22 OKTOBER 1976. _ Koninklijk besluit betreffende boter en botermengsels en houdende de oprichting van een officiële kontrole van de boter. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-12-1976 en tekstbijwerking tot 04-10-2000)
Art. 1-28
Artikel 1. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.2. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.3. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.4. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.5. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.6. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.7. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.8. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.9. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.10. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.11. (opgeheven) <KB 1988-05-06/33, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.12. Er wordt een officiële boterkontrole ingericht, ten einde de verbruiker de nodige waarborg te geven aangaande de oorsprong en de hoedanigheid van dit produkt.
Art.13. (opgeheven) <KB 2000-09-17/40, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 04-10-2000>
Art.14. (opgeheven) <KB 2000-09-17/40, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 04-10-2000>
Art.15. (opgeheven) <KB 2000-09-17/40, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 04-10-2000>
Art.16. De boter voortgebracht door de ondernemingen die zuivelprodukten bereiden of verwerken en aangenomen zijn overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 oktober 1968 betreffende de voorafgaande aanneming der ondernemingen die zuivelprodukten vervoeren, bereiden, verwerken of conditioneren zal, als gevolg van een officiële keuring, in een der drie hiernavolgende categorieën gerangschikt worden :
1e categorie : melkerijboter; extra kwaliteit;
2e categorie : melkerijboter;
3e categorie : boter.
De boter, bestaande uit een mengeling van melkerijboter van extra kwaliteit zullen, als gevolg van deze keuring in één van de bovenvermelde categorieën worden gerangschikt.
Die keuring geschiedt volgens een reglement dat door de Minister van Landbouw wordt vastgesteld op advies van de Nationale Zuiveldienst.
Art.17. Het keuringsreglement wordt aan elk der bij artikel 16 bedoelde ondernemingen medegedeeld.
Het voorziet onder meer een laboratoriumanalyse der boter en een onderzoek betreffende haar organoleptische hoedanigheden. De rangschikking der boter volgens de bij artikel 16 voorziene categorieën geschiedt op grond van een bij het reglement bepaald puntensysteem.
De beoordeling van de organoleptische hoedanigheden wordt gedaan door een jury, waarvan de leden door de Minister van Landbouw worden aangewezen.
Art.18. De boter voortgebracht door de onder artikel 16 bedoelde ondernemingen mag alleen uitgestald of ten verkoop aangeboden, verkocht, vervoerd of in voorraad gehouden worden met het oog op de verkoop of de levering, in een verpakking of recipiënt die de vermelding "melkerijboter extra kwaliteit" of "melkerijboter" of "boter" draagt, volgens de categorie in dewelke zij gerangschikt is.
De vermelding "gepasteuriseerde" mag toegevoegd worden aan een der hierboven vermeldingen om het produkt aan te duiden dat op een degelijke wijze de overeenstemmende bewerking ondergaan heeft.
(De vermelding "uit zoete room" mag uitsluitend gebruikt worden voor boter, gefabriceerd uit room waarvan de pH hoger is dan 5,5.) <KB 1988-05-06/33, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 1988-06-03>
Art.19. Elke onderneming bedoeld in artikel 16 dient in elk der inrichtingen waar door haar of voor haar rekening boter wordt opgeslagen, te allen tijde te beschikken over een genummerd en geparafeerd register waarin naarmate van de bereiding, of van de inslag of uitslag van boter, duidelijk leesbaar en zonder blanco tussenruimten of doorhalingen, de datum van de bewerking, de hoeveelheid aan de verkrijgen ingeslagen of uitgeslagen boter, en in voorkomend geval, naam en adres van de leverancier of de ontvanger van de boter worden ingeschreven. De opgeslagen kwantiteit waarover de inrichting beschikt zal eveneens, op 't einde van iedere dag, vermeld worden.
Ingeval die ondernemingen zelf of voor hun rekening boter vervoeren, moet het vervoermiddel begeleid worden door een genummerd en geparafeerd boekje. In dit boekje zullen worden ingeschreven, zonder blanco, tussenruimten of doorhalingen, en naarmate de behandelingen, de datum van het opladen of het afladen, de naam en het adres van de leverancier of de ontvanger, alsook de kwantiteit en de natuur van de boter. Nochtans mogen de boterkwantiteiten welke zich op het vervoermiddel bevinden, eveneens op ieder ogenblik gerechtvaardigd worden door de inschrijvingen van het boekje bij het vertrek, of door de faktuurduplicata of door de afleveringsbons. De duplicata moeten aan de bestaande register worden gevoegd op de plaats waar de boter in levering wordt genomen teneinde de opgeslagen kwantiteit te kunnen rechtvaardigen.
De Nationale Zuiveldienst bepaalt de vorm welke zal gegeven worden aan de hierboven voorziene register en boekje, alsook de te volgen voorschriften voor de inschrijving der gegevens die er dienen voor te komen. Die documenten moeten gedurende één jaar bewaard worden en ter beschikking gesteld worden van de ambtenaren belast met de controle.
Art.20. De melkerijboter, gerangschikt in de 1e categorie, moet daarenboven op de verpakking of het recipiënt waarin zij bevat is, een merk dragen dat overeenstemt met het model bepaald door de Minister van Landbouw.
De aanwijzingen en voorwaarden volgens dewelke het controlemerk zal aangebracht worden op de verpakkingen of recipiënten, worden vastgesteld door de Nationale Zuiveldienst, die ze rechtstreeks zal mededelen aan de betrokken ondernemingen.
De Dienst kan daarenboven eisen dat de reproduktie van het controlemerk vergezeld wordt van de aanduiding van de datum van fabrikatie of van een rangnummer dat toelaat deze datum te bepalen.
Art.21. De mengsels van inlandse boter, welke ook hun herkomst zijn alsmede de, in andere inrichtingen als deze waar zij werd voortgebracht, bewerkte of verwerkte boter, mogen slechts voor de verkoop uitgestald of aangeboden, verkocht of met het oog op de verkoop of de levering vervoerd of in voorraad gehouden worden in verpakkingen of recipiënten die de vermelding "boter" dragen.
Nochtans kunnen de bewerkte of verwerkte boter of de mengeling van boter, die uitsluitend melkerijboter van extra kwaliteit bevatten, na officiële keuring, gerangschikt worden in één der drie categoriën, bepaald door art. 16 van het besluit.
De Minister van Landbouw bepaalt de voorwaarden waaraan de zuivelfabrieken en de groothandelaars-herbewerkers moeten voldoen om bewerkte of verwerkte boter of botermengelingen op de officiële keuring aan te bieden.
Art.22. (opgeheven) <KB 1990-04-26/30, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 18-05-1990>
Art.23. De verplichte aanduidingen, voorzien bij de artikelen 15, 16, 18, 20 en 21 van dit besluit moeten worden aangebracht in onuitwisbare, vette, eenvormige en goed leesbare letters, met grotere afmetingen dan al deze die er op voorkomen en van minstens 3 mm. hoogte.
Art.24. Het is verboden op de verpakkingen of recipiënten die boter bevatten welke voor de verkoop uitgestald of aangeboden, verkocht of met het oog op de verkoop vervoerd of in voorraad gehouden wordt, andere vermeldingen aan te brengen of te laten staan dan deze die bij dit besluit of bij de andere wettelijke of reglementaire bepalingen ter zake worden voorgeschreven of toegelaten.
Deze bepaling is niet van toepassing op de boter, herkomstig uit de Lid-Staten van de E.E.G.
Art.25. Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt gestraft met de straffen bepaald bij de wet van 28 maart 1975, betreffende de handel in landbouw, tuinbouw en zeevisserijprodukten.
Art.26. Opgeheven worden :
_ het ministerieel besluit van 1 september 1949 houdende inrichting van een officiële controle van de hoedanigheid der boter, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 5 april 1950, 14 november 1951, 7 oktober 1960 en de koninklijke besluiten van 5 maart 1965 en 4 augustus 1967;
_ artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 januari 1936 betreffende boter, margarine, bereide vetten en andere eetbare vetten.
Art.27. Dit besluit treedt in werking één maand na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, behalve artikelen 1 tot 11, die in werking treden op de door Ons te bepalen datum.
De voorradige of bestelde verpakkingen die het oude controlemerk dragen of die een van de benamingen vermelden als opgelegd door de vorige reglementering mogen nog worden gebruikt gedurende één jaar vanaf de datum van het in werking treden van dit besluit.
Art. 28. Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.