4 NOVEMBER 1974. - Koninklijk besluit tot vaststelling van sommige nadere regelen voor de berekening van het basisloon inzake schadeloosstelling voor beroepsziekten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-05-2024 en tekstbijwerking tot 03-05-2024)
Art. 1-6, N
Artikel 1.In het geval bedoeld bij artikel 49, laatste lid, van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970, en voor zover het basisloon berekend moet worden op grond van arbeidsprestaties verricht in de ondernemingen genoemd in artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 november 1970 [1 houdende bijzondere bepalingen inzake de sociale zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden]1, gebeurt deze berekening aan de hand van de inlichtingen voorkomend op de individuele steekkaart betreffende de jaarlijkse vakantie, in het bezit van de Voorzorgskas.
----------
(1)<KB 2024-04-24/04, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 13-05-2024>
Art.2. Als referentiejaar geldt het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door de beroepsziekte is begonnen.
Art.3. De aldus bekomen bezoldiging wordt, zo nodig, aangepast aan de coëfficiënt voorkomend op de tabel gevoegd bij dit besluit. Deze tabel, behoorlijk bijgewerkt, wordt ieder jaar in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Art.4. Het koninklijk besluit van 1 augustus 1969 tot vaststelling van sommige nadere regelen betreffende de berekening van het basisloon inzake schadeloosstelling voor beroepsziekten wordt opgeheven.
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1973.
Art.6. Onze Minister van Sociale Voorzorg is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. N. Bijlage. Evolutie van de gemiddelde dagelijkse brutolonen voor de ondergrondse mijnwerkers over geheel het land. - Verhogingscoëfficiënten. JAAR GEMIDDELD LOON PER POST 1947 207,20 1948 227,92 1949 234,98 1950 237,77 1951 253,51 1952 262,29 1953 265,15 1954 268,71 1955 274,12 1956 300,89 1957 345,69 1958 351,04 1959 355,39 1960 361,79 1961 370,20 1962 399,39 1963 425,39 1964 456,97 1965 497,60 1966 539,56 1967 569,37 1968 595,14 1969 636,28 1970 756,70 1971 864,84 1972 970,73
JAAR COEFFICIENT TEN OVERSTAAN VAN DE VORIGE PERIODE 1947 100,- 1948 110,- 1949 103,09 1950 101,18 1951 106,61 1952 103,46 1953 101,09 1954 101,34 1955 102,01 1956 109,76 1957 114,88 1958 101,54 1959 101,23 1960 101,80 1961 102,32 1962 107,88 1963 106,50 1964 107,42 1965 108,89 1966 108,43 1967 105,52 1968 104,52 1969 106,91 1970 118,92 1971 114,29 1972 112,24
JAAR COEFFICIENT TEN OVERSTAAN VAN HET JAAR 1947 1947 100,- 1948 110,- 1949 113,40 1950 114,75 1951 122,35 1952 126,58 1953 127,96 1954 129,68 1955 132,29 1956 145,21 1957 166,83 1958 169,42 1959 171,52 1960 174,60 1961 178,66 1962 192,75 1963 205,30 1964 220,54 1965 240,15 1966 260,40 1967 274,79 1968 287,22 1969 307,08 1970 365,20 1971 417,39 1972 468,50