23 JANUARI 1976. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de maximumprijs per bed voor het subsidiëren van de bouw, de aanpassing en de uitrusting van speciale inrichtingen voor intellectueel of fysisch gehandicapten. (NOTA : opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap bij BDG1988-11-16/34, art. 5,7, 002; Inwerkingtreding : 01-09-1988) (NOTA : opgeheven voor de Vlaamse regering bij BVR1994-07-06/43, art. 16, Inwerkingtreding : 01-07-1994) (NOTA : opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij BESL2011-07-14/31, art. 46, 1°, 004; Inwerkingtreding : 03-10-2011) (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2017-09-21/07, art. 3,7°, 005; Inwerkingtreding : 22-09-2017)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-05-1989 en tekstbijwerking tot 06-10-2017)
Art. 1-4
Artikel 1. (zie NOTA onder TITEL) § 1. In toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 april 1971 wordt, voor de subsidiëring, de maximum kostprijs bepaald op :
- 660 000 F per bed voor internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10, 11 en 14 voorzien bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten en de inrichtingen die minderjarige gehandicapten opnemen voorzien bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 september 1970 tot uitbreiding van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten ten gunste van de kinderen, aangetast door lichamelijke niet besmettelijke chronische aandoening, die geen verzorging in een dienst voor kindergeneeskunde meer vereist;
- 795 000 F per bed voor internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën, 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967;
- 795 000 F per bed voor internaten bestemd voor meerderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10 en 11 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit;
- 1 190 000 F per bed voor internaten bestemd voor meerderjarige gehandicapten der categorieën, 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit;
- 435 000 F per kind voor semi-internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10, 11 en 14 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit;
- 580 000 F per kind voor semi-internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit en voor meerderjarige gehandicapten der categorie 13.
§ 2. De vastgestelde maximabedragen worden berekend op 1 januari 1975 en dekken de algemene onkosten alsmede allerhande taksen. Zij omvatten de aankoop van materieel en apparatuur.
§ 3. Zij evolueren rekening houdende met de schommelingen van de lonen en sociale lasten, alsmede van index " i " der materialen, gegevens die worden uitgegeven door het departement van Openbare Werken.
(NOTA : Artikel 1 geldig voor het Waals Gewest :
Artikel 1. § 1. In toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 april 1971 wordt, voor de subsidiëring, de maximum kostprijs bepaald op :
- (16 360 euro) per bed voor internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10, 11 en 14 voorzien bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten en de inrichtingen die minderjarige gehandicapten opnemen voorzien bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 september 1970 tot uitbreiding van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten ten gunste van de kinderen, aangetast door lichamelijke niet besmettelijke chronische aandoening, die geen verzorging in een dienst voor kindergeneeskunde meer vereist; <BWG 2001-12-13/47, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- (19 700 euro) per bed voor internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën, 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967; <BWG 2001-12-13/47, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- (19 700 euro) per bed voor internaten bestemd voor meerderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10 en 11 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit; <BWG 2001-12-13/47, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- (29 500 euro) per bed voor internaten bestemd voor meerderjarige gehandicapten der categorieën, 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit; <BWG 2001-12-13/47, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- (10 785 euro) per kind voor semi-internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 3, 4, 7, 10, 11 en 14 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit; <BWG 2001-12-13/47, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- (14 380 euro) per kind voor semi-internaten bestemd voor minderjarige gehandicapten der categorieën 1, 2, 5, 6, 8, 9 en 12 voorzien bij artikel 3 van hetzelfde besluit en voor meerderjarige gehandicapten der categorie 13. <BWG 2001-12-13/47, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
§ 2. De vastgestelde maximabedragen worden berekend op 1 januari 1975 en dekken de algemene onkosten alsmede allerhande taksen. Zij omvatten de aankoop van materieel en apparatuur.
§ 3. Zij evolueren rekening houdende met de schommelingen van de lonen en sociale lasten, alsmede van index " i " der materialen, gegevens die worden uitgegeven door het departement van Openbare Werken.)
Art.2. (zie NOTA onder TITEL) <MB 2-06-1977, art. 1> Zullen voor subsidiëring vatbaar zijn, de herzieningen ingevolge de schommelingen van de lonen en van de sociale lasten, alsmede van de materialenprijzen zoals zij voortvloeien uit de toepassing van het speciaal lastenkohier van de gesubsidieerde aanneming, voor zover dit dokument het voorwerp heeft uitgemaakt van een voorafgaande ministeriële goedkeuring.
Art.3. (zie NOTA onder TITEL) De bij het ministerieel besluit van 15 december 1972 vastgestelde maximumprijs blijft toepasselijk op de overeenkomsten waarvoor een eerste toelagevastlegging werd verleend vóór 1 januari 1974.
Art. 4. <Trekt het MB van 19-12-1975 in.>