protest;
7° een forfaitair ereloon van 460 EUR voor het opmaken en afhandelen van verrichtingen van kantonnement en consignatie.]1
----------
(1)<KB 2024-05-18/22, art. 20, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
HOOFDSTUK VI. [1 - Getarifeerde uitgaven]1
----------
(1)
Art.14.
<Opgeheven bij KB 2024-05-18/22, art. 22, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
Art.15.[1 Aan de gerechtsdeurwaarder wordt toegekend:
1° voor de vertaling van de akten en van de betekende stukken, met inbegrip van het afschrift van de vertaling, 20 EUR per volledige bladzijde. Deze vergoeding wordt met 50 % verminderd indien de vertaling geen halve pagina beslaat;
2° voor zijn reis: voor ieder origineel van een akte een vaste vergoeding van 18 EUR.
De vergoeding voor reiskosten mag niet worden aangerekend voor een betekening op elektronische wijze zoals bedoeld in artikel 32quater/1 van het Gerechtelijk Wetboek, of voor een betekening aan de Procureur des Konings zoals bedoeld in de artikelen 38, 40 en 42 van het Gerechtelijk Wetboek, of voor de protesten die worden opgemaakt door de gerechtsdeurwaarders overeenkomstig de artikelen 2 en 5, § 1, van de protestwet van 3 juni 1997.]1
----------
(1)<KB 2024-05-18/22, art. 23, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
HOOFDSTUK VII. [1 - Getuigen]1
----------
(1)
Art.16.
<Opgeheven bij KB 2024-05-18/22, art. 25, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
Art.17.§ 1. Aan de getuigen [1 , met uitzondering van de personeelsleden van het operationele kader van de geïntegreerde politie,]1 die geroepen worden om de gerechtsdeurwaarder bij te staan in de gevallen waar hun tussenkomst bij de wet wordt gevorderd, wordt voor [2 elke begonnen tijdsduur van dertig minuten]2 een bedrag van [2 8,32 EUR]2 toegekend. [2 ...]2
(§ 2. Eventuele reiskosten van getuigen worden aan de gerechtsdeurwaarder terugbetaald [2 pro]2 rata van de helft van het bedrag bepaald in artikel 15, eerste lid, [2 2°]2.) <KB 1998-12-08/40, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
§ 3. In de bij de wet voorgeschreven gevallen ontvangt een bewaarder [2 100 EUR]2 per dag. <KB 09-03-1983, art. 11>
§ 4. [1 ...]1
----------
(1)<KB 2012-01-19/05, art. 1, 014; Inwerkingtreding : 10-02-2012>
(2)<KB 2024-05-18/22, art. 26, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
HOOFDSTUK VIII.
Art.18.
<Opgeheven bij KB 2024-05-18/22, art. 27, 022; Inwerkingtreding : 01-10-2024>
HOOFDSTUK IX. - Diverse bepalingen.
Art.19. (Opgeheven) <KB 1998-12-08/40, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
Art.20. Het koninklijk besluit van 12 september 1969 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen wordt opgeheven.
Art.21. Dit besluit treedt in werking op (1 januari 1977.)
<NOTA : Impliciet vervangen door de datum 01-01-1978 bij KB 27-12-1977, art. 13>
Art. 22. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.