Details





Titel:

21 DECEMBER 1974. - Koninklijk besluit tot bepaling van de eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen. (Opschrift gewijzigd door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering2024-03-07/22, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024) (NOTA : opgeheven voor het Vlaams Gewest bij BVR2018-10-19/14, art. 1,002; Inwerkingtreding : 01-01-2019)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-11-2018 en tekstbijwerking tot 29-03-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1
Art. 1 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 2-4
Art. 4 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 5
Art. 5 Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 6-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1991011113  2018014707 



Artikels:

Artikel 1.De beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist, als hoofd- of bijberoep, mag in een kleine of middelgrote handels- of ambachtsonderneming slechts worden uitgeoefend voor zover aan de in dit besluit bepaalde eisen is voldaan.

Art.1_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    De beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist, als hoofd- of bijberoep, mag [1 ...]1 slechts worden uitgeoefend voor zover aan de in dit besluit bepaalde eisen is voldaan.
  ----------
  (1)<BESL 2024-03-07/22, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.2. De beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist, in de zin van dit besluit, bestaat in het voor rekening van derden gewoonlijk en zelfstandig uitvoeren van de vervaardiging, het in elkaar zetten, het onderhoud en/of het herstellen van de koelkringen in huishoudelijke koeltoestellen en van de commerciële en/of industriële installaties en koeleenheden.
  Onder koelkring, in de zin van dit besluit, dient te worden verstaan, het geheel van de technische werkwijzen die tot doel hebben de temperatuur te verlagen in lichamen, gassen of fluïda van allerlei aard, hetzij door middel van gascompressiemachines, hetzij door machines die gebaseerd zijn op absorptiesystemen, hetzij door middel van elk ander procédé, voortvloeiend uit de ontwikkeling van de techniek terzake.

Art.3. Vallen niet onder de toepassing van dit besluit, de ondernemingen bedoeld bij artikel 1, waarvan het aantal tewerkgestelde personeelsleden vijftig werknemers overschrijdt.
  Deze regel blijft van kracht wanneer het aantal tijdelijk zakt onder dit niveau, voor zover het jaarlijks gemiddelde de vijftig personen overschrijdt.

Art.4.Het getuigschrift bedoeld bij artikel 5 van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen mag aan een persoon die de beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist wenst uit te oefenen, slechts worden afgeleverd voor zover onder de bij hetzelfde artikel bepaalde voorwaarden bewezen wordt dat aan de hierna opgesomde kennisvoorwaarden is voldaan :
  1° de kennis van bedrijfsbeheer bedoeld bij artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 februari 1971 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen;
  2° de volgende beroepskennis :
  Technologie.
  Kennis van de metalen en de grondstoffen, hun herkomst, hun samenstelling en hun toepassing.
  Kennis van de op dit gebied gebruikte handelsmaten.
  Kennis van de werktuigen, de machines.
  Gebruik, onderhoud.
  Algemene beschrijving van de koelinrichtingen.
  Compressoren, verdampers, condensors, pijpleidingen en hulpstukken.
  Koelingstheorie.
  Elementaire theorie van de warmteoverdracht, geleiding, convectie, straling; begrippen over soortelijke, waarneembare, latente warmte.
  Fysische en chemische grondslagen.
  Koudeverwekkende fluïda, hun gebruikswijze.
  Thermisch rendement, meettoestellen.
  Elementaire berekening van de warmteverliezen.
  Berekening van koelinrichtingen in 't algemeen.
  Beroepspraktijk.
  Montage, de juiste praktijk, werktuigen.
  Eenvoudige begrippen over elektriciteit.
  Eenvoudige veiligheids-, controle- en regelapparatuur.
  Pompen, ventilatoren, motoren.
  Bestekken en normen.
  Berekenen van koelinrichtingen in 't algemeen.
  Berekenen van begrotingen, opmaken van plans.
  Sociale verplichtingen in verband met het beroep.
  Burgerlijke aansprakelijkheid in verband met het beroep.

Art.4_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST.    Het getuigschrift bedoeld bij artikel 5 van de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen mag aan een persoon die de beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist wenst uit te oefenen, slechts worden afgeleverd voor zover onder de bij hetzelfde artikel bepaalde voorwaarden bewezen wordt dat aan de hierna opgesomde kennisvoorwaarden is voldaan :  1° [1 ...]1;  2° de volgende beroepskennis :  Technologie.  Kennis van de metalen en de grondstoffen, hun herkomst, hun samenstelling en hun toepassing.  Kennis van de op dit gebied gebruikte handelsmaten.  Kennis van de werktuigen, de machines.  Gebruik, onderhoud.  Algemene beschrijving van de koelinrichtingen.  Compressoren, verdampers, condensors, pijpleidingen en hulpstukken.  Koelingstheorie.  Elementaire theorie van de warmteoverdracht, geleiding, convectie, straling; begrippen over soortelijke, waarneembare, latente warmte.  Fysische en chemische grondslagen.  Koudeverwekkende fluïda, hun gebruikswijze.  Thermisch rendement, meettoestellen.  Elementaire berekening van de warmteverliezen.  Berekening van koelinrichtingen in 't algemeen.  Beroepspraktijk.  Montage, de juiste praktijk, werktuigen.  Eenvoudige begrippen over elektriciteit.  Eenvoudige veiligheids-, controle- en regelapparatuur.  Pompen, ventilatoren, motoren.  Bestekken en normen.  Berekenen van koelinrichtingen in 't algemeen.  Berekenen van begrotingen, opmaken van plans.  Sociale verplichtingen in verband met het beroep.  Burgerlijke aansprakelijkheid in verband met het beroep.
  ----------
  (1)<BESL 2024-03-07/22, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.5. § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 8, § 1, van de wet van 15 december 1970 worden geacht het bewijs van de kennis van het bedrijfsbeheer te leveren, de houders van een van de akten opgesomd in artikel 6a van dezelfde wet of in artikel 32 van het koninklijk besluit van 25 februari 1971 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van die wet.
  § 2. Onverminderd diezelfde bepalingen worden geacht het bewijs van de beroepskennis te leveren, de houders van een van de volgende akten :
  1° een diploma of een eindgetuigschrift, afgeleverd door een technische school of een technische leergang in verband met het beoogde beroep;
  2° een brevet of een eindgetuigschrift, afgeleverd door een beroepsschool of door een beroepsleergang in verband met het beoogde beroep;
  3° een diploma van technisch ingenieur in mechanica of in elektro-mechanica;
  4° een diploma van burgerlijk ingenieur;
  5° een getuigschrift dat gelijkwaardig is met een van de hierboven vermelde akten en uitgereikt werd door een examencommissie van de Staat;
  6° een getuigschrift waaruit het slagen blijkt voor een examen over de beroepskennis opgesomd in artikel 4, 2°, van dit besluit, voor een centrale commissie waarvan de leden door de Minister van Middenstand zijn benoemd;
  7° een getuigschrift van geschooldheid dat beantwoordt aan het beoogde beroep en dat door de Minister van Middenstand is geviseerd.
  Met uitzondering van het diploma van burgerlijk ingenieur, zullen die akten evenwel slechts in aanmerking kunnen genomen worden voor zover de houder ervan een praktische leertijd van twee jaar heeft doorgemaakt in een technische school of in een beroepsschool, of in een technische leergang of een beroepsleergang die een onderricht inzake koeltechniek omvat; deze leertijd zal tot één jaar beperkt zijn, indien hij voorafgegaan of gevolgd wordt door een leertijd van dezelfde duur in een technische school of een beroepsschool of in een technische of beroepsleergang met als specialiteit "mechanica" of "elektriciteit"; het leerjaar zal slechts in aanmerking worden genomen als het ten minste 200 uren werkelijke praktijk omvat in de specialiteit "mechanica" of "elektriciteit" en 160 uren als het gaat om een leertijd die doorgemaakt is in de afdelingen of leergangen die het onderricht inzake koeltechniek omvatten.
  De leertijd kan eveneens worden doorgemaakt bij een patroon die de beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist uitoefent. Het bewijs van deze leertijd moet blijken uit een getuigschrift afgeleverd door de technische school of de beroepsschool, door de technische of de beroepsleergang of door de ondernemingshoofden waar de leertijd werd volbracht.
  De handtekening van het ondernemingshoofd moet gelegaliseerd worden door de burgemeester van de gemeente waar de leertijd verricht werd.
  Indien dat getuigschrift niet kan worden voorgelegd, mag het bewijs dat de leertijd werkelijk werd doorgemaakt door enig ander bewijsmiddel geleverd worden.
  (In geen geval mag de praktische leertijd worden opgelegd aan personen die ouder zijn dan vijfendertig jaar op de dag van de beslissing van het bureau van de Kamer voor ambachten en neringen of van de Vestigingsraad.) <KB 03-10-1978, art. 10 § 2>
  § 3. Worden eveneens geacht het bewijs van de kennis van het bedrijfsbeheer te leveren, zij die bewijzen een handels- of ambachtspraktijk beoefend te hebben volgens de modaliteiten en in de voorwaarden opgesomd in artikel 6, b), of c), van de wet van 15 december 1970 en in de artikelen 34, 35 of 36 van het koninklijk besluit van 25 februari 1971.
  § 4. Eveneens worden geacht het bewijs van de beroepskennis te leveren, zij die bewijzen gedurende ten minste vijf jaar in de loop van de tien jaren die hun aanvraag om getuigschrift voorafgaan :
  a) hetzij als ondernemingshoofd één of meer werkzaamheden te hebben uitgeoefend, beoogd in artikel 2 van dit besluit, of zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn gebonden het dagelijks beheer te hebben waargenomen van een onderneming of een inrichting waar die werkzaamheden werden uitgeoefend;
  b) hetzij aan de uitoefening van één of meer van dezelfde werkzaamheden te hebben deelgenomen als bediende, als helper van een ondernemingshoofd of als werkman.
  (Indien de werkzaamheid ononderbroken werd uitgeoefend, mag zij een aanvang hebben genomen vóór deze tien jaren, op voorwaarde dat zij eindigt in de loop van deze periode.) <KB 09-04-1980, art. 1>
  De ondernemingshoofden kunnen op deze bepaling slechts aanspraak maken voor zover zij in het handelsregister waren ingeschreven gedurende gans de tijdsruimte bepaald in lid 1 van deze paragraaf.
  Wanneer zij overeenkomstig de bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 gecoördineerde wetten betreffende het handelsregister werden ingeschreven, dient de inschrijving de rubrieken te vermelden die met de vereiste werkzaamheid of werkzaamheden overeenstemmen.
  In geen geval mag een werkzaamheid in aanmerking genomen worden die verricht werd door een persoon van minder dan achttien jaar oud.
  Het bewijs van deze werkzaamheid moet geleverd worden door middel van de stukken bedoeld bij de artikelen 34, § 2, 35, § 2, of 36, § 2, van het koninklijk besluit van 25 februari 1971, voor zover deze stukken de aard van de bewuste werkzaamheid aanduiden.
  Wordt die nauwkeurige aanduiding niet gegeven, dan kan het aanvullend bewijs van de overeenstemming van de werkzaamheid worden geleverd door enig ander bewijsmiddel. Betreft het getuigenissen en attesten, dan komen slechts in aanmerking deze die uitgaan van een openbaar organisme of een organisme van openbaar nut dat het bevestigde feit op een vóór de aanvraag gelegen tijdstip en bij de uitvoering van zijn eigen taak heeft vastgesteld hetzij, in voorkomend geval, van een werkgever van de aanvrager.

Art.5_BRUSSELS_HOOFDSTEDELIJK_GEWEST. [1 Ї 1. De beroepsbekwaamheid van installateur-frigorist wordt bewezen met:
   1А een akte met betrekking tot de activiteiten bedoeld in artikel 2, uitgereikt door:
   a) het voltijds secundair onderwijs;
   b) het onderwijs voor sociale promotie, waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met het secundair onderwijs;
   c) het volwassenenonderwijs, waarvan het niveau minstens gelijkwaardig is met het secundair onderwijs;
   d) het deeltijds beroepsonderwijs;
   e) de vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, met name de leertijd, de opleiding tot ondernemingshoofd en het ondernemerschapstraject;
   f) het hoger onderwijs;
   2А een diploma van master van technisch of industrieel ingenieur in mechanica of in elektromechanica;
   3А een diploma van master in de ingenieurswetenschappen;
   4А een verklaring van verrichte werkzaamheden en opleiding met betrekking tot de activiteiten bedoeld in artikel 2, uitgereikt door een andere Lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, in overeenstemming met de artikelen 16 tot 19 van de richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties;
   5А het getuigschrift over de beroepsbekwaamheid van installateur-frigorist van de centrale examencommissie van een gewest;
   6А enig andere akte waarvan de Minister bevoegd voor Economie, na onderzoek van de leerinhoud, vaststelt dat de bevestigde opleiding overeenstemt met het programma van beroepsbekwaamheden bedoeld in artikel 4;
   7А met een daadwerkelijk gepresteerde praktijkervaring in de betrokken activiteit in volgende hoedanigheden of combinaties:
   a) arbeider, bediende in een leidende of technische functie of zelfstandige helper in de zin van de regelingen inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen;
   b) zelfstandig ondernemingshoofd;
   c) bedrijfsleider zonder arbeidsovereenkomst.
   Ї 2. De praktijkervaring duurt drie jaar, indien ze als hoofdberoep of voltijds werd verworven. Indien ze als bijberoep of deeltijds werd verworven, duurt ze een gelijkwaardige periode of vijf jaar.
   Een praktijkervaring wordt in de volgende gevallen niet in aanmerking genomen:
   1А wanneer ze in strijd met titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap werd verkregen;
   2А wanneer ze werd verkregen voor de achttiende verjaardag;
   3А wanneer ze buiten de periode van 15 jaar valt, die de aanvraag om inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen, voorafgaat.
   Ї 3. Een loontrekkende praktijkervaring wordt bewezen met volgende documenten of registraties:
   1А elk document of registratie, gedaan in het kader van de regelingen inzake de sociale zekerheid, en uitgereikt of meegedeeld door een openbare dienst, of een instelling die werd belast met een openbare dienst, waarmee worden bevestigd:
   a) de identiteit van de werkgever en van de werknemer;
   b) de begin- en de einddatum van de praktijkervaring;
   c) eventueel de aard van de praktijkervaring;
   d) het arbeidsstelsel.
   2А alsook, wanneer het in 1А bedoelde document of de registratie onvoldoende gegevens bevat over de aard van de activiteit, een getuigschrift van de werkgever dat nauwkeurig de uitgevoerde taken, uitgevoerd in de in 1А, b), bedoelde periode, en de bevoegdheden, vermeldt.
   Een praktijkervaring van zelfstandig ondernemingshoofd wordt bewezen met volgende documenten of registraties :
   1А de inschrijving als onderneming in de Kruispuntbank van Ondernemingen;
   2А alsook een bewijs van aansluiting bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen dat de begin- en einddatum van de activiteit en de uitoefening in hoofd- of bijberoep bevestigt.
   Een praktijkervaring van bedrijfsleider zonder arbeidsovereenkomst, wordt bewezen met volgende documenten of registraties:
   1А de benoeming, zoals bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad ;
   2А alsook een bewijs van aansluiting bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen dat de begin- en einddatum van de activiteit en de uitoefening in hoofd- of bijberoep bevestigt.
   Een praktijkervaring van zelfstandig helper wordt bewezen met volgende documenten of registraties:
   1А een getuigschrift van het zelfstandig ondernemingshoofd, dat nauwkeurig de uitgevoerde taken, de bevoegdheden en de begin- en einddatum ervan bevestigt;
   2А alsook een bewijs van aansluiting bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen dat de begin- en de einddatum van de activiteit en de uitoefening in hoofd- of bijberoep bevestigt.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-03-07/22, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2024>


Art.6. § 1. Zijn vrijgesteld van ieder getuigschrift, de natuurlijke of rechtspersonen die bij de bekendmaking van dit besluit waren ingeschreven overeenkomstig de bij koninklijk besluit van 20 juli 1964 gecoördineerde wetten op het handelsregister.
  De inschrijving dient als handelsbedrijvigheid de rubriek "Fabricatie van machines en toestellen voor de koeltechniek" of de rubriek "Fabricatie van koelinrichtingen", opgenomen onder § 3, 16°, van de bijlage van het koninklijk besluit van 31 augustus 1964, te vermelden.
  § 2. De handelaars die nog niet in het handelsregister zijn heringeschreven overeenkomstig de bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 gecoördineerde wetten zijn van het bij artikel 5 van de wet van 15 december 1970 bedoeld getuigschrift vrijgesteld voor zover zij in het bezit zijn van een op grond van artikel 18, § 3, van die wet door het gemeentebestuur afgegeven attest, waaruit blijkt dat zij de gereglementeerde werkzaamheid uitoefenden bij de bekendmaking van dit besluit.

Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 8. Onze Minister van Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.