12 MEI 1976. _ Ministerieel besluit houdende vaststelling van de presentiegelden en vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters en leden van de subregionale tewerkstellingscomités.
Art. 1-6
Artikel 1. Voor zover zij niet behoren tot een ministerieel kabinet, tot het rijkspersoneel of tot een openbare dienst, genieten de voorzitters, de plaatsvervangende voorzitters en de leden van de subregionale tewerkstellingscomités, alsmede de deskundigen, van een presentiegeld en van de terugbetaling van eventuele reis- en verblijfkosten onder de hierna vermelde modaliteiten.
Art.2. Een presentiegeld van vijfhonderd frank (500 F) wordt toegekend, per zittingsdag, aan de voorzitters van de comités, alsmede aan de plaatsvervangende voorzitters wanneer zij het voorzitterschap waarnemen.
Art.3. Een presentiegeld van vierhonderd frank (400 F) wordt toegekend, per zittingsdag, aan de leden van de comités, aan de deskundigen alsmede aan de plaatsvervangende leden wanneer zij een effectief lid vervangen.
Art.4. De voorzitters, de plaatsvervangende voorzitters, de effectieve en plaatsvervangende leden, alsmede de deskundigen hebben recht op de terugbetaling van de eventuele reis- en verblijfkosten onder de voorwaarden en volgens de tabel opgesteld voor het personeel van de ministeries. Zij worden gelijkgesteld met de ambtenaren van de rangen 13 en 14.
Art.5. In geval er subcomités opgericht zijn, hebben de voorzitters, de plaatsvervangende voorzitters, de effectieve en plaatsvervangende leden van de comités, alsmede de personen die geroepen zijn om te zetelen in de hoedanigheid van deskundigen in die subcomités, eveneens recht op de presentiegelden en de terugbetaling van hun eventuele reis- en verblijfkosten onder de voorwaarden bepaald in artikel 3 en 4.
Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1976.