Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

4 MAART 1975. - Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-10-1987 en tekstbijwerking tot 21-08-2014)



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995012120  2001012082  2007201516  2014204504 



Artikels:

Artikel 1.Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd "Paritair Comité voor het bouwbedrijf", dat bevoegd is voor de werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en hun werkgevers, te weten :
  a) de ondernemingen waarvan de gewone activiteiten bestaan in de opbouw, de verbouwing, de afbouw, het onderhoud, de herstelling of het slopen van bouwwerken :
  - de ondernemingen en de particulieren, die geregeld gebouwen optrekken voor eigen rekening of voor de verkoop ervan;
  - de ondernemingen waarvan de gewone activiteiten bestaan in het verhuren van materieel aan de voornoemde ondernemingen;
  (- de ondernemingen voor zee- en stroomonderzoek , voor zover zij van geen ander paritair comité afhangen; (Het paritair comité is niet bevoegd voor de ondernemingen gelijkgesteld met ondernemingen die voor rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten uitoefenen zoals bepaald in het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, behalve als deze activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een handelsactiviteit;) <KB 2007-05-07/46, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 10-06-2007>
  - de ondernemingen in onroerende goederen). <KB 15-10-1982>
  (- de ondernemingen waarvan de gewone activiteiten bestaan in de groothandel in nieuwe en/of gerecupereerde bouwmaterialen, met uitzondering van die ondernemingen waarvan de aldaar tewerkgestelde arbeiders omwille van de specifieke aard van de verhandelde bouwmaterialen onder een ander Paritair Comité ressorteren.
  Onder groothandel in bouwmaterialen wordt verstaan : aankopen, verkopen, vervoeren, op voorraad houden, verpakken en alle andere activiteiten die met handeldrijven in bouwmaterialen verband houden.
  Onder bouwmaterialen wordt verstaan : de grondstoffen, afgewerkte materialen, benodigdheden voor het optrekken, onderhouden of herstellen van bouwwerken;
  - de ondernemingen waarvan de gewone activiteiten bestaan in het behandelen, opslaan, sorteren en verwerken van afvalstoffen, andere reststoffen en grond die bij deze bouwwerken vrijkomen; en dit ongeacht de gebruikte technieken en ongeacht de gebruikte producten, met uitzondering van de terugwinning en/of de verwerking van afval van kunststoffen of andere scheikundige producten alsook de exploitatie, de industriële behandeling en terugwinning van afvalstoffen, nevenproducten en bezinksels door fysico-chemische en/of chemische procédés;
  - de studiebureaus voor grondonderzoek en stabiliteitsstudies;) <KB 2001-02-13/30, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 16-03-2001>
  Onder de door deze ondernemingen uitgevoerde of daarmee gelijkgestelde werken vallen :
  - zee- en rivierwerken, met inbegrip van het vlot trekken van boten en schepen, alsmede het opruimen van wrakken;
  - baggerwerken;
  - (grondwerk en/of graafwerk, met inbegrip van boren, diepboren, uitgraven van putten, draineren en verlagen van de grondwaterstand, reinigen van het grondwater dat ontstaat naar aanleiding van grond- en/of graafwerken); <KB 2001-02-13/30, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 16-03-2001>
  - funderingswerken, met inbegrip van heipalen, paalplanken en grondverbeteringswerken door welk systeem ook;
  - werk aan wegen, vliegveldbanen, fietspaden, voegwerk, straatwerk en wegbebakening;
  - metsel- en betonwerk, het metselen van ketels, nijverheidsovens en ander dergelijk werk, alsook het leggen van riolen en het bouwen van fabrieksschoorstenen;
  - de fabricage en tevens het plaatsen van prefabelementen, zo deze activiteiten hoofdzakelijk door de onderneming worden uitgevoerd;
  - het plaatsen van prefabelementen;
  - het restaureren, reinigen en wassen van gevels en monumenten;
  - (slopings- en slechtingswerken met inbegrip van de afbraak en/of de verwijdering van asbest of van asbesthoudende materialen); <KB 1995-03-16/32, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 29-03-1995>
  - asfalteren en bitumeren;
  - tegel- en mozaiekwerk en elke andere muur- en grondbekleding, met uitzondering van hout;
  - stukadoors- en pleisterwerk;
  - voegwerk;
  - stuc- en staffwerk;
  - (thermische en/of akoestische isoleringen, met uitzondering van de aanmaak van de scheikundige producten hiervoor nodig en de aanvullende toepassing ervan voor zover de toepassing van deze producten een bijzondere kennis vereist van scheikundige processen of technieken); <KB 2001-02-13/30, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 16-03-2001>
  - dakbedekkingen;
  - timmerwerk, met uitzondering van het monteren van metalen gebinten;
  - glas-, spiegel- en glas-in-loodwerk en het verwerken van alle doorschijnende of doorzichtige materialen (benevens het inzetten van vensterglas, veiligheidsglas, spiegels, glas in lood en alle andere doorschijnende of doorzichtige materialen, het bouwen van wanden en daken van glasbeton, het voorbereidend en bijkomend werk dat voor de uitvoering ervan nodig is);
  - schilderen, stofferen en behangen;
  - marmerwerk;
  - aanleggen van installaties voor verwarming, luchtverversing en klimaatregeling;
  - aanleggen van sanitaire installaties, met inbegrip van waterzuiveringsinstallaties;
  - aanleggen en onderhoud van spoorwegen;
  - oprichten van steigers;
  - het geschikt maken voor de aanleg van speelpleinen, sportterreinen, parken, tuinen, tenzij zulks de bijkomstige activiteit is van een onderneming die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteert;
  - aanleggen van allerlei ondergrondse leidingen, zoals watervoorziening, elektrische kabels;
  - (...) <KB 2001-02-13/30, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 16-03-2001>
  - (de betonbereiding in daartoe speciaal uitgeruste centrales en/of de levering van beton aan de verbruikers); <KB 2001-02-13/30, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 16-03-2001>
  - het maken en/of het plaatsen van sierschoorstenen;
  - het plaatsen van afsluitingen;
  - steenhouwersarbeid, met uitzondering van die arbeid welke onder het Paritair Comité voor het groefbedrijf ressorteert;
  - het vervoer te water eventueel door een der hiervoren genoemde ondernemingen ter uitvoering van de gewone activiteit van deze onderneming;
  (- aanmaak van asfalt uitsluitend voor wegenbouw in daartoe speciaal uitgeruste centrales;
  - bekistings- en/of ontkistingswerkzaamheden;
  - aanleggen van zwembaden;
  - injecteren van gevels en/of wanden, met uitzondering van de aanmaak van de scheikundige producten hiervoor nodig en de aanvullende toepassing ervan voor zover de toepassing van deze producten een bijzondere kennis vereist van scheikundige processen of technieken;
  - aanbrengen van voegen aan bruggen en/of wegen, met uitzondering van de aanmaak van de scheikundige producten hiervoor nodig en de aanvullende toepassing ervan voor zover de toepassing van deze producten een bijzondere kennis vereist van scheikundige processen of technieken;
  - betonherstelling en/of betonhars, met uitzondering van de aanmaak van de scheikundige producten hiervoor nodig en de aanvullende toepassing ervan voor zover de toepassing van deze producten een bijzondere kennis vereist van scheikundige processen of technieken;
  - verwerking van scheikundige producten in het bouwproces en/of in het onderhoud of restauratie van gebouwen, met uitzondering van de aanmaak van de scheikundige producten hiervoor nodig en de aanvullende toepassing ervan voor zover de toepassing van deze producten een bijzondere kennis vereist van scheikundige processen of technieken;
  - bedekken en/of waterdichtmaken van bouwwerken en kunstwerken, met uitzondering van de aanmaak van de scheikundige producten hiervoor nodig en de aanvullende toepassing ervan voor zover de toepassing van deze producten een bijzondere kennis vereist van scheikundige processen of technieken;
  - bodemsaneringswerken, waarvoor geen specifieke chemische procédés worden gebruikt, met inbegrip van ex situ en in situ reiniging, opslaan en/of behandelen van uitgegraven en getransporteerde grond;
  - de verwerking van inerte en niet-gevaarlijke afvalstoffen in installaties die overwegend dienen voor afvalstoffen afkomstig van bouwwerken;) <KB 2001-02-13/30, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 16-03-2001>
  b) de ondernemingen die zich bezighouden met de fabricage en tevens het plaatsen van alle houten voorwerpen en produkten, die door bestemming onroerend worden, of enkel en alleen met het plaatsen ervan.
  (Tot de bevoegdheid van het paritair comité behoren eveneens, de ondernemingen, met name de natuurlijke personen of de rechtspersonen, of de particulieren, die normaal geen activiteiten in de bouwsector uitoefenen maar occasioneel toch bouwwerken in eigen beheer uitvoeren met daartoe speciaal in dienst genomen werklieden uit de bouwsector en met de bedoeling het gebouwde geheel of gedeeltelijk te verkopen. De bevoegdheid van het paritair comité is beperkt tot de duur van die bouwwerken en tot voormelde werklieden.) <KB 1987-10-01/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 26-10-1987>
  [1 Het paritair comité is niet bevoegd voor het varend personeel van de ondernemingen die baggerwerken op zee uitvoeren.]1
  ----------
  (1)<KB 2014-08-04/09, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-07-2014>

Art.2. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf bestaat uit (vierendertig) gewone en (vierendertig) plaatsvervangende leden. <KB 07-05-1975>

Art.3. <Opheffingsbepaling : KB 1957-01-05/01, art. 1, § 1, 24 en art. 2, 24>

Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.